Bestuurdersaansprakelijkheid bij dividenduitkeringen: waar moet je als bestuurder op letten?

Het besluit tot dividenduitkering lijkt slechts een formaliteit. Een dividenduitkering is voor bestuurders echter niet zonder risico’s. Bestuurders die te lichtvaardig goedkeuring geven voor uitkering van dividend, kunnen in onder omstandigheden namelijk aansprakelijk worden gesteld.
In deze blog bespreek ik de aansprakelijkheid van bestuurders bij dividenduitkeringen. Ik leg uit hoe een dividenduitkering tot stand komt, wanneer bestuurders aansprakelijk kunnen worden gesteld én hoe je als bestuurder het risico op aansprakelijkstelling kunt beperken.
Dividenduitkering = het uitbetalen van (een deel van) de winst van een onderneming aan de aandeelhouders.
Hoe wordt besloten tot dividenduitkering?
Voordat dividend uitgekeerd kan worden, moet een uitkeringstest en balanstest worden uitgevoerd.
De algemene vergadering van aandeelhouders moet eerst de balanstest uitvoeren. Dit betekent dat de algemene vergadering pas mag overgaan tot uitkering van dividend als het eigen vermogen groter is dan de reserves die moeten worden aangehouden op grond van de wet of statuten (art. 2:216 lid 1 BW).
Na de balanstest moet het bestuur nog goedkeuring voor de dividenduitkering verlenen. Deze goedkeuring mag het bestuur alleen niet verlenen als het bestuur weet of redelijkerwijs behoort te voorzien dat de BV na uitkering niet zal kunnen blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden (art. 2:216 lid 2 BW). Dit wordt de uitkeringstest genoemd.
Wanneer zijn bestuurders aansprakelijk?
Verleent het bestuur goedkeuring, maar kan de BV na de dividenduitkering niet meer voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden én was dit voorzienbaar? Dan heeft het bestuur ten onrechte goedkeuring verleend voor de dividenduitkering. De bestuurders zijn in dat geval hoofdelijk aansprakelijk voor het tekort dat door de uitkering is ontstaan.
De aansprakelijkstelling vindt plaats door de vennootschap zelf. In faillissement komt de vordering aan de curator toe. Ook kan gedacht worden aan aansprakelijkheid na een bestuurswissel, waarbij het nieuwe bestuur het oude bestuur aanspreekt.
Aansprakelijk gesteld, wat nu?
Als je als bestuurder aansprakelijk bent gesteld wegens onterecht verleende goedkeuring voor dividenduitkering, zul je je hiertegen moeten verweren. Dit kan een bestuurder doen door aan te tonen dat de betalingsproblemen van de BV te wijten zijn aan een andere oorzaak dan de dividenduitkering. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een onverwachtse crisis in de markt. Ook kan een bestuurder zich verweren door te bewijzen dat het niet aan hem te wijten is dat de BV de uitkering heeft gedaan én dat hij maatregelen heeft genomen om de gevolgen te beperken.
Daarnaast kan decharge een rol spelen. Als de algemene vergadering van aandeelhouders decharge verleent voor de gevolgen van een dividendbesluit, kunnen bestuurders in beginsel niet meer worden aangesproken op grond van art. 2:216 lid 3 BW. Let wel, decharge heeft alleen betrekking op gegevens die uit de jaarrekening blijken of anderszins bekend zijn bij de aandeelhouders. Het is voor het bestuur daarom belangrijk om de algemene vergadering duidelijk te maken op grond waarvan goedkeuring is verleend voor een uitkeringsbesluit.
Als aandeelhouders dividend ontvingen, terwijl zij wisten of hadden moeten weten dat de uitkering onverantwoord was, waren zij niet te goeder trouw. De bestuurders die op grond van art. 2:216 lid 3 BW de schade hebben vergoed kunnen dan regres nemen op de aandeelhouders die dividend ontvingen. Dit betekent dat aandeelhouders gehouden zijn het ontvangen dividend (geheel of gedeeltelijk) terug te betalen aan de bestuurder die dit heeft vergoed.
Waar moet je als bestuurder op letten?
Bij de uitkeringstest is het niet voldoende om alleen naar de huidige opeisbare schulden te kijken. Bestuurders moeten ook toekomstige verplichtingen meenemen en beoordelen of de continuïteit van de BV in gevaar komt door de dividenduitkering. Over het algemeen geldt hierbij dat het aanhouden van een termijn van één jaar na de dividenduitkering voldoende is. Soms is een langere termijn passend. Denk hierbij aan een grote belastingschuld die binnen 1,5 jaar moet worden afgelost, of een lopende juridische procedure waarbij een betalingsverplichting van de BV te verwachten is.
Twijfel je of de BV de dividenduitkering kan dragen? Laat je dan bijstaan door een deskundige, zoals een accountant. Geeft de accountant in dit kader een ondeugdelijk advies, dan kan het bestuur (onder omstandigheden) de aansprakelijkheid wegens ongeoorloofde uitkeringen afwentelen op de accountant. Dit volgt uit de uitspraak van rechtbank Rotterdam van 3 februari 2021.
Conclusie
Een besluit tot goedkeuring van dividenduitkering lijkt slechts een formaliteit, maar dit is het niet. Bestuurders moeten zorgvuldig toetsen of de BV de uitkering kan dragen. Betrek bij de uitkeringstoets alle opeisbare schulden en denk goed na over de voorzienbaarheid van toekomstige verplichtingen. Laat je bij twijfel bijstaan door deskundigen en zorg voor een juist verleende decharge voor de gevolgen van de dividenduitkering.
Vragen?
Mocht je vragen hebben over de rechtmatigheid van een voorgenomen dividenduitkering of bestuurdersaansprakelijkheid bij dividenduitkeringen, neem dan gerust contact met ons op. Wij kunnen helpen bij het in kaart brengen van risico’s en bestuurders (in een procedure) bijstaan indien zij aansprakelijk zijn gesteld.
Stel je vragen aan onze specialisten
“Neem contact met mij op en ontvang antwoord op jouw vragen. Ik ben bereikbaar per mail of telefoon.”
Blogreeks ‘Bestuurdersaansprakelijkheid’
Deze blog is onderdeel van een reeks die wordt geschreven door verschillende advocaten uit het Ondernemingsrecht waarin de volgende onderwerpen aan bod komen:
- Interne bestuurdersaansprakelijkheid – Onbehoorlijke taakvervulling;
- Externe bestuurdersaansprakelijkheid – De Beklamel-norm en de tweede categorie uit Ontvanger/Roelofsen – inclusief voorbeelden uit de rechtspraak;
- Faillissementsaansprakelijkheid – Aansprakelijkheid van de bestuurder bij faillissement door onbehoorlijk bestuur;
- Bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement: hoe ontkracht je als bestuurder het bewijsvermoeden?;
- Bestuurdersaansprakelijkheid bij dividenduitkeringen: waar moet je als bestuurder op letten?;
- Fiscale bestuurdersaansprakelijkheid: wanneer is een bestuurder aansprakelijk voor belastingschulden?
- Tips ter voorkoming van bestuurdersaansprakelijkheid.





