• Home |
  • Kennis |
  • Directe ammoniakschade: op welke wijze te beoordelen?

Directe ammoniakschade: op welke wijze te beoordelen?

ammoniakschade

Burgemeester en wethouders verlenen aan een varkenshouder een omgevingsvergunning milieu voor de oprichting van een nieuwe varkensstal en aanpassing van een bestaande stal. Een nabij gevestigde boomkweker komt daar tegen op. Hij voert aan dat onvoldoende rekening is gehouden met het feit dat in de directe omgeving van de varkenshouderij gewassen worden gekweekt die gevoelig zijn voor de ammoniakuitstoot uit de varkensstallen, ook wel: directe ammoniakschade. Heeft het bevoegd gezag dit aspect op een juiste wijze meegenomen bij de vergunningverlening? De Afdeling vond in haar uitspraak van 27 februari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:619), waarin een dergelijke kwestie speelde, van niet. Hoe moet het dan wel?

Onjuiste wijze

Om te bepalen of sprake was van directe ammoniakschade, hadden burgemeester en wethouders middels het verspreidingsmodel ‘AERIUS’ de afname van de ammoniakdepositie berekend. Net zoals de rechtbank eerder in deze zaak (zie Rb. Zeeland-West-Brabant 13 juli 2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:4208) achtte de Afdeling dit model om meerdere redenen niet geschikt om te bepalen of sprake is van directe ammoniakschade:

  • het verspreidingsmodel wordt doorgaans gebruikt om inzicht te verschaffen over depositiebijdrage op (veel grotere en vaak verder weg gelegen) Natura 2000-gebieden. Het model is dan ook niet geschikt voor depositieberekeningen op korte afstand;
  • met dit verspreidingsmodel wordt een jaargemiddelde waarde berekend. Met het model kan niet worden voorspeld in welke mate kortdurende, hoge concentraties aan ammoniak optreden. Juist in die gevallen treedt directe ammoniakschade op;
  • het verspreidingsmodel houdt geen rekening met factoren die de ammoniakbelasting van een plant beïnvloeden, zoals de hoeveelheid stikstof in de bodem die invloed kan hebben op de opname van ammoniak door planten uit de lucht.

De Afdeling concludeert dan ook dat het college op basis van de gemaakte depositieberekeningen met het verspreidingsmodel AERIUS niet heeft kunnen vaststellen dat directe ammoniakschade op het perceel van de boomkweker afnam.

Hoe moet het dan wel?

Opmerkelijk aan voornoemde uitspraak is dat de Afdeling hierin vervolgens uitvoerig uiteenzet hoe het wél had gemoeten en/of gekund. Zij wijst daarbij op het rapport ‘Stallucht en Planten’ uit 1981 (!), aan de hand waarvan in het verleden bij vergunningverlening voor veehouderijen werd beoordeeld of sprake was van directe ammoniakschade (Zie bijv. AbRS 7 mei 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1670). In dit rapport is echter (logischerwijs) nog geen rekening gehouden met niet-traditionele stallen. Kan bij de beoordeling van directe ammoniakschade uit moderne stallen nog altijd voornoemd rapport, en de daarin genoemde afstanden, als uitgangspunt worden genomen? Tussen traditionele stallen en moderne stallen bestaan immers nogal wat verschillen. Zo hoeft het emissiepunt van deze moderne stallen niet meer samen te vallen met de gevel van de stallen en kan de uittreedsnelheid van de stallucht verschillen.

Conclusie van een deskundige

De Afdeling legde deze vraag voor aan een deskundige. Deze concludeerde dat de voor de emissie en de verspreiding van stallucht relevante verschillen tussen traditionele stallen en nieuwe stallen niet dusdanig groot zijn dat hierdoor de in het rapport genoemde afstanden niet meer van toepassing zouden kunnen zijn. De afstanden uit het rapport uit 1981 zijn volgens de deskundige dus ook bruikbaar voor een beoordeling van directe ammoniakschade bij niet-traditionele stallen. Dit laat volgens de Afdeling onverlet dat het bevoegd gezag bij vergunningverlening een andere beoordelingswijze mag hanteren, mits deze gebaseerd is op wetenschappelijke inzichten. Zij laat zich echter niet uit over welke beoordelingswijzen daar dan wel geschikt voor zouden zijn. De varkenshouder in dezen probeerde dit nog middels een STACKS-verspreidingsberekening. Deze was echter onvoldoende onderbouwd, zodat ook daaruit niet de conclusie kon worden getrokken dat geen sprake was van onaanvaardbare directe ammoniakschade. Beoordeling van directe ammoniakschade aan de hand van het rapport ‘Stallucht en Planten’ ligt dus nog steeds het meest voor de hand.

Hulp nodig?

Heb je vragen over het agrarisch omgevingsrecht? Neem dan gerust contact op met mij of een van de andere specialisten op het gebied van Agribusiness & landelijk gebied.