• Home |
  • Kennis |
  • Langverwachte verruiming sluitingsbevoegdheid artikel 13b Opiumwet treedt 1 januari 2019 in werking

Langverwachte verruiming sluitingsbevoegdheid artikel 13b Opiumwet treedt 1 januari 2019 in werking

verruiming sluitingsbevoegdheid

Op 11 december 2018 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Opiumwet (verruiming sluitingsbevoegdheid) aangenomen. Het gewijzigde artikel 13b Opiumwet zal waarschijnlijk op 1 januari 2019 in werking treden.

Wat wijzigt er ook alweer?

In mijn blog van 12 september 2016 ben al ingegaan op het wetsvoorstel (kamerstuknummer 34 763), dat een verruiming bevat van de bevoegdheid van de burgemeester om woningen en lokalen te sluiten, op grond van artikel 13b Opiumwet. Bestaat de bevoegdheid op grond van de huidige redactie van artikel 13b Opiumwet in beginsel alleen als daadwerkelijk een handelshoeveelheid drugs in een woning of lokaal aanwezig is, per 1 januari 2019 kunnen ook strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot handel in en productie van drugs de sluitingsbevoegdheid scheppen.

Voorbereidingshandelingen

Van voorbereidingshandelingen kan volgens het nieuwe artikel 13b Opiumwet alleen sprake zijn bij het voorhanden hebben van bepaalde voorwerpen of stoffen die, vanwege de aard en hoeveelheid of gezien de onderlinge combinatie, geschikt zijn om harddrugs te vervaardigen of voor grootschalige hennepteelt. Op zijn minst moeten de voorwerpen of stoffen het ernstige vermoeden rechtvaardigen dat zij daarvoor bestemd zijn. Onvoldoende om als voorbereidingshandeling te kwalificeren, is het aantreffen van (uitsluitend) vervoermiddelen, gelden of andere betaalmiddelen.

Nieuwe redactie artikel 13b Opiumwet

Artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet komt als volgt te luiden: 1. De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in een woning of lokaal of op een daarbij behorend erf: a. een middel als bedoeld in lijst I of II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is; b. een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, of artikel 11a voorhanden is. Deze redactie is ten opzichte van de consultatieversie enigszins gewijzigd. Aan onderdeel a is de zinsnede “dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid” toegevoegd. Daarmee wordt tot uitdrukking gebracht dat niet alleen het aantreffen van middelen als genoemd in de lijsten I en II van de Opiumwet aanleiding kan geven tot toepassing van artikel 13b Opiumwet, maar ook middelen die zijn aangewezen bij ministeriële regeling krachtens artikel 3a lid 5 Opiumwet, vooruitlopend op plaatsing op deze lijsten. Mocht je vragen hebben of tegen problemen aanlopen die betrekking hebben op artikel 13b Opiumwet dan kun je contact met mij opnemen.