Het Didam-arrest

Didam arrest

De Hoge Raad heeft in het Didam-arrest overwogen dat de overheid bij het aangaan en uitvoeren van privaatrechtelijke overeenkomsten gebonden is aan het gelijkheidsbeginsel. Dit beginsel brengt met zich mee dat de overheid bij de verkoop van een onroerende zaak ruimte moet bieden aan (potentiële) gegadigden om mee te dingen naar de betreffende onroerende zaak. De overheid dient daarvoor een openbare selectieprocedure op te tuigen.

De overheid dient met inachtneming van de aan haar toekomende beleidsvrijheid, ten behoeve van de selectieprocedure die doorlopen moet worden, criteria op te stellen aan de hand waarvan een koper geselecteerd wordt. Deze criteria moeten objectief, toetsbaar en redelijk zijn.

De overheid dient in het kader van de selectieprocedure ook een passende mate van openbaarheid te bieden met betrekking tot de beschikbaarheid van de onroerende zaak, de selectieprocedure, het tijdschema en de toe te passen selectiecriteria. Dat betekent onder meer dat voor iedereen duidelijk moet zijn wat de selectiecriteria zijn én dat de criteria op een zodanig tijdstip moeten worden gepubliceerd dat potentiële gegadigden voldoende gelegenheid hebben om hun interesse kenbaar te maken.

De verplichting om mededingingsruimte te bieden, geldt niet als op basis van objectieve, toetsbare en redelijke criteria kan worden vastgesteld dat er redelijkerwijs maar één serieuze gegadigde is die in aanmerking komt voor de onroerende zaak. De overheid dient in dat geval het voornemen tot verkoop te publiceren op een zodanige wijze dat iedereen daarvan kennis kan nemen. Verder dient de overheid in de publicatie te motiveren op basis van welke objectieve, toetsbare en redelijke criteria zij tot de conclusie is gekomen dat de potentiële gegadigde als enige serieuze gegadigde kwalificeert.

Als naar aanleiding van de publicatie zich geen andere gegadigden melden, dan kan worden afgezien van een selectieprocedure en kan de koopovereenkomst tussen de overheid en de enige serieuze gegadigde worden gesloten.

Als zich wel één of meerdere andere gegadigde(n) melden naar aanleiding van de publicatie, zal in de eerste plaats moeten worden beoordeeld of het inderdaad gaat om serieuze gegadigden. De overheid zal onder meer moeten nagaan of de andere gegadigden tevens voldoen aan de in de publicatie gestelde criteria. Als blijkt dat dit het geval is, zal de overheid alsnog een selectieprocedure moeten optuigen.

De reikwijdte van de Didam-regels  

In de rechtspraak en literatuur wordt algemeen aangenomen dat de regels uit het Didam-arrest (hierna: ‘de Didam-regels’) gelden voor alle privaatrechtelijke overeenkomsten die de overheid sluit met betrekking tot goederen, voor zover het aanbestedingsrecht niet van toepassing is. De overheid dient de Didam-regels dus niet alleen in acht te nemen wanneer zij een koopovereenkomst sluit, maar ook als de overheid een huurovereenkomst, een bruikleenovereenkomst, een pachtovereenkomst of ruilovereenkomst sluit of als zij een opstalrecht of erfpachtrecht vestigt. De Didam-regels zijn verder van toepassing in de situatie waarin de overheid aandelen verkoopt. Tot slot verbieden de Didam-regels het de overheid om mee te werken aan overname van een huurovereenkomst door een derde.

Wil je meer weten? Bekijk dan de webinars:

Stel je vragen aan onze specialisten

“Neem contact met mij op en ontvang antwoord op jouw vragen. Ik ben bereikbaar per mail of telefoon.”
Afbeelding voor Stel je vragen aan onze specialisten