Beroepsvissers uit Terwolde vissen achter het net

Beroepsvissers

 

Een beroepsvisser (een vof) koopt indien hij de kans krijgt heerlijke of oud zakelijke visrechten op. Vervolgens wordt het de hobbyvisser verboden om aldaar zijn hengeltje uit te werpen, tenzij de sportvisser bij de vof, een beroepsvisser een vispasje koopt.

Visrecht tot in de uiterwaarden

In een geval dat zij een oud heerlijk of oud zakelijk recht op een rivier hebben verworven, beweert de beroepsvisser dat het heerlijk of oud zakelijk visrecht zich ook uitstrekt over het water in de uiterwaarden. Langs de rivieren liggen vele grindgaten die met name sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw zijn uitgebaggerd. Het oud heerlijk of oud zakelijk recht dateert van ver voor het ontstaan van deze bagger- of grindgaten, maar de beroepsvisser stelt dat het oud zakelijk recht of oud heerlijk recht op een rivier zich ook over nieuw gegraven water in de uiterwaarden zou uitstrekken.

Gat van Moorlag

In 2017 heeft de beroepsvisser zich op het standpunt gesteld dat hij een oud zakelijk visrecht had gekocht in de Rijn dat zich ook uit zou strekken over de plassen (bekend als het Gat van Moorlag) in de uiterwaard de Loowaard. Hengelsportvereniging de Graskarper had echter al jaren van de eigenaren van het Gat van Moorlag toestemming gekregen om vispassen uit te geven aan haar leden. De beroepsvisser heeft vervolgens de Graskarper gesommeerd om ofwel bij hem te biecht te gaan en vispassen te kopen of niet meer te vissen in het Gat van Moorlag. Ook kregen de gemeente Duiven en de eigenaren van het gat de beroepsvisser op hun dak.

Kort geding

De Graskarper wist zich gesteund door Sportvisserij Nederland en met behulp van de juristen van Sportvisserij Nederland, Prof. Frank Keverling Buisman en Lex Rutten van Hekkelman advocaten en notarissen is de Graskarper met succes de strijd met de beroepsvisser aangegaan. Aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland in Arnhem vroeg de beroepsvisser in een kort geding een verbod op te leggen aan de Graskarper om in de Loowaard te mogen vissen. De Graskarper stelde op haar beurt een vordering in tegen de beroepsvisser en vorderde in kort geding om juist hem dit verbod op te leggen. De beroepsvisser was hier kennelijk niet op bedacht en trok snel zijn keutel in; maar niet snel genoeg. De Voorzieningenrechter nam kennis van de tegenvordering van de Graskarper en verbood de beroepsvisser in het Gat van Moorlag te vissen.

Hoger beroep

De beroepsvisser legde zich hierbij niet neer en heeft in hoger beroep getracht bij het Gerechtshof alsnog zijn gelijk te halen. Op 26 februari heeft het Gerechtshof te Arnhem arrest gewezen (ECLI:NL:RBGEL:2018:124), waarbij de beroepsvisser wederom in het ongelijk gesteld en het vonnis van de Voorzieningenrechter is bekrachtigd.

Omvat heerlijk of oud zakelijk recht ‘nieuw’ water?

In het arrest zit een interessante overweging die ook voor andere gevallen waarin iemand zich op het standpunt stelt dat hij het visrecht in grindgaten of baggergaten heeft, gekoppeld aan het visrecht op de rivier, interessant kan zijn. In het arrest overweegt het Hof: “dit (gat van Moorlag) is immers pas in de jaren ’60/’70 van de vorige eeuw uitgegraven en voorshands zijn er veel twijfels over de vraag of een heerlijk of oud zakelijk recht van visserij in juridische zin tevens een nieuw water kan omvatten dat op andere percelen ligt dan de visgronden waarop het gestelde recht van visserij rust” en verderop: “dat zelfs al zou de beroepsvisser c.s. over een heerlijk of oud zakelijk recht van visserij beschikken, het onvoldoende aannemelijk is dat dit recht zich ook over het (hele) Gat van Moorlag uitstrekt…”.

Deze overweging van het Hof in kort geding werpt zijn schaduwen vooruit over het oordeel van het Hof in eventuele bodemprocedures.

Wil je op de hoogte blijven van onze blogs? Schrijf je dan hier in voor onze (wekelijkse) blogupdates.