• Home |
  • Kennis |
  • Update minister: Werkgevers, beëindig slapende dienstverbanden vóór 31-12-2019!

Update minister: Werkgevers, beëindig slapende dienstverbanden vóór 31-12-2019!

Update minister

De minister van sociale zaken heeft een duidelijk advies uitgebracht aan werkgevers om slapende dienstverbanden te beëindigen voor 31-12-2019 om zodoende de hoge compensatie voor de transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid te behouden.

Dit in navolging op ons vorige week verschenen blog over de compensatie bij langdurige arbeidsongeschiktheid met dezelfde strekking. Hieronder staat nogmaals het artikel, met daarin het advies van de minister van sociale zaken verwerkt.

Compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid

Werkgevers opgelet! Door de uitspraak van de hoge raad in het Xella arrest van 8 november 2019 en de brief van de minister van sociale zaken Koolmees aan de tweede kamer van vrijdag 13 december jl doet u er verstandig aan voor 31 december 2019 te controleren of er in uw organisatie slapende dienstverbanden zijn(>104 weken arbeidsongeschikten waarvan het dienstverband nog niet is beëindigd)

Het uitstellen van de beëindiging van het dienstverband, tot na 1 januari 2020, kan in bepaalde situaties grote financiële gevolgen hebben. .

Hieronder wordt uitgelegd waarop gecontroleerd dient te worden en wat de gevolgen kunnen zijn indien u niet voor 1 januari aanstaande in actie komt.

Toelichting: Xella arrest 8 november 2019

8 november jl. oordeelde de Hoge Raad dat een werkgever in beginsel dient in te stemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van een ‘slapend dienstverband’. Hiermee wordt bedoeld het dienstverband met een werknemer die langer dan 104 weken arbeidsongeschikt is.

Daarbij dient de werkgever aan de arbeidsongeschikte werknemer een transitievergoeding toe te kennen die wordt berekend per de datum waarop de werknemer 104 weken ziek was.

Hoofdlijnen compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid

Met ingang van 1 april 2020 kan de werkgever compensatie vragen voor het betalen van de transitievergoeding aan een langdurige arbeidsongeschikte werknemer bij het beëindigen van het dienstverband wegens die langdurige arbeidsongeschiktheid (terug te vinden in artikel 7:673e BW en de daarbij behorende ‘Regeling compensatie transitievergoeding’).

Het bedrag voor de transitievergoeding dat de werkgever terug kan vragen  (op grond van de Wet Compensatie Transitievergoeding) kan echter lager zijn dan de te berekenen transitievergoeding per de datum voltooiing 104 weken.

Voor deze vergoeding zal het UWV gezien de mededeling van minister Koolmees uitgaan van de van de datum waarop de arbeidsovereenkomst is opgezegd. Dit betekent dat indien de beëindigingshandeling in 2020 ligt, slechts de transitievergoeding wordt vergoed die berekend wordt volgens de nieuwe rekenmethode. Deze berekening valt mogelijk aanzienlijk lager uit dan de WWZ transitievergoeding: verschillen kunnen ontstaan van tienduizenden euro’s.

Update: De minister heeft op 13 december geschreven dat een beëindigingsovereenkomst gesloten in 2019 met een einddatum in 2020 volgens de rekenmethode van 2019 zal worden afgewikkeld. De minister heeft ook bevestigd dat het UWV ook Xella-vergoedingen (beëindigingen op verzoek van de werknemer) zal compenseren. Het overgangsrecht voor de compensatie wordt echter niet aangepast. Hierdoor zal UWV voor slapende dienstverbanden die na 1 januari 2020 worden beëindigt de transitievergoeding compenseren aan de hand van de nieuwe lagere rekenmethode, ook als het einde van de 104-weken-wachttijd voor 2020 is gelegen en de oude/hoge transitievergoeding verschuldigd is.

Het is daarom voor een werkgever van belang om actie in actie te komen zodat het dienstverband nog in 2019 wordt beëindigt, ook al ligt de einddatum in 2020.

In nagenoeg alle gevallen van beëindiging kan de werkgever een beroep doen op de compensatie zowel bij opzegging of ontbinding, bij een einde van rechtswege, alsook in het geval de overeenkomst met wederzijds goedvinden wordt beëindigd. Voorwaarde daarbij is dat duidelijk moet zijn dat de reden van de beëindiging en daarmee van de betaling van de transitievergoeding plaatsvindt wegens de langdurige arbeidsongeschiktheid. De werkgever zal daartoe gegevens moeten verstrekken waarmee de werkgever kan bewijzen dat sprake is van beëindiging wegens of ten tijde van langdurige arbeidsongeschiktheid, de arbeidsovereenkomst en loongegevens en informatie over de transitievergoeding. Op de site van de UWV is gedetailleerde informatie te vinden over de benodigde stukken.

Voorfinanciering

Vooralsnog zullen werkgevers de te betalen transitievergoeding eerst moeten voorfinancieren, alvorens zij op 1 april 2020 een aanvraag kunnen indienen ter compensatie. Wachten met de beëindiging tot de inwerkingtreding van de Compensatieregeling kan financieel nadelig zijn voor de werkgever.

Tijdige indiening aanvraag voor compensatie

De compensatie voor de zogenaamde “oude gevallen” (beëindiging na 1 juli 2015 en voor 1 april 2020) moet uiterlijk 30 september 2020 bij het UWV worden aangevraagd. Daarbij is van belang dat de volledige transitievergoeding vóór 1 april 2020 aan de werknemer is betaald dat wil zeggen bijschrijving op de rekening van werknemer. De werkgever zal dit met betalingsbewijzen moeten onderbouwen.

Voor de nieuwe gevallen (beëindiging na 1 april 2020) is bepaald dat de aanvraag voor compensatie binnen zes maanden na volledige betaling moet zijn ingediend.

Maximering in geld

De compensatie zou volgens de regeling niet meer bedragen dan het door de werkgever op basis van de arbeidsovereenkomst betaalde loon (in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964) over de periode van twee jaar arbeidsongeschiktheid.Ligt het betaalde loon over de twee jaar arbeidsongeschiktheid lager dan de te betalen transitievergoeding, dan wordt het laagste bedrag als compensatie toegekend. Bedraagt bijvoorbeeld de transitievergoeding € 81.000,00 en is de loondoorbetaling feitelijk lager, bijvoorbeeld € 69.000,00, dan wordt de betaalde transitievergoeding tot een bedrag van € 69.000,00 gecompenseerd.

De minister heeft nu gezegd dat deze ‘brutoloon’-voorwaarde in de compensatieregeling alsnog NIET per 1-4-2020 in werking treden (in geval van vervroegde IVA, vangnetters, loonsubsidies, etc.).

Bij slapende arbeidsovereenkomsten dient de werkgever de afweging maken tussen enerzijds beëindigen van de overeenkomst al dan niet vóór 2020, rekening houdende met voorfinanciering van de transitievergoeding en anderzijds laten doorlopen van de slapende overeenkomst, waarbij de te betalen transitievergoeding in ieder geval niet verder oploopt omdat de opbouw stopt op het moment van 104 weken arbeidsongeschiktheid (of zo veel later als een eventuele loonsanctie loopt).

Advies

Eerder was werkgevers  al geadviseerd  tijdig  te controleren of zij na 1 juli 2015 de arbeidsovereenkomst met een arbeidsongeschikte werknemer hebben beëindigd en een (transitie-)vergoeding hebben toegekend want na 30 september 2020 is compensatie van deze oude gevallen niet meer mogelijk.

In het geval van een slapend dienstverband waarin de 104 weken arbeidsongeschiktheid voor 1 januari 2020 zijn voltooid, en vooral wanneer het gaat om een werknemer die op het moment van de voltooiing van de 104 weken 50 is of ouder en waarvan de arbeidsovereenkomst tenminste 120 maanden heeft geduurd maar ook in de overige gevallen, doet de werkgever er goed aan om te streven naar beëindiging van de slapende arbeidsovereenkomst onder toekenning van de transitievergoeding onder de WWZ rekenmethode en wel vóór 1 januari 2020, waarbij de einddatum echter in 2020 mag liggen. 

Controleer dus zo snel mogelijk of er nog slapende dienstverbanden zijn en bereken of het nadelig zou kunnen zijn om te wachten met beëindiging.

Uiteraard kunnen wij ondersteunen bij de berekening en adviseren over de stappen die het best ondernomen kunnen worden. Telefonisch ben ik bereikbaar via 024 – 382 83 30 of via de e-mail l.rutten@hekkelman.nl.