• Home |
  • Kennis |
  • Herbestemmen van VAB-locaties: s(t)alderen vanwege provinciale regels

Herbestemmen van VAB-locaties: s(t)alderen vanwege provinciale regels

VAB-locaties

In mijn vorige blog in de reeks over het herbestemmen van vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing (VAB) heb ik aandacht besteed aan gemeentelijke VAB-beleid en de (on)mogelijkheden om sloopverplichtingen op te leggen aan eigenaren van een VAB-locatie.

Eigenaren hebben niet alleen rekening te houden met gemeentelijk beleid en (sloop)regels, maar eveneens met provinciale regels en beleid. Provinciale Staten zijn bevoegd om regels over de ruimtelijke ordening te stellen.

In twee blogs laat ik aan de hand van de Brabantse stalderingsregels zien wat de impact van deze regels kan zijn.

In deze blog komt aan de orde wat staldering inhoudt en welke eisen provinciale staten kunnen stellen in provinciale regels.

De betekenis voor aanvragen om een omgevingsvergunning, de praktische implicaties en gevolgen voor VAB-eigenaren van de stalderingsregels komen in de volgende blog aan bod.

Stalderen: wat is het?

Staldering houdt in dat voor iedere vierkante meter uitbreiding van dierenverblijven eerst elders stalruimte moet verdwijnen. Er wordt dus een koppeling gelegd tussen het oprichten van dierenverblijven op de ene plek en de sloop van dierenverblijven op een andere plek.

De stalderingsgregels gelden niet voor alle soorten veehouderijen; nertsenhouderijen, melkrundveehouderijen en schapenhouderijen zijn uitgezonderd.

De stalderingsregels gelden alleen in stalderingsgebieden. Daarvan zijn er zes aangewezen in Midden- en Oost-Brabant. Het saneren van dierenverblijven moet plaatsvinden binnen hetzelfde stalderingsgebied als waar de uitbreiding is voorzien.

Stalruimte kan op twee manieren gesaneerd worden. Ofwel door stallen te slopen, ofwel door het gebruik van dierenverblijven feitelijk en juridisch te beëindigen. Juridisch beëindigen betekent in dit geval het toekennen van een andere bestemming waarmee juridisch is geborgd dat de gebouwen niet opnieuw als dierenverblijf gebruikt kunnen worden.

Het één-op-één slopen of herbestemmen van stalruimte is niet voldoende. De provincie eist dat als wordt gekozen voor het slopen, tenminste 120% van de uitbreiding van stalruimte gesloopt moet worden. Bij herbestemmen bedraagt het percentage zelfs 200%.

Voor elke nieuwe vierkante meter aan dierenverblijf bij een hokdierhouderij moet er in hetzelfde stalderingsgebied dus ofwel 1,2 vierkante meter gesloopt worden, ofwel 2 vierkante meter worden beëindigd en herbestemd.

Mag een provincie dit soort eisen stellen?

De stalderingsregels zijn onderdeel van de Interim-Omgevingsverordening. Deze interim verordening vervangt onder meer de Verordening ruimte en de Verordening natuurbescherming, vooruitlopend op de Omgevingsverordening onder de Omgevingswet.

Staldering is op twee plekken in deze Interim-Omgevingsverordening geregeld, namelijk in de vorm van instructieregels (op grond van artikel 4.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening) en in de vorm van rechtstreeks werkende regels (op grond van artikel 4.1, derde lid, van de Wro).

Instructieregels en rechtstreeks werkende regels

Er bestaat een onderscheid tussen instructieregels en rechtstreeks werkende regels.

Indien provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken, kunnen provinciale staten instructieregels vaststellen. De gemeenteraad heeft in dat geval een jaar de tijd om de instructieregels om te zetten in bestemmingsplannen. Vanaf dat moment sorteren de regels effect bij burgers en bedrijven.

In sommige gevallen wil de provincie dat de regels al eerder effectief zijn. Om dat te bereiken kan de provincie rechtstreeks werkende regels opnemen in een verordening, indien het noodzakelijk is om te voorkomen dat gronden of bouwwerken minder geschikt worden voor het verwezenlijken van de doelen waarvoor de instructieregels zijn gesteld. Het juridische gevolg van het stellen van rechtstreeks werkende regels is dat een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen of het wijzigen van gebruik niet alleen moet voldoen aan het bestemmingsplan, maar ook aan de betreffende verordeningsregels.

Ruimtelijk belang

De stalderingsregels dienen twee doelen: het tegengaan van verdere regionale concentratie van veehouderijen en het tegengaan van leegstand. Dit zijn ruimtelijke doelen. Dit is bevestigd in een uitspraak van 7 november 2018 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2018:3609).

De provincie is bevoegd om instructieregels en rechtstreeks werkende regels vast te stellen over onderwerpen die een ruimtelijk provinciaal belang dienen. De stalderingsregels dienen zo’n ruimtelijk belang.

Evenredigheid

De conclusie dat de provincie bevoegd is, betekent niet dat de eisen die gesteld kunnen worden in provinciale regels onbegrensd zijn.

In de eerste plaats mogen de regels niet verder gaan dan nodig is om het beoogde doel te bereiken.

In de tweede plaats mogen de financiële gevolgen niet onevenredig hoog zijn tot het te dienen doel van de regels.

Of te maken stalderingskosten evenredig zijn, is onder meer afhankelijk van de verhouding tussen de totale investeringskosten die gepaard gaan met de voorgenomen uitbreiding van de dierverblijven. In verschillende uitspraken heeft de Afdeling inmiddels uitgemaakt dat de stalderingsregeling niet onevenredig bezwarend is (zie bijv. de uitspraken van 12 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:452 en 30 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2317).

Conclusie

De stalderingsregels dienen een ruimtelijk belang en zijn volgens de Afdeling niet onevenredig in verhouding tot de te dienen doelen. De stalderingsregels zijn als instructieregel én als rechtstreeks werkende regel rechtmatig vastgesteld.

Nieuwsgierig geworden naar de gevolgen van provinciale regels voor nieuwe en lopende aanvragen om een omgevingsvergunning? Lees dan ook mijn volgende blog over de impact van provinciale (stalderings)regels.

Vragen over de herbestemming van VAB’s?

Heb je een vraag over de herbestemming van vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing in jouw gemeente? Neem dan contact op met  Dianne Jennissen.