De macht van de minderheidsaandeelhouder
Een minderheidsaandeelhouder delft numeriek altijd het onderspit in stemmingen in de algemene vergadering van aandeelhouders. Maar heeft hij dan geen enkele macht? Zeker wel. Er gelden méér regels dan dat de meerderheid beslist. De minderheidsaandeelhouder moet echter wel in actie komen om die besluiten onderuit te krijgen, tot die tijd blijven ze geldig. Hieronder een praktijkvoorbeeld van het optimaal benutten van de macht van een minderheidsaandeelhouder.
Een voorbeeld
Stel je voor: Erik is algemeen directeur (CEO) van Staal BV. Hij heeft 10% van de aandelen van Staal BV in handen. De andere 90% van de aandelen worden gehouden door Karel, 65 jaar oud en derde generatie in opvolging van het familiebedrijf. Karel heeft een paar jaar geleden het stokje overgegeven aan Erik, omdat hij binnen de familie geen opvolging had. Het is 2014, een jaar waarin het bedrijf een recordwinst boekt. Op een kwade dag moest Erik uit de krant vernemen dat hij als bestuurder was ontslagen, en bleek dat alle werknemers en de klanten diezelfde dag al over zijn vertrek waren geïnformeerd. Desgevraagd liet de woordvoerder van Karel weten dat Erik “de verwachtingen niet had waargemaakt” en ontving hij een paar dagen later een oproep voor de algemene vergadering waarin zijn ontslag was geagendeerd. Na een aantal mislukte pogingen, ondersteund door zijn accountant, om met Karel tot een minnelijke regeling te komen, sprak ik drie weken na deze gebeurtenissen voor de eerste keer met Erik.
Daar zat Erik dan, met zijn aandelen, zonder baan en een bezoedelde reputatie. We inventariseerden zijn positie. Erik heeft een dubbelrol; naast aandeelhouder was hij ook nog bestuurder. Wat waren zijn rechten nog als directeur? En: hoe kon hij een goede prijs voor zijn aandelen krijgen? Duidelijk was dat hij inmiddels zo beschadigd was als directeur dat een terugkeer in het bedrijf onmogelijk leek. In de aandeelhoudersovereenkomst tussen Karel en Erik waren geen bijzondere afspraken opgenomen over besluitvorming; dat betekent dus dat de gewone meerderheid plus één (de helft van de stemmen) in de algemene vergadering beslist. Erik had kortom als aandeelhouder niets te vertellen (dus ook niet als er gestemd werd over zijn ontslag als bestuurder). Wel was in de aandeelhoudersovereenkomst afgesproken dat Erik bij een ontslag als bestuurder, verplicht was zijn aandelen aan te bieden aan Karel, maar had Karel niet de verplichting om de aandelen van Erik te kopen. Hoewel er juridisch van alles rammelde aan het ontslagbesluit, zou het aanvechten daarvan ons niet veel verder helpen, omdat er dan hooguit een maand later alsnog een ontslagbesluit op grond van de juiste formaliteiten genomen zou worden. Ons hogere doel was een goede prijs voor de aandelen. We besloten de zaak stap voor stap aan te pakken.
Kort geding rectificatie
We startten met het “laaghangend fruit”: een vordering tot rectificatie van het ontslag in zijn hoedanigheid als bestuurder. De brieven aan klanten en medewerkers waren verzonden voordat sprake was van een ontslagbesluit en bovendien konden de gekozen bewoordingen de feiten niet dragen; gelet op de resultaten van het bedrijf kon er geen sprake van zijn dat Erik niet aan de verwachtingen had voldaan. Op het moment dat de rechter tijdens de mondelinge behandeling aangaf wel voor rectificatie te voelen, is met Staal BV (Karel en Erik’s opvolger, nota bene Karels zoon), een minnelijke regeling getroffen die neerkwam op een rectificatie, en we onderhandelden daar nog een vergoeding bij. Als gezegd was ons uiteindelijke doel was de aandelen voor een goede prijs te verkopen maar Karel liet verder nog weten “nooit” Eriks aandelen te zullen kopen.
Informatie- en vergaderrecht aandeelhouder
Het zag er dus naar uit dat Erik tot in lengte van dagen met zijn aandelen bleef zitten, terwijl hij geen invloed in het bedrijf meer had en geen besluiten in de algemene vergadering kon tegenhouden. Karel was natuurlijk de meest voor de hand liggende koper: hij zou dan 100% krijgen. Voor een buitenstaander is 10% ook geen aantrekkelijke gedachte, omdat deze niets te vertellen zou hebben, hooguit voor een concurrent die een kijkje in de keuken kon krijgen. Erik is een slimme man en is niet voor een gat te vangen; hij wist dat de achilleshiel van Karel het familiebedrijf was; Karel had waarschijnlijk spijt dat hij aan Erik, buitenstaander, aandelen had verkocht en zich later alsnog bedacht: zijn zoon moest hem gaan opvolgen, Erik moest het veld ruimen en aldus geschiedde. Het plan dat Erik en ik uitzetten was mooi in zijn eenvoud: wees een luis in de pels, grijp elke gelegenheid aan om je rechten als aandeelhouder uit te oefenen, zodat Karel en zijn opvolger (Karel’s stroman die ook niet met zijn tijd was meegegaan) ermee geconfronteerd blijft dat hij een mede-eigenaar had. Heb geduld, net zolang totdat Karel zou buigen of fouten zou maken, zodat we daar vervolgens op konden acteren in een kort geding of in een procedure bij de Ondernemingskamer desnoods. Verder verkenden we het spoor uit van de verkoop van die 10% aan een concurrent.
Erik liet geen mogelijkheid onbenut om aan Karel aan te geven dat “van iedere tien machines er een van hem was” hij maakte gebruik van zijn agenderingsrecht voor de algemene vergadering, zijn spreekrecht en zijn informatierecht. Hij stelde – altijd inhoudelijke – vragen over liquiditeits- en investeringsbegrotingen, strategie, personeelsbeleid, de positie van het bedrijf in de markt etc. Kortom: alle voor een aandeelhouder relevante zaken. Hij kreeg niet of nauwelijks informatie en werd afgeserveerd en vaak simpelweg uitgelachen. Hij legde alles schriftelijk vast, bevestigde als onjuist genotuleerd was, hij informatie in strijd met zijn wettelijke en statutaire rechten niet had ontvangen etc. Kortom: we bouwden een dossier op. Uit de markt vernamen we dat Erik gelijk had in zijn voorspelling dat Karel geen “mensen mens” was; veel goede mensen namen ontslag of werden ontslagen omdat ze Karel niet welgezind waren. De motor van het bedrijf haperde. Erik kende de investeringsbegroting en wist dat het ergens moest gaan knellen. En het ging knellen.
Uitgifte aandelen; belang van het bedrijf
Na een jaar was er een algemene vergadering waarin werd aangegeven dat de resultaten snel verslechterden. De directie gaf aan dat er een liquiditeitstekort was, dat moest worden opgelost. Erik stelde alle mogelijke vragen over de achtergronden en alternatieve oplossingen maar hij kreeg nauwelijks informatie. Vervolgens werd weer een vergadering belegd waarin de uitgifte van nieuwe aandelen op de agenda stond. Het doel zou zijn nieuw kapitaal aan te trekken. Erik stemde tegen vanwege het gebrek aan informatie, maar Karel drukte met zijn meerderheid van 90% het besluit erdoor. Door de uitgifte van nieuwe aandelen verwaterde Erik van 10% aandeelhouder tot onder de 5%. Na maandenlang aanvankelijk vriendelijk vragen maar eindigend in duwen en trekken inclusief aanzegging van een kort geding, kregen we de akte van uitgifte van de aandelen in handen. Wat bleek? De uitgifte leidde niet tot meer liquiditeit van het bedrijf. Het geld voor de uitgifte van nieuwe aandelen kwam niet aan Staal BV ten goede, maar werd verrekend met de lening van Karel! Hiervoor was op grond van de statuten een aandeelhoudersbesluit vereist, waar Erik dus ook in betrokken had moeten worden. Erik had dan verweer kunnen voeren en door middel van het opstarten van een kort geding dit besluit kunnen laten tegenhouden; het was niet in het belang van het bedrijf. Ook de notaris had dit kennelijk over het hoofd gezien, deze had de akte van uitgifte gepasseerd en nieuwe aandelen uitgegeven. Vaststond dat Staal BV in strijd met de statuten besluiten had genomen.
Verzoekschrift Ondernemingskamer (enquêterecht)
Erik en ik besloten dat de tijd rijp was voor een zwaar offensief en startten een procedure bij de Ondernemingskamer. Hierin werd een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken binnen Staal BV verzocht, in het bijzonder haar aandeelhouder Karel, en toevoeging van een externe bestuurder met doorslaggevende stem. Als dit zou slagen, zou dus een buitenstaander zich gaan bemoeien met Staal BV, wat voor Karel dus absoluut een nachtmerrie was. De grondslagen waren naast het nemen van besluiten in strijd met de statuten, het schenden van de rechten van Erik als aandeelhouder (m.n. informatierecht en vergaderrecht). De bevoegdheid om een procedure bij de Ondernemingskamer te starten (het enquêterecht), heeft een aandeelhouder of certificaathouder met minimaal 1% van de aandelen.
Drie dagen voor het moment waarop Karel schriftelijk moest reageren bij de rechter op het verzoekschrift van Erik, kwam het eerste schikkingsvoorstel; koop van de aandelen van Erik tegen een mooie prijs en terugbetaling van zijn (bij de bank achtergestelde!) lening.
Statutaire en wettelijke rechten; actie vereist
Erik heeft na een lange adem van 2 jaar een mooie deal gemaakt. De sleutel hiervoor was het optimaal gebruik maken van zijn statutaire rechten als minderheidsaandeelhouder, die de notaris zelfs over het hoofd had gezien, zijn wettelijk recht om als aandeelhouder een procedure bij de Ondernemingskamer te starten voeren, schending van zijn wettelijke rechten als aandeelhouder (o.a. het informatierecht). Kortom: ook als een certificaathouder of aandeelhouder een minderheidsbelang heeft waarmee hij altijd “weggestemd” wordt, heeft de meerderheidsaandeelhouder een bijzondere zorgplicht en heeft de minderheidsaandeelhouder wettelijke en statutaire bevoegdheden waarmee hij een machtspositie heeft op het moment dat de meerderheidsaandeelhouder zijn boekje te buiten gaat. Hiervoor is wel actie vereist.
De macht van de minderheidsaandeelhouder (deel 2)
Kun je als minderheidsaandeelhouder een besluit van de algemene vergadering tegenhouden? ‘De meeste stemmen gelden’, gaat niet altijd op. Als minderheidsaandeelhouder moet je wel tijdig in actie komen om je rechten veilig te stellen. In het vervolg op deze blog delen we een stappenplan: De macht van de minderheidsaandeelhouder (deel 2) .