• Home |
  • Kennis |
  • Binnenlands Bestuur: Let op ‘derden’ in Bibob-register

Binnenlands Bestuur: Let op ‘derden’ in Bibob-register

Binnenlands Bestuur

De tweede tranche van de Wet Bibob heeft de mogelijkheden van het eigen Bibob-onderzoek van bestuursorganen verruimd. Dat concludeert Jorg Heemskerk in het artikel op Binnenlands Bestuur nu de tweede tranche ruim een half jaar van kracht is.

In dit artikel schrijft Wouter Boonstra over de opties die de Wet Bibob biedt voor gemeente bij onderlinge informatiedeling. Maar wees je als gemeente bewust van de positie van derden. Het volledige artikel lees bij Binnenlands Bestuur.

Invloed tweede tranche

Deze week bleek dat het Landelijk Bureau Bibob (LBB) vorig jaar minder adviesaanvragen heeft ontvangen van bestuursorganen dan het jaar ervoor en ook dat er minder adviezen zijn gegeven. De reden lag volgens de bestuursorganen in de verslechterde economische situatie, arbeidsmarktkrapte en lokale beleidswijzigingen. 

Wat valt u ruim een half jaar na de inwerkingtreding van de tweede tranche van de Wet Bibob nog meer op?

Er zijn meer mogelijkheden voor bestuursorganen om informatie onderling en met het LBB te delen. Ook zijn meer fiscale gegevens te verkrijgen in het kader van het eigen Bibob-onderzoek en is het toepassingsbereik van de Wet Bibob uitgebreid. Het is een levende wet, die steeds verder wordt uitgebreid. De wet kan nu onder andere ook toegepast worden op (semi)open house- of toelatingsprocedures en op meer vastgoedtransacties dan voor de wijziging.

Zo is het verlenen van toestemming voor vervreemding van een opstalrecht onder het bereik van de Wet Bibob komen te vallen en kan ook een kettingbeding worden gevestigd, waarin wordt bepaald dat voor opvolgende vervreemding, vestiging of wijziging, toestemming van de betreffende rechtspersoon vereist is. De gewijzigde wet kwalificeert een dergelijke toestemming als een vastgoedtransactie en valt daarmee onder de reikwijdte van de Wet Bibob. Bovendien is er een Bibob-register in het leven geroepen waarin bestuursorganen kunnen inzien over welke doorslaggevende relaties er gevaarsconclusies zijn getrokken.

Niet alleen door het LBB, maar ook door andere bestuursorganen in het kader van hun eigen onderzoek. Zo is beter bekend waarop eerdere gevaarsconclusie zijn gebaseerd, wat weer mee kan wegen om al dan niet diepgravender Bibob-onderzoek te doen.’

Wat is uw eindconclusie over de tweede tranche van de Wet Bibob?

‘Het toepassingsbereik is uitgebreid en in open houseprocedures en kettingbedingen kunnen bestuursorganen daar iets mee. Het is even afwachten of meer bevoegdheden voor het verkrijgen van fiscale gegevens leiden tot een afname van het aantal Bibob-adviezen van het LBB, maar hoe meer eigen onderzoek men doet, hoe beter.’ 

Lees het volledige verhaal over over de tweede tranche van de Wet Bibob op de website van Binnenlands Bestuur.

Stel je vragen aan onze specialisten

“Neem contact met mij op en ontvang antwoord op jouw vragen. Ik ben bereikbaar per mail of telefoon.”
Jorg Heemskerk