• Home |
  • Kennis |
  • Sportverenigingen en veel te fanatieke ouders: hoe juist te handelen?

Sportverenigingen en veel te fanatieke ouders: hoe juist te handelen?

Sportverenigingen

Iedereen kent het wel: die ene veel te fanatieke ouder die iedere wedstrijd langs de kant staat en vergeet dat het maar om een spelletje gaat. De coach, spelers en ouders hebben er last van. Hoe ga je hier nu als vereniging op een juiste wijze mee om en voorkom je problemen? Dit zal ik aan de hand van een recente uitspraak bespreken.

Feiten

De kwestie die tot de uitspraak van een voorzieningenrechter heeft geleid, was de volgende. Een kind van acht jaar is al vier jaar lid van een voetbalvereniging. Zijn vader is eerst als jeugdtrainer betrokken geweest bij het team van zijn zoon, maar brengt zijn zoon nu enkel nog naar de trainingen en is aanwezig bij alle thuis- en uitwedstrijden. Tijdens een wedstrijd op 11 november 2017 wordt de zoon gewisseld. Zijn vader is het hiermee oneens, spreekt zijn ongenoegen uit tegen de coach en vertrekt tijdens de wedstrijd samen met zijn zoon.

Het bestuur legt de vader een ‘afkoelingsperiode’ op door hem te verbieden tot 1 maart 2018 het complex van de voetbalvereniging te betreden en aanwezig te zijn bij de thuis- en uitwedstrijden of contact te zoeken met de overige ouders/coach. De vader houdt zich aan dit verbod (de moeder brengt de zoon nu) en partijen gaan na deze periode met elkaar in gesprek. Inmiddels is gebleken dat de vader eerder zulk gedrag heeft vertoond en de spelertjes en hun ouders zich bedreigd en geïntimideerd voelen. De situatie is volgens het bestuur onhoudbaar geworden en gesprekken leiden niet tot een oplossing.

Het bestuur neemt vervolgens twee besluiten:

  1. opzegging van het lidmaatschap van de zoon per einde van het seizoen
  2. verlenging van de afkoelingsperiode van de vader tot het einde van het seizoen.

Kort geding

De vader (en zijn zoon) legt zich niet bij de besluiten neer en start een kort geding waarin hij (simpel gezegd) vordert dat aan beide besluiten geen uitvoering mag worden gegeven. Uit de stellingen van de vader blijkt mijns inziens wel dat hij te fanatiek is (geweest). Hij stelt bijvoorbeeld dat hij als voormalig trainer het team van zijn zoon (nogmaals: leeftijd acht jaar) “tot het niveau heeft gebracht waar ze nu zijn”.

Toch stelt de voorzieningenrechter de vader in het gelijk en valt dit (juridisch) te begrijpen. De voorzieningenrechter overweegt onder andere dat de zoon (het feitelijke lid van de vereniging) zich niet heeft misdragen en vriendjes heeft gemaakt in het team. Daarnaast is het ook van belang dat de vader zich aan de verboden heeft gehouden en de voetbalvereniging dus ook had kunnen volstaan met (indien nodig) nieuwe verboden. De voetbalvereniging heeft nog aangevoerd dat dit laatste ingrijpt in de ouder-kind relatie en daardoor niet wenselijk is. De voorzieningenrecht is het hiermee eens, maar geeft aan dat het aan de ouders is om hierover een beslissing te nemen.

Resultaat: de voetbalvereniging moet bijna € 2.500 aan proceskosten betalen (waarin haar eigen advocaatkosten niet zijn inbegrepen) en de zoon blijft lid.

Hoe dus wel te handelen?

Bij wangedrag van ouders langs de lijn kan dus enkel als laatst mogelijke maatregel overgegaan worden tot de opzegging van het lidmaatschap van het kind. Indien minder vergaande maatregelen niet eerst zijn genomen, kan de opzegging worden teruggedraaid door de rechter met een veroordeling van de vereniging in de proceskosten. Ontzetting is sowieso geen optie.

Een sportvereniging kan bij wangedrag van een ouder in ieder geval de volgende stappen nemen:

  1. de ouder moet schriftelijk worden gewaarschuwd. Hierbij dient ook aangegeven te worden welke consequentie verbonden is aan het nogmaals in de fout gaan;
  2. gaat de ouder toch weer in de fout, dan dient dit schriftelijk aan de ouder kenbaar gemaakt te worden en kan een afkoelingsperiode (gebieds-/contactverbod) worden opgelegd;
  3. indien de ouder zich gedurende de afkoelingsperiode niet aan de afspraken houdt en er geen andere minder vergaande maatregelen denkbaar zijn, dan kan het lidmaatschap van het kind worden opgezegd en houdt dit mogelijk stand bij een rechter;
  4. indien de ouder zich gedurende de afkoelingsperiode aan de afspraken houdt, dient de vereniging na afloop in gesprek te gaan met de ouder om te bekijken of er een oplossing mogelijk is;
  5. is een oplossing niet mogelijk en acht de vereniging de kans op herhaling te groot, dan kan er wederom een gebieds-/contactverbod worden opgelegd (motiveer dit goed). Zolang het verbod wordt nageleefd, kan het lidmaatschap van het kind niet worden opgezegd. Hoewel de situatie niet ideaal is, is het dus aan de ouders om eventueel de overstap te maken naar een andere vereniging;
  6. wordt het gebieds-/contactverbod niet in acht genomen, dan kan het lidmaatschap van het kind worden opgezegd en houdt dit waarschijnlijk stand bij een rechter omdat er geen andere mogelijkheid meer was.

Vragen naar aanleiding van deze blog? Neem dan gerust contact met mij op.