Verjaring: wanneer is sprake van bezit?

Verjaring

Voor zowel verkrijgende als bevrijdende verjaring geldt het vereiste van ‘bezit’. Wanneer is er sprake van bezit en wanneer niet? Gelden er vuistregels? Wat zegt de rechtspraak hierover? In deze blog geef ik antwoord op deze vragen.

Bezit versus houderschap

Bezit is het houden van een goed voor jezelf (3:107 lid 1 BW). De tegenhanger van bezit is houderschap. Houderschap is het houden van een goed voor een ander (artikel 3:107 lid 4 BW). Voorbeelden hiervan zijn huur en bruikleen. Of sprake is van bezit of houderschap wordt naar verkeersopvattingen beoordeeld op grond van de uiterlijke feiten (artikel 3:108 BW).

Geen vuistregels

Er zijn helaas geen vuistregels te geven wanneer wel en wanneer geen sprake is van bezit. Er moet steeds gekeken worden naar alle omstandigheden van het geval. Het is dus niet zo dat het plaatsen van een tuinhekje van vijftig centimeter niet als een bezitsdaad kwalificeert en het plaatsen van een tuinhekje van één meter wel.

Lijn in de rechtspraak

In de rechtspraak is wel een lijn zichtbaar.

Enkele op zichzelf staande bezitsdaden niet genoeg

Allereerst is duidelijk dat enkele op zichzelf staande bezitsdaden niet genoeg zijn. Er moet sprake zijn van zodanige bezitsdaden waardoor het bezit van de eigenaar wordt beëindigd. Het af en toe parkeren van je fiets in de voortuin van je buurman kwalificeert dus niet als een bezitsdaad. Hetzelfde geldt voor het frequent op en neer rijden met een auto over het perceel van een ander en het parkeren van die auto op dat perceel.

Bezit moet kenbaar en ondubbelzinnig zijn

Ten tweede is duidelijk dat het bezit kenbaar en ondubbelzinnig moet zijn. Dat wil zeggen dat de bezitter zich zodanig moet gedragen dat de eigenaar van het perceel moet begrijpen dat de bezitter zich als eigenaar van het perceel beschouwt. Lange tijd werd gedacht dat de eigenaar niet hoeft te begrijpen dat de bezitter zich als eigenaar beschouwt wanneer de bezitsdaden kunnen wijzen op houderschap.

De Hoge Raad heeft op 18 september 2015 duidelijk gemaakt dat dit niet klopt. Steeds moet worden bekeken of de eigenaar mocht aannemen dat sprake was van huur of een ander gebruiksrecht.

Toch zie je dat dit nog niet bij alle (lagere) rechters bekend is. Een voorbeeld daarvan is de uitspraak van het hof Arnhem-Leeuwarden van 13 november 2018, waarin het hof oordeelde dat er geen sprake was van bezit omdat de bezitsdaden ook door een pachter, gebruiker en huurder (lees: een houder) hadden kunnen worden verricht.

Er is niet snel sprake van bezit

Ook staat vast dat er niet snel sprake is van bezit. Zo oordeelde de Hoge Raad in een zaak waarbij een (rechts)persoon een schutting had aangebracht en het perceel had ingericht als tuin (door het perceel op te ruimen, gras te zaaien, bomen te planten, bielzen te plaatsen en later een deel van het gras te vervangen door stoeptegels) dat er geen sprake was van bezit. De belangrijkste reden daarvoor was dat de eigenaar nog altijd toegang had tot het perceel via een toegangsdeur.

Wat geldt dan wel als een bezitsdaad?

Duidelijk is dat als alleen de bezitter nog toegang heeft tot het perceel en de eigenaar het perceel dus niet meer kan betreden, de kans groot is dat bezit wordt aangenomen. Als de eigenaar het perceel nog wel kan betreden, wordt geen bezit aangenomen.

Ook als het perceel een geheel vormt met het perceel van de bezitter, denk bijvoorbeeld aan een groenstrook van een gemeente die bij een tuin wordt getrokken, en ook als één geheel is ingericht en wordt gebruikt, wordt bezit vaak aangenomen.

Daarnaast lijkt steeds meer belang gehecht te worden aan het optreden van de eigenaar. Als vast komt te staan dat de eigenaar wist dat het perceel werd gebruikt door de bezitter, maar daartegen niet heeft opgetreden, wordt bezit steeds vaker aangenomen.

Rechtspraak is zeer wisselend

Met name de lagere rechtspraak is zeer wisselend. Het nadeel hiervan is dat het lastig is om te voorspellen wat de uitkomst van een procedure zal zijn. Het voordeel is dat je (bijna) altijd wel rechtspraak kunt vinden die jouw standpunt onderschrijft.

Vragen over verjaring?

Dit artikel is geschreven door Anne van Wijk-Driessen. Heb je een vraag over verjaring? Neem dan vrijblijvend contact met me op.

Stel je vragen aan onze specialisten

“Neem contact met mij op en ontvang antwoord op jouw vragen. Ik ben bereikbaar per mail of telefoon.”
Afbeelding voor Stel je vragen aan onze specialisten