• Home |
  • Kennis |
  • Inperken vergunningvrij bouwen in het bestemmingsplan

Inperken vergunningvrij bouwen in het bestemmingsplan

Inperken vergunningvrij bouwen in het bestemmingsplan

Met de uitspraak van 21 februari 2018 heeft de Afdeling nog eens bevestigd dat bij een bestemmingsplan de regeling voor vergunningvrij bouwen op erven in achtererfgebied kan worden ingeperkt. Daarbij is in aanvulling op eerdere jurisprudentie een meer expliciete bestemmingsplanregel tot uitsluiting van gronden als erf niet als onaanvaardbare doorkruising van de regeling voor vergunningvrij bouwen aangemerkt.

Inperking regeling vergunningvrije bouwmogelijkheden?

Bij de vergunningvrije bouwmogelijkheden op grond van het Bor isde definitie voor het begrip erf (artikel 1, lid 1, Bor), die samenhangt met de definitie voor achtererfgebied, van belang. De definitie luidt als volgt:

“erf: al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.”

In artikel 2 van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor) is de regeling voor vergunningvrij bouwen opgenomen. Die wettelijke regeling kan door gemeenten in bestemmingsplannen niet zomaar worden doorkruist. Gemeenten kunnen in beginsel bij een bestemmingsplan de “feitelijke inrichting van het perceel (erf) bij een hoofdgebouw ten dienste van het gebruik van dat gebouw” niet verbieden.

Uitgangspunt is volgens de Afdeling dat het gehele perceel bij een hoofdgebouw in beginsel als erf kan worden aangemerkt. Echter uit de systematiek van een bestemmingsplan of beheersverordening kan voortvloeien dat bepaalde verder van het hoofdgebouw af gelegen delen van een perceel niet als erf aangemerkt kunnen worden.

Vergunningvrij bouwen erf en bestemmingsplannen

Om de vergunningvrije bouwmogelijkheden in te perken, is het zaak om bij een bestemmingsplan (delen van) een perceel bij een woning niet meer als “erf” aan te merken.

In dit licht kon de Afdeling zich eerder vinden in vergunningvrij bouwen inperkende bestemmingsplannen waarbij voor een perceel bij een woning en de daarvoor geldende woonbestemming was voorzien in:

  1. Een dubbelbestemming (zie ECLI:NL:RVS:2017:3267);
  2. een aanduiding (zie ECLI:NL:RVS:2013:228) (en ook TBR 2013/116, m.nt. B. Rademaker), waar B&W vanwege de aanduiding “landschapswaarden” een bouwstop mochten opleggen bij de bouw van een garage); of
  3. een andere bestemming (zie ECLI:NL:RVS:2013:340) (en ook TBR 2013/131, m.nt. B. Rademaker), waar het dagelijks bestuur van een stadsdeel van Amsterdam vanwege een bestemming “Groenvoorzieningen (Rg)” voor rondom de woning gelegen openbaar gebied een handhavend mocht optreden tegen een aanbouw.

De Afdeling wijst bij deze jurisprudentie en ook bij de uitspraak van 21 februari 2018 op de Nota van Toelichting van het Bor (zie Stb. 2010, nr. 143, p. 134-145 en Stb. 2014, 333, p. 43-45) en de daarin beschreven mogelijkheid om via het bestemmingsplan, uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, het vergunningvrij bouwen van percelen met een bijzondere stedenbouwkundige of landschappelijke waarden in te perken.

Uitspraak 21 februari 2018

In de uitspraak van 21 februari 2018 ging het om een bestemmingsplan voor 9 woningen op een inbreidingslocatie in Steenbergen. Rondom de woonbestemming voor deze woningen inclusief hun erven is aan een smalle strook gronden aan drie zijden de bestemming “Tuin” toegekend. In de bijhorende planregel is onder meer expliciet bepaald:

“deze gronden dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan.”

Anders dan in de hiervoor onder 1 t/m 3 genoemde gevallen is met deze andere bestemming “Tuin” en de planregel die desbetreffende gronden van het plangebied als erf uitsluiten, nog geen (begin van een) ruimtelijke onderbouwing van de inperking van de vergunningvrije bouwmogelijkheden gegeven.

De Afdeling overweegt hierover dan ook – in lijn met een voorbeeld voor een tuinbestemming in de Nota van Toelichting – dat een dergelijke planregeling zonder deze aan de hand van locatie-specifieke omstandigheden ruimtelijk te onderbouwen, een onaanvaardbare doorkruising van de regeling in het Bor voor vergunningvrij bouwen zou betekenen.

In dit geval bleef het bestemmingsplan in stand. De gemeenteraad had de inperking voldoende onderbouwd door te wijzen op de locatie-specifieke omstandigheden van veel bestaande bebouwing in de omgeving en een door reeds aanwezige bebouwing ingeklemd en kleinschalig binnenterrein. Met het oog op de stedebouwkundige structuur ter plaatse en een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kon de raad middels voornoemde expliciete planregel de mogelijkheid van het zowel in de breedte als diepte volbouwen van dit binnenterrein beperken door de inrichting van een klein deel van het plangebied als erf uit te sluiten.

Conclusie

Opnieuw bevestigt de Afdeling dat bij een bestemmingsplan vergunningvrij bouwen kan worden beperkt. Om onaanvaardbare doorkruising van de regeling vergunningvrij bouwen te voorkomen moet – logischerwijs – een ruimtelijke onderbouwing worden gegeven voor de inperking waarbij de redengevende locatie-specifieke omstandigheden inzichtelijk moeten worden gemaakt.

In Steenbergen heeft de raad de inperking vormgegeven door een “andere” bestemming samen met een planregel waarbij (onderbouwd) expliciet plandelen zijn uitgesloten als erf in de zin van het Bor en (dus) de daaraan verbonden vergunningvrije bouwmogelijkheden. Met het oog op de rechtszekerheid verdient deze variant de voorkeur boven de dubbelbestemming of aanduiding voor plandelen zonder expliciete uitsluiting van gronden als erf in de zin van bijlage 2 van het Bor en waaruit dus “slechts” kan worden afgeleid dat ter plaatse vergunningvrij bouwen niet is toegestaan.

Stel je vragen aan onze specialisten

“Neem contact met mij op en ontvang antwoord op jouw vragen. Ik ben bereikbaar per mail of telefoon.”
Afbeelding voor Stel je vragen aan onze specialisten