Alcohol- en drugstesten op het werk

alcoholtest op werk

Afgelopen periode kwam veelvuldig in het nieuws dat bedrijven personeel testen op alcohol en drugs. Bedrijven geven aan dat zij dit doen, omdat ze vinden dat veiligheid belangrijker is dan de privacy van werknemers.

Maar hoe zit het met de privacyregels omtrent het afnemen van alcohol- en drugstesten op de werkvloer? Zijn alcohol- en drugstesten op de werkvloer toegestaan? In deze blog ga ik in op de privacy-aspecten van het testen van werknemers op alcohol en drugs.

Bijzondere persoonsgegevens

Resultaten van alcohol- en drugstesten zijn gezondheidsgegevens en daarom ‘bijzondere persoonsgegevens’. Dit heeft de privacytoezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), bepaald in een onderzoeksrapport over de uitvoering van alcohol- en drugscontroles door ‘Uniper’ in 2016.

Het verwerken van bijzondere persoonsgegevens is op grond van artikel 9 AVG verboden. Op dit verwerkingsverbod bestaan echter uitzonderingen die in de AVG zijn opgesomd, bijvoorbeeld wanneer verwerking noodzakelijk is om redenen van een zwaarwegend algemeen belang (art. 9 lid 1 sub g AVG). Klik hier voor alle uitzonderingen.

Autoriteit Persoonsgegevens: Alcohol- en drugstesten niet toegestaan

Over de vraag of een werkgever een alcohol- en drugstest mag afnemen bij werknemers, is de AP duidelijk. Ondanks dat art. 9 AVG een opsomming geeft van wettelijke uitzonderingen om bijzondere persoonsgegevens te verwerken, verbiedt de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en Uitvoeringswet Algemene Gegevensbescherming (UAVG) bedrijven om personeel te testen op alcohol en drugs.

Dit mag slechts, wanneer sprake is van een wettelijke regeling. Een wettelijke regeling voor het afnemen van alcohol- en drugstesten bestaat voor een aantal specifieke beroepsgroepen, waaronder de lucht- en zeevaart. Klik hier voor een overzicht.

Daarnaast geeft de AP aan dat er andere manieren voorhanden zijn om te onderzoeken of een werknemer onder invloed is. In dit verband noemt de AP: oplettende teamleiders, elkaar erop aanspreken, het bevorderen van een veiligheidscultuur en een intensief HR-beleid.

In een actief HR-beleid, gericht op het welzijn van de medewerkers en de veiligheid op de werkvloer, passen ook andere maatregelen om gebruik van alcohol en drugs kort voor of tijdens werktijd tegen te gaan. Zo kan, aldus de AP, begeleiding door de bedrijfsarts van medewerkers met problematisch gebruik van alcohol, drugs of geneesmiddelen een belangrijke rol spelen. Op het moment dat een werknemer dus mogelijk problemen heeft met alcohol en/of drugs, is het aan te raden om de bedrijfsarts in te schakelen.

Wetgeving noodzakelijk

In art. 88 AVG wordt de mogelijkheid geboden om nadere regels te stellen over de verwerking van persoonsgegevens in het arbeidsrecht. Tot op heden is hier (nog) geen gebruik van gemaakt door de Nederlandse wetgever. Zolang er geen nadere regels over het afnemen van alcohol- en drugstesten worden gesteld, is de AP duidelijk: het afnemen van alcohol- en drugstesten (enkele beroepsgroepen op basis van een wettelijke regeling uitgezonderd) is niet mogelijk.

Staatssecretaris Van Ark heeft aangegeven in gesprek te gaan met werknemers en werkgevers om te kijken of de regels kunnen worden aangepast. Er wordt aangegeven dat het kabinet snel op zoek gaat naar een oplossing voor bedrijven in de industrie, haven en de chemie die willen testen of werknemers onder invloed zijn. Het is dus wachten op nadere regelgeving.

Heb jij als werkgever te maken met alcohol- en/of drugsgebruik op de werkvloer en heb je daarover nog vragen? Of vraag jij je af welke controlemiddelen binnen het bedrijf zijn toegestaan en onder welke voorwaarden? Neem dan contact op met Chantal Grouls of Marleen Koeslag.