• Home |
  • Kennis |
  • IB-onderneming omzetten naar BV: waarom, wanneer en hoe?

IB-onderneming omzetten naar BV: waarom, wanneer en hoe?

IB onderneming

Iedere ondernemer moet een passende rechtsvorm kiezen voor zijn bedrijf. Veel startende ondernemers kiezen voor een eenmanszaak als zij alleen aan de slag gaan. Als sprake is van meerdere ondernemers dan is meestal sprake van een vennootschap onder firma (ook wel afgekort tot ‘VOF’).

IB-onderneming

De eenmanszaak en de VOF worden samen met de maatschap en commanditaire vennootschap IB-ondernemingen genoemd. Onderneem jij met een eenmanszaak, VOF, maatschap of commanditaire vennootschap, dan wordt de winst uit jouw onderneming namelijk belast in box 1 van de inkomstenbelasting.

IB-ondernemingen zijn voor startende ondernemers aantrekkelijk, omdat deze makkelijk zijn op te zetten en enkele fiscale voordelen bieden.

Naarmate de tijd vordert en de onderneming groeit kan er een moment komen waarop het minder aantrekkelijk wordt om te ondernemen door middel van een IB-onderneming. Een IB-onderneming kan dan worden omgezet in een onderneming die onderhevig is aan de vennootschapsbelasting, zoals de BV. Dit omzetten wordt ook wel het “inbrengen” van een IB-onderneming in de BV genoemd.

In deel 1 van deze blogreeks zal ik kort antwoord geven op de volgende vragen:

  • waarom zou je jouw IB-onderneming willen inbrengen in een BV?
  • wanneer is hiervoor het meest geschikte moment?
  • hoe gaat het inbrengen formeel in zijn werk?

Omdat de eenmanszaak en de VOF de meest gebruikte IB-ondernemingen zijn, stel ik die in dit artikel centraal.

Waarom en wanneer?

De twee belangrijkste overwegingen om te kiezen voor inbreng van jouw eenmanszaak of VOF in een BV zijn aansprakelijkheid en fiscaliteit.

Aansprakelijkheid

Voor verplichtingen die ondernemers aangaan vanuit hun eenmanszaak of VOF kunnen schuldeisers verhaal nemen op het privévermogen van de betrokken ondernemers. Voor de VOF geldt dit ook als jij niet zelf, maar jouw medevennoot, degene is die de verplichting namens de VOF is aangegaan. Als een ondernemer gehuwd is in een gemeenschap van goederen kunnen de schulden onder omstandigheden ook op de goederen van de gemeenschap worden verhaald.

De BV is een rechtspersoon, wat bekent dat de BV door het Nederlands recht wordt gezien als een zelfstandige drager van rechten en plichten. Deze rechtspersoonlijkheid heeft tot gevolg dat verplichtingen die namens een BV zijn aangegaan in principe alleen kunnen worden verhaald op de BV (enkele uitzonderingen daargelaten). Bestuurders en/of aandeelhouders van een BV kunnen in beginsel niet worden aangesproken voor het nakomen van verplichtingen die namens de BV rechtsgeldig zijn aangegaan.

Door jouw eenmanszaak of VOF in te brengen in de BV worden verhaalsmogelijkheden van zakelijke crediteuren beperkt, mits dit op de juiste manier wordt gedaan. Naarmate een onderneming groeit, de risico’s toenemen en de financiële belangen groter worden, kan het om die reden aantrekkelijker zijn te ondernemen met een BV.

Fiscaliteit

Zoals ik eerder al aangaf wordt winst voor ondernemers die gebruikmaken van een IB-onderneming belast in box 1 van de inkomstenbelasting. Een belastbaar inkomen tot een bedrag van € 68.508 wordt in box 1 belast tegen een tarief van 37,10%. Vanaf € 68.508 wordt belast tegen een tarief van 49,50% (tarieven 2021).

Startende IB-ondernemers kunnen daarnaast gebruikmaken van de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek en de MKB-winstvrijstelling. Dit levert startende ondernemers met een IB-onderneming fiscale voordelen op.

Winst die in de BV wordt gemaakt valt onder de vennootschapsbelasting. Bij een winst tot € 245.000 bedraagt de belasting over het resultaat in de BV 15%. Bij een winst hoger dan € 245.000 is dit 25% (tarieven 2021). Eventuele uitkeringen van winst aan aandeelhouders (met een belang van minimaal 5%) worden daarnaast belast in box 2 van de inkomstenbelasting. Dat geldt ook voor de winst die wordt gemaakt bij verkoop van aandelen.

Afhankelijk van de fiscale situatie van de ondernemer en de onderneming kan het fiscaal voordeliger uitpakken om te ondernemen met een BV. Het omslagpunt (het moment waarop en BV fiscaal gezien voordeliger uitpakt dan een eenmanszaak of VOF) ligt bij een jaarlijkse winst van om en nabij € 100.000 tot € 150.000.

Uiteraard hangt dit sterk af van jouw persoonlijke (fiscale) situatie en die van jouw onderneming. Overleg daarom altijd eerst met jouw accountant en/of belastingadviseur om te bekijken of de BV jou fiscaal voordeel oplevert.

Hoe?

Op het moment dat een eenmanszaak of VOF wordt omgezet in een BV, wordt deze onderneming feitelijk overgeheveld van het ene belastingregime (de inkomstenbelasting) naar het andere belastingregime (de vennootschapsbelasting). Voor de inkomstenbelasting wordt de IB-onderneming op dat moment dan ook gestaakt.

In principe moet de stakend ondernemer op dat moment stakingswinst betalen over het verschil tussen de werkelijke waarde van de onderneming en de fiscale boekwaarde op het moment van het staken. Dit wordt ook wel “afrekenen” genoemd.

Afrekenen is niet altijd wenselijk. Daarom kent de Wet op de Inkomstenbelasting faciliteiten die voorkomen dat ondernemers bij het inbrengen van IB-onderneming in een BV moeten afrekenen. Deze faciliteiten hangen samen met de manieren waarop een eenmanszaak of VOF kan worden ingebracht in een BV. Grofweg kan dit op 3 manieren.

1. Ruisende inbreng

Een IB-onderneming kan ruisend worden ingebracht in de BV. Bij ruisende inbreng wordt de IB-onderneming overgedragen aan de BV tegen uitreiking van aandelen en wordt de IB-onderneming gestaakt. Er moet in dit geval in principe worden afgerekend. Om belastingheffing te voorkomen kan een lijfrente worden bedongen bij de eigen BV voor het bedrag aan stakingswinst. Deze inbreng kan fiscaal gezien met terugwerkende kracht plaatsvinden.

2. Geruisloze inbreng

Een IB-onderneming kan geruisloos worden ingebracht in de BV. Bij geruisloze inbreng wordt de IB-onderneming overgedragen aan de BV tegen uitreiking van aandelen en wordt de IB-onderneming geacht niet te zijn gestaakt. De BV treedt in de plaats van de IB-onderneming (met dezelfde boekwaarden) en er vindt geen afrekening plaats. Ook deze inbreng kan fiscaal gezien met terugwerkende kracht plaatsvinden.

3. Activa-passiva transactie

Een IB-onderneming kan ook door middel van een activa-passiva transactie worden overgedragen aan de BV. Net als bij de ruisende inbreng wordt de IB-onderneming bij een activa-passiva transactie gestaakt en moet er worden afgerekend. Hiervoor bestaat geen fiscale faciliteit. Fiscaal terugwerkende kracht is bij de activa-passiva transactie niet mogelijk.

Keuze afhankelijk van situatie

De ruisende inbreng en de geruisloze inbreng zijn fiscale faciliteiten waarvan ondernemers alleen gebruik kunnen maken als zij (op tijd) voldoen aan een aantal voorwaarden. Deze voorwaarden zullen nader worden toegelicht in deel 2 van deze blogreeks.

Ook hiervoor geldt dat een optimale keuze steeds zal samenhangen met de (fiscale) situatie van de ondernemer en zijn onderneming. Overleg daarom altijd eerst met jouw accountant en/of belastingadviseur om te bekijken welke wijze van inbreng het best bij jouw situatie past.

Vragen?

Vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met een van onze andere experts op het gebied van het ondernemingsrecht. Wil je deze blogs automatisch in je mailbox ontvangen? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief Ondernemerszaken om op de hoogte gehouden te worden.