• Home |
  • Kennis |
  • Bekendmaking last onder bestuursdwang: de sticker op de fiets

Bekendmaking last onder bestuursdwang: de sticker op de fiets

bestuursdwang

In een uitspraak van 11 december 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:4152) van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ‘de Afdeling’) oordeelt de Afdeling over de wijze waarop moet worden omgegaan met de bekendmaking van een last onder bestuursdwang indien de overtreder niet bekend is.

Het ging om een last onder bestuursdwang die door middel van een sticker op een fiets was aangebracht. De Afdeling oordeelt, dat, aangezien de overtreder niet bekend was met het aanbrengen van de sticker het besluit op een andere geschikte wijze is bekendgemaakt.

In deze blog zetten wij het uiteindelijke oordeel van de Afdeling voor je uiteen.

Last onder bestuursdwang: verwijdering fiets

Op 6 november 2017 heeft een handhaver van de gemeente Amsterdam op een fiets een sticker aangebracht met de tekst “gemeente Amsterdam”, “verwijdering vindt plaats op grond van art. 4:27 APV (hinder, staat van de fiets, overschrijding parkeerduur of in verband met evenement of de uitvoering van werkzaamheden)”, “op website staat hoe u verwijdering kunt voorkomen” “stickerdatum 6/11/2017” en “wordt verwijderd v.a. 20/11/17”.

De fiets is vervolgens op 19 december 2017 verwijderd. De overtreder heeft dit zien gebeuren. Toen hij op 28 december 2017 zijn fiets ophaalde bij het fietsdepot van de gemeente, kreeg hij daarbij een formulier met de titel “kennisgeving besluit”, met daarbij een foto van de sticker met datum 6 november 2017, en een formulier met de titel “constateringsformulier”. De overtreder heeft op 6 januari 2018 bezwaar gemaakt tegen het besluit.

Het college van burgemeester en wethouders meent dat het besluit met het aanbrengen van de sticker op 6 november 2017 is bekendgemaakt en dat de bezwaartermijn de dag daarna is aangevangen. Het bezwaarschrift is volgens het college dus na afloop van de bezwaartermijn ingediend.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelde dat met het aanbrengen van de sticker het besluit nog niet bekend was gemaakt. De bekendmaking vond volgens de rechtbank pas plaats op 28 december 2017, toen de overtreder bij het ophalen van zijn fiets in het fietsdepot een formulier kreeg met de titel “kennisgeving besluit”.

Volgens de rechtbank ving de bezwaartermijn dus pas op 29 december 2017 aan. Wat betekent dat de overtreder tijdig bezwaar heeft gemaakt.

Oordeel Afdeling

De Afdeling oordeelt, anders dan de rechtbank, dat het besluit wél op 6 november 2017 met het aanbrengen van de sticker is bekendgemaakt.

De Afdeling overweegt, dat, nu de overtreder niet bekend was en het besluit dus niet kon worden bekendgemaakt door toezending of uitreiking aan hem, het besluit met het aanbrengen van de sticker op de fiets op een andere geschikte wijze is bekendgemaakt, zoals bedoeld in artikel 3:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: ‘de Awb’).

Dit betekent dat de bezwaartermijn is aangevangen de dag nadat de sticker op de fiets is aangebracht. Dit betekent ook dat de overtreder bezwaar heeft gemaakt na afloop van de bezwaartermijn.

Verschoonbare termijnoverschrijding

De Afdeling gaat vervolgens in op de vraag of de overschrijding van de bezwaartermijn verschoonbaar kan worden geacht. In dit geval gaat het om een besluit waarvan de belanghebbende niet schriftelijk op de hoogte is gesteld en dat niet is gepubliceerd in een huis-aan-huisblad. Gelet op vaste jurisprudentie is de termijnoverschrijding verschoonbaar, als de belanghebbende zijn bezwaren kenbaar maakt binnen twee weken nadat hij van het bestaan van het besluit op de hoogte is geraakt of had kunnen raken.

Niet in geschil is dat de overtreder op 19 december 2017 heeft gezien hoe zijn fiets werd verwijderd. Hoewel hij hierna telefonisch contact met de politie en de gemeente heeft gehad, is niet gebleken dat hem op dat moment is verteld dat op 6 november 2017 een besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang is genomen. De Afdeling neemt daarom niet aan dat hij op 19 december 2017 op de hoogte is geraakt van het bestaan van het besluit.

In dit geval is de overtreder op 28 december 2017, met het uitreiken van de formulieren “kennisgeving besluit” en “constateringsformulier”, op de hoogte geraakt van het besluit. Aangezien hij op 6 januari 2018 bezwaar heeft gemaakt, heeft hij bezwaar gemaakt binnen twee weken nadat hij van het bestaan van het besluit op de hoogte is geraakt. Dit betekent dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat hij in verzuim is geweest. Dit maakt de termijnoverschrijding verschoonbaar en zijn bezwaar dus ontvankelijk.

Tot slot merkt de Afdeling nog op, dat zelfs als de overtreder de sticker had gezien, de termijnoverschrijding in beginsel verschoonbaar zou kunnen zijn geweest, omdat de sticker geen rechtsmiddelenverwijzing bevat. Dat de sticker een verwijzing bevat naar de website van de gemeente doet hier niet aan af.

Tot slot

De vraag wanneer een besluit op een ‘andere geschikte wijze’, zoals bedoeld in artikel 3:41, tweede lid, van de Awb is bekendgemaakt, laat zich niet eenvoudig beantwoorden. De omstandigheden van het geval spelen daarbij een belangrijke rol. Zo werd in een uitspraak van de Afdeling van 18 december 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:4275) geoordeeld dat zelfs een bekendmaking via onder meer het Twitteraccount van de gemeente, gelet op de omstandigheden van dat geval, een ‘andere geschikte wijze’ van bekendmaken was.

Andere voorbeelden waarin de Afdeling oordeelde dat sprake was van een bekendmaking op ‘andere geschikte wijze’ zijn het aanplakken van een besluit tot toepassing van spoedeisende bestuursdwang (ten aanzien van een los drijvend vaartuig) op het dichtstbijzijnde object, te weten een brug (ECLI:NL:RVS:2016:1919) en het aanplakken van een besluit tot toepassing van bestuursdwang op het vaartuig zelf (ECLI:NL:RVS:2013:BZ9037).

Vragen?

Heb je vragen naar aanleiding van dit blog? Neem dan contact op met Chantal van Mil of Marco van Moorsel.