• Home |
  • Kennis |
  • Heeft een Wnb-vergunning betrekking op verkeersbewegingen?

Heeft een Wnb-vergunning betrekking op verkeersbewegingen?

Wnb-vergunning

In haar uitspraak van 9 september 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:2170) over het bestemmingsplan ‘Buitengebied, Rucphen, 3e herziening’ nam de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ‘de Afdeling’) onder andere als uitgangspunt dat van de referentiesituatie ook verkeersbewegingen van en naar de veehouderijen deel uitmaakten (ook al waren de verkeersbewegingen als zodanig niet expliciet planologisch toegestaan, zie nader over deze uitspraak TvAR 2020/8035 met noot Paul Bodden). In haar uitspraak van 18 november 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:2760) trekt de Afdeling deze lijn door naar het projectspoor.

In de eerste plaats overweegt de Afdeling dat een Wnb-vergunning wordt verleend voor een project. Eerder, namelijk in haar uitspraak van 1 juli 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1528), formuleerde de Afdeling het als volgt:

“(…) 5.2.    (…) Hierbij is van belang dat bij het verlenen van een Wnb-vergunning niet een bepaalde stikstofemissie of stikstofdepositie wordt vergund, maar bepaalde activiteiten. (…)”.

Vervolgens overweegt de Afdeling dat alle gevolgen van het project voor Natura 2000-gebieden bij de verlening van een Wnb-vergunning moeten worden beoordeeld, dat verkeersbewegingen inherent zijn aan de exploitatie van een veehouderij en dat de gevolgen (emissies) hiervan derhalve bij de verlening van de vergunning moeten worden betrokken en beoordeeld (eveneens r.o. 6). Tot zover naar mijn mening een logische uitspraak.

In r.o. 7 staat vervolgens de vraag centraal of de Wnb-vergunning in casu ook betrekking heeft op de verkeersbewegingen. De Afdeling overweegt dat een Wnb-vergunning voor een veehouderij moet worden geacht tevens te zijn verleend voor de daarmee gepaard gaande verkeersbewegingen. Hiermee gaat de Afdeling naar mijn mening wel wat kort door de bocht. Ik betwijfel namelijk of dit in alle gevallen kan worden gesteld.

In de praktijk wordt in het dictum van de Wnb-vergunning namelijk vaak opgenomen dat de aanvraag onderdeel uitmaakt van de vergunning. In een dergelijke aanvraag werd in het verleden vaak geen gewag gemaakt van verkeersbewegingen, maar enkel van het houden van dieren (diersoorten en huisvestingssystemen) en de daarmee samenhangende emissie en depositie. Het gaat uit oogpunt van rechtszekerheid wel ver om de verkeersbewegingen in zo’n geval toch als vergund aan te merken.

Om rechtsonzekere situaties te voorkomen lijkt het mij overigens verstandig om de aanvraag niet (standaard) onderdeel uit te laten maken van de Wnb-vergunning en ervoor te zorgen dat klip en klaar is waar het besluit als zodanig (dus zonder aanvraag) betrekking op heeft. Wordt de uitspraak van 18 november 2020 gevolgd, dan zou daarbij een omschrijving van het project volstaan (en hoeven niet alle gevolgen voor de Natura 2000-gebieden specifiek te worden benoemd). Aldus wordt tevens voorkomen dat wijzigingen in de normstelling (denk aan andere emissienormen op grond van de Regeling ammoniak en veehouderij of een nieuwe versie van AERIUS Calculator) illegale situaties met zich brengen.

Ter vergelijking kan nog worden verwezen naar het schrappen van de (toenmalige) tweede zin van het eerste lid van artikel 8.11 van de Wet milieubeheer, waarbij de wetgever overwoog dat door grote delen van de aanvraag in de vergunning te incorporeren vaak onnodig de handelingsvrijheid van bedrijven wordt beperkt. Hieraan werd toegevoegd dat veel beschrijvingen in de aanvraag zich niet lenen om in een juridisch bindend document te worden opgenomen, omdat de beschrijvingen niet met dat doel zijn opgesteld (TK, vergaderjaar 2003-2004, 29 711, nr. 3, p. 31).

Heb je nog vragen? Neem dan gerust contact met mij op.