• Home |
  • Kennis |
  • Kamerbrief Aanvullingsbesluit grondeigendom: uitbreiding mogelijkheden contracteren over financiële bijdragen

Kamerbrief Aanvullingsbesluit grondeigendom: uitbreiding mogelijkheden contracteren over financiële bijdragen

Aanvullingsbesluit grondeigendom

Tijdens het algemeen overleg met de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van 15 januari 2020 is in het kader van de voorhangprocedure het ontwerp voor het Aanvullingsbesluit grondeigendom Omgevingswet aan de orde geweest.

In de kamerbrief van 3 februari 2020 (Kamerstukken II 2019-2020, 35 133, nr. 39) gaat de minister in op het voornemen om het Aanvullingsbesluit zo aan te passen, dat de mogelijkheid om privaatrechtelijk te kunnen contracteren over financiële bijdragen beter aansluit bij de gegroeide praktijk. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de wens van de Tweede Kamer tot uitbreiding van de mogelijkheden voor overheden om te kunnen contracteren over financiële bijdragen.

Financiële bijdragen aan nieuwe ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving

Artikel 13.22 van het wetsvoorstel Aanvullingswet grondeigendom biedt de mogelijkheid om privaatrechtelijk te contracteren over financiële bijdragen aan nieuwe ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving.

Artikel 8.20 van het Omgevingsbesluit (zoals dat wordt gewijzigd via het ontwerp voor het Aanvullingsbesluit) wijst de activiteiten aan waarover kan worden gecontracteerd. Kort gezegd kan op grond hiervan worden gecontracteerd over de bouw van nieuwe gebouwen of verbouwingen van bestaande gebouwen (met een bepaalde omvang).

Waarom een uitbreiding van de mogelijkheden?

Na het Algemeen Overleg van 15 januari 2020 is overleg gevoerd met de VNG en het IPO over uitbreiding van de mogelijkheid tot privaatrechtelijk contracteren. De VNG en het IPO zetten in op voortzetting van de bestaande praktijk zoals die is gegroeid onder de Wro.

Als uitbreiding van de activiteiten denken zij aan het realiseren van agrarische voorzieningen zoals:
• folie- of tunnelkassen;
• het realiseren van energie-infrastructuur zoals zonne-akkers en windparken;
• het gebruiken van gronden voor de opslag van goederen, parkeer- of evenemententerreinen;
• het gebruik van recreatiewoningen voor permanente bewoning.

De achterliggende gedachte

De achterliggende gedachte achter de regeling is als volgt. Het komt voor dat voor het inpassen van de hiervoor genoemde activiteiten in de fysieke leefomgeving elders voorzieningen worden getroffen, bijvoorbeeld de aanleg van groenvoorzieningen, ondersteunende infrastructuur of de aanleg van een waterberging.

Bij voorkeur worden deze voorzieningen door de initiatiefnemer zelf gerealiseerd. Als de initiatiefnemer niet in staat is om de voorziening te treffen, dan hebben overheden behoefte aan de mogelijkheid om met de initiatiefnemer afspraken te kunnen maken over een bijdrage in de financiering van de voorziening. Het gaat dan om activiteiten waarin het geldende omgevingsplan nog niet voorziet.

Uitbreiding mogelijkheden

De minister geeft aan dat zij bereid is om tegemoet te komen aan de wens van de Tweede Kamer tot uitbreiding van de mogelijkheid om privaatrechtelijk te contracteren. Daarbij wordt de uitbreiding afgebakend tot de activiteiten die de VNG en het IPO tijdens het overleg van 15 januari 2020 hebben genoemd.

De huidige grondslag om te contracteren over een financiële bijdrage is beperkt tot de Wet ruimtelijke ordening. Die wet heeft een kleiner toepassingsbereik dan de Omgevingswet. Het opnemen van een open grondslag voor het contracteren over financiële bijdragen in de Omgevingswet zou een aanzienlijke verruiming betekenen ten opzichte van de huidige regeling in de Wet ruimtelijke ordening.

Voor welke activiteiten geldt de uitgebreide mogelijkheid?

Concreet gaat het om de volgende activiteiten waarvoor de mogelijkheid voor overheden om te contracteren over financiële bijdragen wordt uitgebreid:

1. het bouwen van een nieuw bouwwerk (geen gebouw zijnde) voor:

  • land– of tuinbouw met een oppervlakte van ten minste 100 m2;
  • opwekking of winning, omzetting of transport van energie of
    gasvormige, vloeibare of vaste stoffen als energiedrager;
  • infrastructuur voor weg-, water-, rail- en telecomverbindingen met
    een nog nader te bepalen omvang;
  • handelsreclame;
  • recreatie.

2. het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen (dat niet gepaard gaat met verbouwingen), met een omvang van tenminste 1500 m2 brutovloeroppervlakte.
3. het wijzigen van het gebruik van gronden, met een grondoppervlakte van ten minste 1000 m2.
4. het gebruik van bestaande recreatiewoningen voor permanente bewoning.

Tot slot

De VNG en het IPO hebben aangegeven dat zij met deze uitbreiding kunnen instemmen. Ook op deze uitbreiding is het regime van toepassing, zoals dat in artikel 13.22 van het wetsvoorstel voor de Aanvullingswet grondeigendom is opgenomen.

De mogelijkheden om op grond van artikel 13.22 van de Omgevingswet privaatrechtelijk te contracteren over financiële bijdragen aan nieuwe ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving, zal ook onderdeel zijn van de monitoring en evaluatie van de Omgevingswet.

Vragen?

Heb je vragen over de Aanvullingswet grondeigendom en bijbehorende regelgeving? Neem dan contact op met Marie-Anna Bullens of Chantal van Mil.