• Home |
  • Kennis |
  • Het boetebeding: financiële prikkel of schadevergoeding?

Het boetebeding: financiële prikkel of schadevergoeding?

boetebeding

In contracten komt meer dan eens een boetebeding voor. Dit is een bepaling in het contract waarin partijen afspreken dat er een boete verschuldigd is wanneer verplichtingen niet worden nagekomen.

De vraag of de inroeping van een boete en de hoogte van het bedrag terecht is, zorgt regelmatig voor discussie. Wat als afspraken niet worden nagekomen? En kan de wederpartij zomaar aanspraak maken op zo’n boete?

In deze blog bespreken wij het nut van een boetebeding. Wat zijn de gevolgen van een beroep op een boetebeding? En wat er gebeurt als een van de partijen de boete achteraf te hoog vindt? Tot slot behandelen wij aan de hand van een procedure bij het gerechtshof Amsterdam de vraag of naast de boete ook schadevergoeding verschuldigd kan zijn.

Wat is een boetebeding?

Een boetebeding is een beding waarbij is bepaald dat de schuldenaar een geldsom of andere prestatie moet voldoen indien hij tekortschiet in de nakoming van zijn verbintenis (artikel 6:91 BW). Voor een boetebeding gelden in principe geen vormvoorschriften. Het is ook toegestaan om een boetebeding op te nemen in de algemene voorwaarden.

Welke functie heeft een boetebeding?

Een boetebeding kan twee verschillende functies hebben. Allereerst kan het beding fungeren als prikkel tot nakoming en daarnaast als fixatie van de schadevergoeding.

Prikkel tot nakoming

Een boetebeding vormt een aansporing tot nakoming van contractuele verplichting(en). Als een partij een contractuele verplichting niet nakomt, kan hij worden geconfronteerd met een financiële sanctie: de boete.

Fixatie schadevergoeding

Naast de financiële prikkel wordt in een boetebeding de schade gefixeerd. Partijen kunnen bijvoorbeeld overeenkomen dat een partij bij te late overdracht van een onroerende zaak een boete van €500,00 per dag verbeurt.

Voor een succesvol beroep op een boetebeding is overigens niet noodzakelijk dat er daadwerkelijk sprake is van schade door de tekortkoming. De partij die schade ondervindt hoeft dan ook niet te bewijzen dat hij door de late levering schade leidt en wat schade is. In het boetebeding zijn de rechtsgevolgen al vastgelegd, juist om bewijsperikelen omtrent de schade te voorkomen.

Maakt het uit welke functie de boete heeft?

In de wet is vastgelegd dat niet uitmaakt of een boetebeding strekt tot vergoeding van de schade of slechts tot aansporing om tot nakoming over te gaan (artikel 6:91 BW).

Het onderscheid kan wel naar voren komen als partijen bijvoorbeeld hebben afgesproken dat naast de boete volledige schadevergoeding kan worden gevorderd. Daar gaan wij hierna nog op in.

Wat zijn de gevolgen van een beroep op een boetebeding?

Als een van de partijen zich op het boetebeding beroept, vordert hij betaling van de boete door de wederpartij. Wij bespreken enkele relevante gevolgen hiervan.

Boete treedt in plaats van wettelijke schadevergoeding

Door het inroepen van een boetebeding treedt de boete in de plaats van de schadevergoeding, die op grond van de wet is verschuldigd (artikel 6:92 lid 2 BW). Dat betekent dat het uitgangspunt is dat een boete en schadevergoeding op grond van de wet niet kunnen cumuleren. De schuldenaar is dan alleen de boete verschuldigd.

Cumulatie mogelijk als partijen dat afspreken

Dit uitgangspunt is van regelend recht. Partijen kunnen hiervan afwijken en bijvoorbeeld overeenkomen dat ook (aanvullende of volledige) schadevergoeding verschuldigd is. Als partijen afspreken dat naast een boete volledige schadevergoeding kan worden gevorderd, heeft de boete alleen de functie om nakoming te prikkelen.

Geen invloed op ontbindingsmogelijkheid

Belangrijk om op te merken is dat inroeping van het boetebeding geen invloed heeft op de bevoegdheid om een overeenkomst te ontbinden (artikel 6:265 BW). De ontbindingsmogelijkheid blijft bestaan, of er nu wel of geen aanspraak op de boete wordt gemaakt.

Kan een boete achteraf gematigd worden?

Als de schuldenaar vindt dat de boete te hoog is nadat deze door de wederpartij is ingeroepen, kan hij de rechter verzoeken om de boete te matigen.

Matiging van de boete is volgens de wet alleen toegestaan indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist (artikel 6:94 BW). Dat betekent dat toepassing van het boetebeding in de omstandigheden van het geval zou leiden tot een buitensporig en onaanvaardbaar resultaat.

Vaste rechtspraak over matiging van de boete

Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad (Intrahof/Bart Smit) volgt dat de rechter bij matiging van de boete moet letten op:

  • de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete;
  • de aard van de overeenkomst;
  • de inhoud en strekking van het boetebeding;
  • de omstandigheden waaronder het boetebeding is ingeroepen.

Tip: maximeer de boete!

Matiging van de boete kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als de boete geen bovengrens kent. De boete kan dan onbeperkt oplopen en dat kan onredelijk zijn. Ons advies is daarom om een maximale hoogte van de boete vast te stellen.

Uitspraak: is afwijking van artikel 6:92 BW overeengekomen?

De afspraken tussen partijen moeten duidelijk zijn vastgelegd om discussie te voorkomen. Die discussie ontstond echter wel in de casus die ten grondslag ligt aan de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam. Deze discussie ging over de vraag of de boete al dan niet in plaats treedt van schadevergoeding (zoals is bepaald in artikel 6:92 BW) of dat partijen afwijking van artikel 6:92 BW overeengekomen zijn.

Wat was er aan de hand?

Partijen hebben een koopovereenkomst gesloten voor vijf percelen grond. Na het sluiten van de koopovereenkomst zijn tweemaal nadere afspraken vastgelegd in een aanvullende overeenkomst. De koopovereenkomst wordt uiteindelijk ontbonden wegens een tekortkoming die is gelegen in het uitblijven van de levering door de verkoper. De verkopers zijn gehouden om aan de kopers de schade te vergoeden die de kopers hebben geleden door de ontbinding.

Standpunt van de verkopers

De verkopers stellen zich op het standpunt dat zij de verschuldigde schadevergoeding al hebben voldaan doordat zij de overeengekomen boete van €260.000,00 hebben betaald. Dit bedrag hebben de verkopers als waarborgsom betaald. Overeengekomen was dat de kopers dit bedrag als boete mogen toe-eigenen als de leveringsverplichting niet is nagekomen.

Verweer van de kopers

De kopers voeren verweer. Zij betogen dat de overeengekomen boete alleen betrekking had op vertraging van de levering. Volgens hen zag de boete dus op niet-nakoming van levering tegen de afgesproken datum  en niet op het geheel uitblijven van de levering. Voor het achterwege blijven van de levering willen zij nog schadevergoeding ontvangen.

Beoordeling door het hof met uitleg van het boetebeding

Het hof wijst allereerst op artikel 6:92 lid 2 BW: wat ingevolge een boetebeding verschuldigd is, treedt in beginsel in de plaats van schadevergoeding op grond van de wet. Of de partijen zijn afgeweken van artikel 6:92 BW, moet worden beoordeeld aan de hand van de Haviltex-maatstaf. Dat betekent dat dus niet alleen naar de taalkundige betekenis van tekst van de overeenkomst moet worden gekeken, maar ook naar de bedoeling van partijen en wat zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.

Boete ziet ook op situatie waarin geen overdracht plaatsvindt

Het hof concludeert dat partijen overeengekomen zijn dat de schuldenaars een boete van €260.000,00 verschuldigd zijn. De bewoordingen van het boetebeding duiden er volgens het hof op geen enkele manier op dat het bedrag is bedoeld als vergoeding van enkel de vertragingsschade door te late overdracht. Uit de bewoordingen van de bepalingen lijdt het hof juist af dat de boete ook de situatie omvat waarin in het geheel geen overdracht plaatsvindt.

Het hof kijkt ook naar andere contractsbepalingen

Het hof merkt in dit kader op dat voor een andere overeengekomen compensatie wel uitdrukkelijk de koppeling met vertragingsschade wordt gemaakt. Dat maakt het ontbreken van een dergelijke koppeling voor het boetebeding waarover partijen discussiëren volgens het hof veelzeggender. Daarnaast is over een voorkeursrecht opgenomen dat een algehele schadevergoeding kan worden gevorderd. Een dergelijk voorbehoud ontbreekt voor niet-nakoming van de leveringsverplichting. Omdat dit voorbehoud elders wel opgenomen is, duidt dit erop dat partijen niet de bedoeling hadden om dit ook overeen te komen bij niet-nakoming van de leveringsverplichting.

Daarnaast is overeengekomen dat het bedrag van €260.000,00 bij de overdracht in mindering zal worden gebracht op de koopprijs. Als het bedrag enkel was bedoeld als compensatie voor opgelopen vertraging, zou er volgens het hof geen grond zijn om het bedrag in mindering te brengen op de koopprijs bij uiteindelijke levering.

Conclusie en oordeel van het hof

Het hof komt tot de conclusie dat partijen met de koopovereenkomst en de bijbehorende aanvulling niet afgeweken zijn van hetgeen in artikel 6:92 BW is bepaald. De vordering is afgewezen.

Les voor de praktijk: leg een boetebeding zorgvuldig vast

Het verdient aanbeveling om een boetebeding zorgvuldig vast te leggen. Het is verstandig om altijd een maximale hoogte van de boete vast te leggen. Leg het ondubbelzinnig vast als partijen willen afwijken van artikel 6:92 BW. Door afspraken schriftelijk en bovenal duidelijk vast te liggen, kan discussie over tussen partijen worden voorkomen.

Vragen?

Heb je vragen over contracteren bij onroerend goed transacties of meer in het bijzonder over het boetebeding? Neem dan contact op met Stan Wannet of José Jochemsen-Vernooij. Wij kunnen je adviseren over de juridische houdbaarheid van een boetebeding of het redigeren van een boetebeding. Maar kunnen je ook bijstaan in een discussie over de uitleg van een boetebeding.

Stel je vragen aan onze specialisten

“Neem contact met mij op en ontvang antwoord op jouw vragen. Ik ben bereikbaar per mail of telefoon.”
Stan Wannet