• Home |
  • Kennis |
  • Gebiedsaanwijzingen voor uitzonderingen op gasloos bouwen – ministeriële regeling (concept)

Gebiedsaanwijzingen voor uitzonderingen op gasloos bouwen – ministeriële regeling (concept)

gasloos bouwen

Image credits: Photo by Outdoor cooking pros

Inleiding

Zoals al genoemd in mijn blog “vervroegd gasloos bouwen” wordt met ingang van 1 juli 2018 de Gaswet aangepast (Wet Voortgang energietransitie, Stb. 2018/109). Op het gasloos bouwen heeft minister Wiebes (EZK) een aantal uitzonderingen mogelijk gemaakt zoals te lezen in de conceptversie van de ministeriële regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht, die ter consultatie is gepubliceerd (sinds 11 juni 2018 gesloten). In deze regeling zijn de uitzonderingssituaties opgesomd waarin B&W gebieden kunnen aanwijzen waar toch nog een gasaansluitplicht geldt. Uit de toelichting bij de regeling blijkt dat voor deze gebiedsaanwijzingsbesluiten een stevige motivering nodig is. De ministeriële regeling moet ook op 1 juli 2018 in werking treden.

Inhoud concept ministeriële regeling

Volgens de conceptregeling mogen B&W voornoemde aanwijzingsbesluiten (na 1 juli 2018) nemen voor gebieden “waar de gasaansluitplicht strikt noodzakelijk is om zwaarwegende redenen van algemeen belang, waaronder begrepen de maatschappelijke kosten en baten” (artikel 10, lid 7, Gaswet (nieuw)).

Vanaf 1 juli 2018 is met de gewijzigde Gaswet nieuwbouw zonder gasaansluiting voortaan de norm. De regeling geeft een zestal uitzonderingsmogelijkheden die zijn verdeeld in structurele (artikel 1) en tijdelijke (artikel 2) gevallen.

Artikel 1-situaties (structureel)

Realisatie van gemeentelijk beleid (artikel 1, sub a)

In sommige gevallen kan een aardgasvrij nieuwbouwproject de (financiële) haalbaarheid doorkruisen van al bestaande gemeentelijke (energie)plannen om de wijk waar dat project zich bevindt aardgasvrij te maken.

In de onderbouwing zullen B&W in ieder geval moeten aantonen/betrekken:

  • dat binnen vijf jaar het gemeentelijke beleid gericht op het aardgasvrij maken van een gebied nabij het aan te wijzen gebied zal worden uitgevoerd;
  • dat de financiële haalbaarheid van de nieuwe warmtevoorziening in het geding komt als het nieuwbouwproject hier niet op wordt aangesloten;
  • de kosten van de netbeheerder voor de aanleg en verwijdering van een gastransportnet voor een korte periode;
  • een samenhangend geheel van op elkaar afgestemde keuzes omtrent de door het gemeentebestuur te nemen besluiten of te verrichten andere handelingen om de doelstelling aardgasvrij te bereiken.

Aardgasvrij technisch onmogelijk (artikel 1, sub b)

Soms zal een aardgasvrije oplossing technisch niet mogelijk zijn of staan wettelijke voorschriften voor geluid en lucht daaraan (nog) in de weg, terwijl het publieke belang (zoals  woningbouwkrapte in de regio) vergt dat het project tot stand komt.

In de onderbouwing zullen B&W in ieder geval moeten aantonen/betrekken:

  • en uitleg waarom aardgasvrij bouwen in dit geval technisch niet mogelijk is of waarom en welke wettelijke voorschriften daaraan in de weg staan;
  • dat zwaarwegende publieke belangen die aansluiting op het gasnet noodzakelijk maken.

Bouwproject onhaalbaar door meerkosten (artikel 1, sub c)

Wanneer de kosten voor de realisatie van een of meer gasvrije nieuwbouwwoningen in vergelijking met realisatie mét gasvoorziening dusdanig hoog zijn dat het woningbouwproject niet meer tot stand komt en dit problematische gevolgen heeft voor de woningmarkt in de regio.

In de onderbouwing zullen B&W in ieder geval moeten aantonen/betrekken:

  • dat aannemelijk is dat realisatie van het project minder aantrekkelijk is dan niet-realisatie, bijvoorbeeld vanwege financiële onhaalbaarheid door afspraken van volkshuisvestelijk beleid;
  • dat niet-realisatie van het project problematisch is voor de regionale woningmarkt;
  • met niet-realisatie samenhangende hogere kosten elders, bijvoorbeeld de kosten van een netbeheerder voor de aanleg van een net.

Andere situaties (artikel 1, sub d)

De regeling biedt nog een mogelijkheid voor niet voorziene situaties (restcategorie) waarbij een gebiedsaanwijzingsbesluit voor aansluiting op het gasnet noodzakelijk is om zwaarwegende redenen van algemeen belang.

In de onderbouwing zullen B&W in ieder geval moeten aantonen/betrekken:

  • zwaarwegende redenen van algemeen belang ook in samenhang bezien met andere ontwikkelingen van gasvrij bouwen in de regio.

Artikel 2-situaties (tijdelijk)

Realisatie van aardgasvrij alternatief zorgt voor vertraging

Deze situatie is beperkt tot projecten waarvoor de aanvraag zal worden ingediend in de periode van 1 juli 2018 tot 1 januari 2019. Vanwege de aanzienlijke woningkrapte is het van groot belang dat de oplevering van nieuwbouw niet vertraagt. Zeker bij projecten in een vergevorderd stadium, maar nog zonder vergunningaanvraag, kan de wetswijziging naar gasloos bouwen vertraging optreden. De regeling spreekt van de situatie waarin “een of meer te bouwen bouwwerken minder snel tot stand zouden komen”.
Gasvrij bouwen kan ingrijpende veranderingen met zich brengen voor ontwerpen van nieuwbouwwoningen. Aanpassing naar een gasvrije woning kan wijziging van het gehele bouwplan betekenen bijvoorbeeld vanwege meer isolatiemaatregelen naast de alternatieve voorziening voor gasaansluiting. Onderbouwing van de vertraging lijkt in deze gevallen goed mogelijk te zijn en is de minister indirect alsnog behoorlijk ver tegemoet gekomen aan de oproep van ontwikkelaars, bouwers en corporaties om de ingangsdatum van het gasloos bouwen pas op 1 januari 2019 te laten ingaan. Toch is ook voor deze tijdelijke uitzonderingssituaties een stevige onderbouwing vereist.

In de onderbouwing zullen B&W in ieder geval moeten aantonen/betrekken:

  • dat het aannemelijk is dat voor het project niet eenvoudig kan worden voorzien in een alternatief voor de gasvoorziening en dat het project vertraging zal oplopen;
  • de vertraging moet enkel te voorkomen zijn door het toestaan van een (gas)aansluiting;
  • dat aannemelijk is dat de omgevingsvergunningaanvraag voor het project in de periode van 1 juli 2018 tot 1 januari 2019 zal worden ingediend.

Beroep op schaarse productiemiddelen

Tot slot kunnen B&W ook besluiten dat in een gebied de nieuwbouw wordt aangesloten op aardgas als het aanpassen van een reeds ontworpen bouwwerk naar een bouwwerk zonder voorziening voor aardgas een problematisch beroep doet op schaarse productiemiddelen in de bouwsector. Hierbij is van belang dat de capaciteit in de bouwsector op dit moment al onvoldoende is om de vraag op de woningmarkt bij te houden.

In de onderbouwing zullen B&W in ieder geval moeten aantonen/betrekken:

  • het significante beslag dat de aanpassingen doen op de capaciteit van het desbetreffende bouwbedrijf of de toeleverancier waardoor minder nieuwe projecten kunnen worden opgestart;
  • dat aannemelijk is dat de omgevingsvergunningaanvraag voor het project in de periode van 1 juli 2018 tot 1 januari 2019  zal worden ingediend.

Resumé

Ingegeven door de sterk verminderde gaswinning in Groningen is verplicht gasloos bouwen in zeer korte tijd concreet geworden. Om de negatieve gevolgen hiervan voor de woningproductie in deze tijd van woningkrapte enigszins te verzachten, heeft de minister een (concept) ministeriële regeling gepubliceerd met daarin zes uitzonderingssituaties op grond waarvan B&W gebieden kunnen aanwijzen waarin nog (even) een gasaansluitplicht van toepassing is.

Ontwikkelaars, bouwers en corporaties zullen op korte termijn met name de uitzonderingen voor tijdelijke situaties van artikel 2 van de regeling (tot 1 januari 2019) verwelkomen. Voorzienbaar is dat een flink aantal van hen een beroep zal doen op deze uitzonderingsregeling. B&W zullen bij het al dan niet inwilligen van deze verzoeken een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit uitgebreid moeten motiveren. Leidraad moet daarbij steeds zijn dat gasloos bouwen de nieuwe norm is.

Mocht je naar aanleiding van deze blog nog vragen hebben, neem dan gerust contact met mij op.