• Home |
  • Kennis |
  • Boeterapport kan de conclusie dat de jonge toezichthouders niet onmiskenbaar de leeftijd van achttien jaar hadden bereikt niet dragen (AB 2020/98)

Boeterapport kan de conclusie dat de jonge toezichthouders niet onmiskenbaar de leeftijd van achttien jaar hadden bereikt niet dragen (AB 2020/98)

ABRvS 15 januari 2020

Invordering. Op grond van het boeterapport is niet na te gaan of de burgemeester terecht heeft aangenomen dat artikel 20 van de Dhw is overtreden.

De Afdeling is, anders dan de rechtbank, van oordeel dat het boeterapport niet de conclusie kan dragen dat de jonge toezichthouders niet onmiskenbaar de leeftijd van 18 jaar hadden bereikt. Daarvoor is bepalend dat hun identiteit niet is bekendgemaakt en dat vrijwel geen gegevens over hen beschikbaar zijn. De niet toegelichte stelling in het boeterapport over kleding, lichaamstaal, uiterlijk en gedrag van de toezichthouders en het feit dat zij destijds slechts enkele jaren ouder dan 18 jaar waren, zijn onvoldoende.

Onder deze omstandigheden is niet na te gaan of de burgemeester op basis van het boeterapport en het relaas van bevindingen terecht heeft aangenomen dat Merlijn op 16 december 2017 artikel 20 van de Dhw heeft overtreden. De rechtbank heeft dan ook ten onrechte overwogen dat de burgemeester zijn besluit hierop heeft mogen baseren.