Inbreng in maatschap en toch persoonlijk gebruik

Afbeelding voor Inbreng in maatschap en toch persoonlijk gebruik

Een discussie die vaker speelt bij pachtovereenkomsten is de vraag of de pachter het gepachte nog persoonlijk gebruikt. Wie heeft de zeggenschap over het gepachte? Is die zeggenschap niet meer aanwezig bij de pachter dan kan ontbinding van de overeenkomst worden gevorderd.

In de procedure bij de pachtkamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant staat centraal of de pachter het gepachte persoonlijk, voor eigen rekening en risico exploiteert. Als dat niet het geval is, schiet hij als pachter ernstig te kort in de nakoming van zijn verplichtingen. Reden voor de ontbinding van een pachtovereenkomst. Ook komt het dringend eigen gebruik van de verpachter aan bod.

De pachtkamer oordeelt dat de pachter verantwoordelijk is voor het teeltrisico, zodat de vordering tot ontbinding wordt afgewezen. Het niet persoonlijk gebruiken van het gepachte is niet aangetoond. In deze blog gaan wij uitgebreid op deze zaak in. Wanneer is er nu sprake van persoonlijk gebruik van het gepachte? En wanneer heeft een verpachter daadwerkelijk het gepachte dringend nodig voor eigen gebruik?

Wat speelt er in deze zaak?

Tussen de verpachter en de pachter bestaat een schriftelijke pachtovereenkomst. De pachter pacht een aantal percelen landbouwgrond met een oppervlakte van 48 hectare (het Gepachte).

De pachter is met zijn zoon een vennootschap onder firma (VOF 1) aangegaan. De pachter heeft via de vennootschapsakte het Gepachte in VOF 1 ingebracht als opbrengend vermogen. Verder heeft de pachter ook met zijn neef een samenwerkingsverband. Deze samenwerking is ook vastgelegd in een vennootschap onder firma (VOF 2). VOF 2 koopt en verkoopt bijna alle producten die geteeld worden op het bedrijf van de pachter. Verder kopen VOF 1 en VOF 2 gezamenlijk zaai- en pootgoed, kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen in.

De verpachter geeft aan dat hij het Gepachte zelf nodig heeft. De verpachter exploiteert namelijk in maatschapsverband een landbouwbedrijf samen met zijn echtgenote en drie zonen. Zijn drie zonen zijn van plan om – op termijn – het landbouwbedrijf over te nemen en voort te zeten. Daarom heeft de verpachter op 9 april 2021 de pachtovereenkomst opgezegd tegen 1 december 2024. De pachter komt in verzet tegen de opzegging per 1 december 2024.

De verpachter stapt naar de pachtkamer en vordert de ontbinding van de pachtovereenkomst. Mocht deze vordering niet worden toegewezen, dan vordert hij dat de pachtkamer bepaalt dat de pachtovereenkomst eindigt per 1 december 2024.

De vordering tot ontbinding van de pachtovereenkomst

Als eerste vordert de verpachter dus ontbinding van de pachtovereenkomst. Hij stelt dat de pachter tekortschiet in het nakomen van de pachtovereenkomst. Volgens de verpachter heeft de pachter het opbrengend vermogen van het Gepachte ingebracht in VOF 1 of VOF 2. Dat is volgens de verpachter in strijd met artikel 6 van de pachtovereenkomst en met artikel 7:347 BW. Er zou geen sprake meer zijn van het persoonlijk gebruik.

Artikel 7:347 BW

In artikel 7:347 BW staat dat een pachter verplicht is zich als een goed pachter te gedragen ten aanzien van het gebruik van het gepachte. Dit betekent onder meer dat de pachter het Gepachte persoonlijk moet gebruiken. De pachter hoort in beginsel de dagelijkse leiding over de exploitatie van het Gepachte te hebben en zelf gebruik te maken van het opbrengend vermogen van het Gepachte.
 
De vraag is of, nu het opbrengend vermogen van het Gepachte is ingebracht in VOF 1, de pachter het Gepachte wel persoonlijk in gebruik heeft.

Rechtbank wijst vordering tot ontbinding af

De pachtkamer oordeelt dat het inbrengen van het gebruik van het Gepachte in een (personen)vennootschap (VOF 1) niet in de weg staat om het Gepachte persoonlijk in gebruik te hebben. De pachter moet wel de zeggenschap over het Gepachte uitdrukkelijk of stilzwijgend voorbehouden. Oftewel, uit een schriftelijke verklaring of feitelijke gedragingen van de pachter moet blijken dat hij de dagelijkse leiding over de exploitatie van het Gepachte heeft en het Gepachte persoonlijk in gebruik heeft.
 
Het is dus mogelijk om als pachter (een gedeelte van) het opbrengend vermogen van het Gepachte in een samenwerkingsverband in te brengen. Dit, zolang de pachter het gepachte persoonlijk gebruikt.

Volgens de pachtkamer heeft de pachter uitdrukkelijk het zeggenschap over het Gepachte voorbehouden. Dit heeft hij gedaan door in de vennootschapsakte van VOF 1 op te nemen dat hij alle rechten die voortvloeien uit de pachtovereenkomst en het gehele zeggenschap over het Gepachte behoudt. Hierdoor behoudt de pachter de dagelijkse leiding over de exploitatie van het Gepachte. De pachtkamer concludeert dan ook dat persoonlijk gebruik wordt gemaakt van Gepachte. De pachter schiet daarmee dus niet (in ernstige) mate tekort in zijn verplichting. De vordering tot ontbinding van de pachtovereenkomst wordt daarom afgewezen.

Kan de verpachter de overeenkomst nog beëindigen?

De verpachter vordert echter subsidiair beëindiging per 1 december 2024 op grond van artikel 7:370 lid 1 sub b BW. Dit artikel bepaalt dat een rechter een beëindigingsvordering toewijst als de verpachter aannemelijk maakt dat hij, zijn echtgenoot of zijn kinderen het gepachte duurzaam in gebruik wil(len) nemen en de verpachter het gepachte daartoe dringend nodig heeft.

Eigenaarsbelang weegt zwaarder?

Volgens de verpachter heeft hij het Gepachte nodig om de bedrijfsovername van zijn drie zonen mogelijk te maken. Hij voert aan dat zijn eigenaarsbelang zwaarder weegt dan het belang van de pachter om 48 hectare te blijven pachten.

De pachter betwist dat het eigenaarsbelang zwaarder moet wegen. Voor beëindiging van de pachtovereenkomst staat het eigenaarsbelang van de verpachter niet per definitie boven het belang van de pachter als de verpachter de pachtgrond voor zij eigen agrarische onderneming wil gaan gebruiken. De pachtovereenkomst kan alleen beëindigd worden wanneer het eigen gebruik daadwerkelijk door de verpachter wordt voorgenomen en dit daadwerkelijk duurzaam, dringend en realiseerbaar is.

Wie heeft gelijk, de verpachter of de pachter?

Voor het toewijzen van de beëindigingsvordering moet sprake zijn van een dringend eigen gebruik. Het is overigens niet zo dat als sprake is van dringend eigen gebruik, de beëindigingsvordering automatisch wordt toegewezen. De vordering wordt afgewezen als de pachter door toewijzing in de problemen komt en als het voorgenomen gebruik van de verpachter niet van ‘overwegende’ betekenis is.

Als onderbouwing legt de verpachter een bedrijfsplan over. Uit het bedrijfsplan blijkt niet óf en in welke mate de zonen van de verpachter in het bedrijf werkzaam zijn. Verder wordt niet aangegeven op welke termijn de zonen tot het bedrijf toe zullen treden en of zij voor hun inkomen daarvan afhankelijk worden. In ieder geval is niet duidelijk dat dit per 1 december 2024 het geval zal zijn. De pachtkamer komt tot de conclusie dat de verpachter niet duidelijk maakt waarom hij het Gepachte dringend voor eigen gebruik nodig heeft.

Conclusie

De pachtkamer wijst de vordering tot ontbinding van de pachtovereenkomst af. Dat het Gepachte is ingebracht in de VOF maakt niet dat de pachter het Gepachte niet persoonlijk gebruikt. Maar ook de tweede poging van de verpachter om van de pachtovereenkomst af te zijn – met de beëindigingsvordering – slaagt niet. De verpachter heeft onvoldoende onderbouwd dat hij het Gepachte dringend voor eigen gebruik nodig heeft.

Laat je bijstaan door onze experts

Uit deze uitspraak volgt dat er discussies kunnen ontstaan over het persoonlijk gebruik van pachtgronden bij de inbreng in een maatschap of samenwerkingsverband. Maar ook over vermeend dringend eigen gebruik van de verpachter. De wet- en regelgeving in deze luistert nauw. Om  die reden is het verstandig je bij te laten staan door een van onze experts. Heb je vragen over persoonlijk gebruik van pachtgronden en/of dringend eigen gebruik? Of hulp nodig bij een geschil? Neem dan contact op met José Jochemsen-Vernooij of Sjoerd Kniestedt.

Stel je vragen aan onze specialisten

“Neem contact met mij op en ontvang antwoord op jouw vragen. Ik ben bereikbaar per mail of telefoon.”
Afbeelding voor Stel je vragen aan onze specialisten