• Home |
  • Kennis |
  • De nieuwe evenredigheidstoets: naar een evenredige doel-middelverhouding

De nieuwe evenredigheidstoets: naar een evenredige doel-middelverhouding

evenredigheidstoets

Met de richtinggevende uitspraak van 2 februari 2022 heeft de grote kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een algemeen kader geformuleerd voor toetsing van beschikkingen aan het evenredigheidsbeginsel. De vraag is in hoeverre de bestuursrechter de evenredigheid van een besluit toetst, en als dit het geval is, is deze toetsing afhankelijk van meerdere factoren en verschilt het van geval tot geval. Bij het toetsen aan het evenredigheidsbeginsel maakt de bestuursrechter onderscheid tussen de geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid van het aangevochten besluit. De Afdeling heeft daarbij aangegeven dat zij in haar uitspraken zoveel mogelijk inzichtelijk zal maken op welke wijze zij het besluit aan de norm van art. 3:4 lid 2 Awb toetst.

In dit artikel wordt eerst kort ingegaan op de aanbevelingen van de advocaten-generaal in de (eerste) conclusie van 7 juli 2021, waarna het in de Harderwijk-uitspraak uiteengezette nieuwe evenredigheidsbeoordelingskader wordt besproken. Vervolgens wordt aan de hand van de recente rechtspraak ná de Harderwijk-uitspraak gekeken of de Afdeling inmiddels al meer handen en voeten heeft gegeven aan de invulling van de nieuwe evenredigheidstoets.

 

ABRvS 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:285