Soortenbescherming: de Rode Lijst

Soortenbescherming

Recent is de Rode Lijst voor zoogdieren gewijzigd. Diverse soorten zijn toegevoegd aan de Rode Lijst. Andere soorten zijn juist van de Rode Lijst afgehaald.

De haas en het konijn zijn toegevoegd aan de categorie ‘Gevoelig’. Ook de bunzing is toegevoegd aan de Rode Lijst in de categorie ‘Kwetsbaar’. De hermelijn stond al op de Rode Lijst, maar is van de status ‘Gevoelig’ naar de status ‘Kwetsbaar’ gegaan.

Met andere soorten gaat het juist goed. Een aantal van die soorten is daarom van de Rode Lijst afgehaald. De bruinvis, de gewone zeehond, de grijze zeehond, de otter, de bever en de boommarter zijn niet langer op de Rode Lijst te vinden.

Maar wat zijn de praktische consequenties van de (gewijzigde) Rode Lijst?

Achtergrond Rode Lijst

Naast de algemene zorgplicht (artikel 1.11 Wnb) bevat de Wet natuurbescherming voor de bescherming van soorten drie verschillende beschermingsregimes.

  • In artikel 3.1 Wnb is het beschermingsregime opgenomen voor soorten die zijn beschermd op grond van de Vogelrichtlijn (artikel 1 Vrl).
  • Artikel 3.5 Wnb bevat het beschermingsregime voor soorten die worden beschermd op grond van (bijlage IV van) de Habitatrichtlijn (en de verdragen van Bern en Bonn).
  • Tot slot biedt artikel 3.10 Wnb een beschermingsregime voor overige (nationale) soorten.

Naast bovengenoemde beschermingsregimes is Nederland op grond van internationale regelgeving tevens verplicht om aandacht te besteden aan soorten die met uitsterven worden bedreigd of kwetsbaar zijn, ook als die niet specifiek worden beschermd door de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Dit volgt (onder meer) uit de artikelen 1 en 3 van het Verdrag van Bern.

Tegen die achtergrond heeft Nederland ervoor gekozen om lijsten vast te stellen van deze met uitsterven bedreigde en kwetsbare soorten, zodat daar in het beleid door de verschillende overheden en natuurbeheerders rekening mee kan worden gehouden. De Rode Lijsten hebben via de AMvB Besluit Rode Lijsten flora en fauna een wettelijke status gekregen (ter implementatie van de artikelen 1 en 3 van het Verdrag van Bern).

De Rode Lijsten flora en fauna omvatten verdwenen, ernstig bedreigde, bedreigde, kwetsbare en gevoelige planten en dieren in Nederland en zijn verdeeld over achttien soortgroepen. Zo bestaan er aparte lijsten voor bijvoorbeeld zoogdieren, vogels, bijen en vlinders. Deze lijsten worden periodiek vastgesteld aan de hand van twee criteria, te weten trend en zeldzaamheid.

Juridische betekenis Rode Lijst

De Rode Lijsten hebben op zichzelf géén juridische status. In die zin dat het voorkomen van een soort op de Rode Lijst niet betekent dat er speciale beschermende bepalingen van kracht zijn (ABRvS 19 februari 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AF4760, r.o. 2.3.4.1.). Wél hebben de Rode Lijsten een belangrijke signaleringsfunctie voor het beleid. De Rode Lijsten worden gebruikt als indicatie voor de staat van de natuur en kunnen voor specifieke soorten op deze lijst van invloed zijn op het ten aanzien van die soorten te voeren beschermingsbeleid.

Zo moeten de Rode Lijsten ingevolge artikel 1.5 lid 3 sub a en lid 4 Wnb onderdeel uitmaken van de natuurvisie. Daarnaast vereist artikel 1.12 Wnb van provincies dat zij de nodige maatregelen nemen voor het behoud en herstel van soorten op de Rode Lijsten. Voor soorten die op de Rode Lijst zijn geplaatst geldt bijvoorbeeld een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen. Hierbij valt te denken aan het verbeteren van hun leefgebieden.

Ook in het kader van het Natuurnetwerk Nederland (voorheen Ecologische Hoofdstructuur) spelen de Rode Lijstsoorten een rol. Het eerste lid van artikel 1.12 Wnb maakt helder dat het netwerk onder meer van belang wordt geacht voor het in een gunstige staat van instandhouding brengen van Europees en internationaal beschermde soorten en habitats én Rode Lijstsoorten. Dit wordt ook benadrukt in de Nota van Wijzigingen waarin staat dat het netwerk een belangrijke rol speelt in het actieve soortenbeleid.

Bovendien kunnen de Rode Lijsten ook van invloed zijn bij het maken van uitzonderingen op de verboden handelingen die gelden in het kader van de eerder genoemde beschermingsregimes uit de Wnb. Voor het maken van dergelijke uitzonderingen geldt immers de voorwaarde dat geen verslechtering van de staat van instandhouding van de betreffende soort mag plaatsvinden. De Rode Lijsten geven een indicatie over de staat van instandhouding van de daarop opgenomen soorten. Wanneer het goed met een soort gaat, zal deze niet worden opgenomen op de Rode Lijst c.q. van de Rode Lijst worden afgehaald. Daartegenover staat, hoe zwaarder de beschermingsstatus die aan de soort is toegekend, hoe kwetsbaarder de soort zal zijn en des te eerder de (gunstige) staat van instandhouding in het geding zal komen.

De Rode Lijst en artikel 3.10 Wnb

Wat ook interessant is, is de relatie tussen de Rode Lijsten en het beschermingsregime van artikel 3.10 Wnb. Dit artikel voorziet in een beschermingsregime voor soorten die niet zijn beschermd op grond van de Vogelrichtlijn en/of de Habitatrichtlijn. Uit de Memorie van Toelichting bij de Wet natuurbescherming volgt dat plaatsing op de Rode Lijst van bedreigde of ernstig bedreigde soorten, ertoe kan leiden dat de betreffende soorten op de bijlage onder onderdeel A (dieren) of onderdeel B (planten) van de Wnb worden geplaatst.

In praktijk zijn echter lang niet alle soorten op de Rode Lijst ook beschermd onder het regime van artikel 3.10 Wnb. Een mooi voorbeeld is de Rode Lijst voor bijen. Alhoewel het Besluit Rode Lijsten flora en fauna een lange lijst met soorten bijen bevat, vallen bijen niet onder het beschermingsregime van artikel 3.10 Wnb (of het beschermingsregime van de Habitatrichtlijn). Ook voor de Rode Lijst voor zoogdieren geldt dat deze niet één op één is overgenomen in de bijlage van de Wnb.

De plaatsing van een soort op de Rode Lijst heeft niet direct tot gevolg dat voor deze soorten het beschermingsregime van artikel 3.10 Wnb gaat gelden. Hetzelfde geldt voor het schrappen van soorten van de Rode Lijsten. In beide gevallen is daarvoor een formele wijziging van (de bijlage van) de Wnb vereist.

Met de laatste wijziging van de Rode Lijst voor zoogdieren zijn bijvoorbeeld de gewone zeehond en de grijze zeehond van de lijst afgehaald. Beide soorten staan echter nog wel genoemd onder onderdeel a van de bijlage van de Wnb. Hoewel de beide zeehondensoorten niet langer op de Rode Lijst voorkomen, genieten zij dus nog wel bescherming van artikel 3.10 Wnb. Voor de bruinvis en de otter, die ook niet langer op de Rode Lijst vermeld staan, geldt zelfs dat deze zijn genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en vallen onder het beschermingsregime van artikel 3.5 Wnb.

Conclusie

De Rode Lijst heeft op zichzelf géén juridische status. In die zin dat plaatsing van soorten op de Rode Lijst niet direct tot gevolg heeft dat er ten aanzien van die soorten bepaalde beschermende bepalingen van kracht zijn. Een wijziging van de Rode Lijst heeft juridisch gezien dan ook geen (praktische) consequenties.

Heb je vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Anne Tuqan of Heino Witbreuk.