Eigendom landbouwmachines: bezitter of houder?

Afbeelding voor Eigendom landbouwmachines: bezitter of houder?

Een agrariër en zijn ex-zwager staan tegenover elkaar over wie de eigenaar is van enkele landbouwmachines. Doorslaggevend is of de ex-zwager de landbouwmachines voor zichzelf houdt (bezit) of voor de agrariër houdt (houderschap). Dus de klassieke vraag of er sprake is van bezit of houderschap. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de agrariër niet heeft aangetoond dat hij eigenaar is van de landbouwmachines. In deze blog gaan wij dieper in op deze zaak en bespreken we de belangrijkste lessen.

Wat speelt er tussen partijen?

Een agrariër en zijn ex-zwager hebben ieder een eigen landbouwbedrijf. De agrariër was getrouwd met de zus van zijn ex-zwager (hierna: persoon A). De agrariër en persoon A exploiteerde in maatschapsverband een pluimveebedrijf.

In 2014 had het pluimveebedrijf een schuld van bijna drie ton bij haar kippenleverancier. Voor deze schuld sluiten partijen een notariële overeenkomst van schuldigerkenning. De leverancier gaat daarin akkoord met betaling van € 168.938,40 tegen finale kwijting.

De schuldovername

De agrariër en persoon A komen de afspraak voor deze betaling niet tijdig na. Om de familiesituatie nog iets moeilijker te maken, is de broer van persoon A bereid de betaling voor te schieten. Hij neemt de schuldigerkenning over. En lost een gedeelte van € 138.605,08 af aan de kippenleverancier. De situatie is dan zo dat de agrariër en persoon A een schuld bij hun ex-zwager/broer hebben.

De vaststellingsovereenkomst

Op 28 juli 2017 sloten de agrariër en persoon A een vaststellingsovereenkomst voor de beëindiging van hun maatschap. Daarin staat dat zij eigenaar zijn van de landbouwmachines en hechten de lijst met landbouwmachines aan. Deze machines staan dan bij de ex-zwager. Verder komen de agrariër en persoon A overeen dat de landbouwmachines getaxeerd en te koop worden aangeboden aan ex-zwager.

De ex-zwager werkt niet mee aan de taxatie van de landbouwmachines en neemt uiteindelijk de landbouwmachines mee. Op 13 november 2018 doet de agrariër aangifte van verduistering van de landbouwmachines.

Afgewezen vordering is aanleiding voor hoger beroep

Vanwege de openstaande schuld voor de overgenomen schuldigerkenning stapt de ex-zwager naar de rechter. De agrariër heeft het resterende schuldbedrag nog niet aan hem betaald. In die procedure stelt de agrariër ook een vordering in. Hij vordert afgifte van de meegenomen landbouwmachines.

De rechtbank veroordeelt de agrariër en persoon A tot het betalen van de openstaande schuld. De vordering tot afgifte van de landbouwmachines wijst de rechter af. Reden voor de agrariër in hoger beroep te gaan en vordert afgifte van de landbouwmachines te vorderen.

Eigendom van de landbouwmachines

In hoger beroep resteert de vraag wie eigenaar is van de landbouwmachines. De landbouwmachines waren gestald bij ex-zwager om te voorkomen dat schuldeisers van de maatschap zich op de landbouwmachines zouden verhalen.

De agrariër stelt dat het houderschap is geëindigd in september 2014 toen de machines grotendeels zijn teruggekomen. Echter in 2017 zijn de landbouwmachines vervolgens weer door de ex-zwager meegenomen.

Beroep op eigendom

De agrariër stelt eigenaar te zijn van de landbouwmachines en vordert afgifte. De bewijslast dat hij inderdaad eigenaar is rust daardoor op de agrariër.

Geen bezitter?

Als eerste argument voert de agrariër aan dat zijn ex-zwager niet de bezitter van de landbouwmachines is. Of iemand een goed bezit of houdt, wordt ingevuld door maatschappelijke opvattingen en uiterlijke feiten (artikel 3:108 BW). Dit houdt in dat iemand een bezitter van een goed is, wanneer de feitelijke omstandigheden en zijn gedragingen ertoe leiden dat de maatschappij meent dat die persoon eigenaar is. Het hof overweegt het volgende:

  • De landbouwmachines stonden op het bedrijf van ex-zwager;
  • De ex-zwager heeft niet meegewerkt aan de taxatie van de machines;
  • De ex-zwager heeft de machines niet vrijwillig willen afgeven aan de agrariër.

Deze omstandigheden brengen met zich mee dat de ex-zwager de landbouwmachines voor zichzelf houdt (bezit) en niet onder zich houdt voor de agrariër (houderschap). Bovendien blijkt uit de aangifte van verduistering al dat de agrariër moest begrijpen dat zijn ex-zwager de landbouwmachines voor zichzelf houdt en niet voor de agrariër. Je doet alleen aangifte wanneer je denkt dat jouw goed gesloten is, oftewel wanneer je jouw bezit hebt verloren.

Aantonen van eigenaarschap landbouwmachines

Als tweede argument betoogt de agrariër dat het rechtsvermoeden van artikel 3:119 BW is weerlegd. Ook hier volgt het hof de agrariër niet. Het is namelijk onvoldoende om dit rechtsvermoeden te weerleggen met het feit dat de agrariër eigenaar is geweest of destijds meende nog eigenaar te zijn van de landbouwmachines. Het vermoeden wordt ingekleurd door bezit en niet door eigendom.

Tegendeelbewijs tegen vermoeden van eigendom en bewijs van eigendom

Het hof gaat ervan uit dat de ex-zwager de bezitter van de landbouwmachines is. Daarmee wordt hij vermoed eigenaar te zijn. Het hof stelt de agrariër in de gelegenheid om tegendeelbewijs te leveren. De agrariër moet bewijzen dat zijn ex-zwager geen rechthebbende is. Hij moet bewijzen dat hij zijn bezit onvrijwillig heeft verloren. Is hij in staat dit te bewijzen, dan is het bezit van de landbouwmachines overgegaan op zijn ex-zwager, maar niet het eigendom daarvan. Dit zou betekenen dat de agrariër de landbouwmachines kan terugvorderen.

Agrariër kan niet bewijzen dat hij de rechtmatige eigenaar is van de landbouwmachines

Het lukt de agrariër niet om te bewijzen dat hij het bezit onvrijwillig heeft verloren. De omstandigheden van dit geval wijzen erop dat de situatie tussen agrariër, persoon A en de ex-zwager ingewikkeld is. Het staat vast dat de machines – in ieder geval – vanaf 3 juli 2017 bij de ex-zwager staan en appellant heeft pas op 13 november 2018 aangifte gedaan. De aangifte is gedaan nadat de ex-zwager conservatoir beslag heeft gelegd op de opbrengst van het verkopen van onroerend goed door de agrariër op 7 november 2018.

Ten slotte weegt het hof mee dat de ex-zwager in 2017 niet heeft gezegd dat hij eigenaar was, maar hij heeft zich wel als eigenaar gedragen. Dit, door niet mee te werken aan de taxatie van de landbouwmachines en aan de verrekening van de waarde ervan op de openstaande schuld. Dat de agrariër daar toen niet tegen protesteerde, wijst erop dat de situatie ingewikkelder ligt dan in de aangifte of in de vaststellingsovereenkomst staat.

Conclusie: laat je tijdig adviseren over bezit, houderschap en/of het verlies van eigendom

Het hof komt tot dezelfde waardering van het bewijs als de rechtbank. Zij oordeelt dat de agrariër onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zijn ex-zwager de landbouwmachines zonder recht of titel onder zich heeft. Ook kon de agrariër niet aantonen dat de eigendom van landbouwmachines bij hem lag.

Een bezitter van een goed wordt vermoed eigenaar van dat goed te zijn. Uit deze uitspraak volgt dat de rechtsbescherming die een bezitter toekomt niet makkelijk ontkracht wordt. Als (vermeend) eigenaar moet je kunnen bewijzen dat je eigenaar bent van het goed en dat je het goed onvrijwillig hebt verloren. Dit is in de praktijk vaak lastig. Het is daarom verstandig om je bij te laten staan door een van onze experts. Heb je vragen over bezit, houderschap en/of het verlies van eigendom? Neem dan contact op met José Jochemsen-Vernooij of Sjoerd Kniestedt.

Stel je vragen aan onze specialisten

“Neem contact met mij op en ontvang antwoord op jouw vragen. Ik ben bereikbaar per mail of telefoon.”
Afbeelding voor Stel je vragen aan onze specialisten