• Home |
  • Kennis |
  • Gaat de Afdeling een andere koers varen bij spuitzones?

Gaat de Afdeling een andere koers varen bij spuitzones?

afstand spuitzone

Het is vaste rechtspraak dat een afstand van 50 meter tussen gevoelige functies (denk aan woningen) en agrarische bedrijvigheid waarbij gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, moet worden aangehouden bij bestemmingsplannen. Dit in verband met de risico’s voor de volksgezondheid bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Twee uitspraken van de afgelopen maanden geven aanleiding nog eens stil te staan bij deze vaste rechtspraak.

Hoe zit het ook alweer met spuitzones? Naast de vuistregel van 50 meter volgt uit de rechtspraak dat het mogelijk is om deze afstand te verkleinen. Daarvoor moet een deugdelijke motivering worden gegeven. Die motivering moet zijn gebaseerd op een zorgvuldig op de locatie toegesneden onderzoek (ook wel locatiespecifiek onderzoek). Aan dat onderzoek worden hoge eisen gesteld. Denk daarbij aan de gebruikte methode.

Verder is het vaste rechtspraak dat in beginsel moet worden uitgegaan van de maximale planologische mogelijkheden rondom de teelt van gewassen.

Wat stond er nu in de twee uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State? Je leest het in deze blog.

Uitspraak 1: Beperking bedrijfsvoering voldoende meegewogen

In de uitspraak van 25 januari 2023 werd in het kader van een bestemmingsplan aangevoerd dat de raad onvoldoende rekening had gehouden met de belangen van onder meer de naastgelegen agrarische bedrijven. Omliggende agrarische bedrijven zouden door de woning die het plan mogelijk maakt in hun bedrijfsvoering worden beperkt.

De Afdeling wijst op het uitgevoerde onderzoek waarvan zij in het bijzonder de volgende aspecten van belang vindt:

  • op het naastgelegen perceel is geen open teelt aanwezig;
  • in het onlangs uitgebrachte onderzoek van het RIVM (welk onderzoek wordt niet genoemd) zijn geen gezondheidsproblemen naar voren gekomen die samenhangen met het wonen in de nabijheid van bollenteelt. Dit is door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden bevestigd. Dat geen sprake is van gezondheidsproblemen, komt mede omdat telers in de regel niet spuiten bij harde wind of een windrichting richting woningen;
  • het advies om een haag te planten om eventuele drift of andere kansen op aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen in (de tuin van) de woning zoveel als mogelijk uit te sluiten. Dit is via een voorwaardelijke verplichting in de planregels geborgd.

De raad heeft hiermee volgens de Afdeling de belangen van de omliggende bedrijven uitvoerig in kaart gebracht en in zijn belangenafweging betrokken. Daarmee heeft de raad de belangen van omliggende agrarische bedrijven voldoende meegewogen, aldus de Afdeling.

Met andere woorden:

  • de vuistregel van 50 meter (en afwijking daarvan) komt in zijn geheel niet aan de orde;
  • het onderzoek van het RIVM rondom gezondheidseffecten vindt de Afdeling belangrijk, en;
  • de maximale planologische mogelijkheden voor de teelt van (andere) gewassen blijven onbesproken, evenals de driftreductie van een haag en onderbouwing daarvoor.

Uitspraak 2: Woon- en leefklimaat; afwijken van vuistregel voldoende gemotiveerd

Een tweede noemenswaardige uitspraak van 2 november 2022 gaat over het wijzigingsplan ‘Hooghoutseweg 27, Biezenmortel’. Dit wijzigingsplan maakt agrarische bedrijvigheid, waarbij gewasbeschermingsmiddelen kunnen worden gebruikt, mogelijk op korte afstand van de gronden van appellant.

Het college heeft volgens de Afdeling toegelicht waarom in dit geval een kortere afstand dan 50 meter mocht worden gehanteerd. Namelijk omdat via een voorwaardelijke verplichting in de planregels planologisch is verzekerd dat een struweelhaag wordt aangelegd en in stand wordt gehouden. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat het gebruik van gronden voor open teelten van sierplanten en bomen en boomgaarden binnen een afstand van 30 meter tot gevoelige functies voor gewasbeschermingsmiddelen is verboden.

Het locatiespecifieke onderzoek, in het bijzonder de onderbouwing voor de driftreductie van een haag, en de maximale planologische mogelijkheden van teelt van andere gewassen waarbij gewasbeschermingsmiddelen kunnen worden gebruikt, komen niet aan de orde in deze uitspraak.

Andere koers?

Het is onduidelijk hoe de recente uitspraken zich verhouden tot de vaste rechtspraak van de Afdeling over de vuistregel van 50 meter, het locatiespecifieke onderzoek en de maximale planologische mogelijkheden. Gaat de Afdeling een andere koers varen bij dit onderwerp? Of zijn de uitspraken te verklaren door de wijze waarop de appellanten hebben geprocedeerd? Uiteraard volgen wij deze ontwikkelingen op de voet en houden wij jou op de hoogte.

Heb je vragen over spuitzones, bijvoorbeeld bij het opstellen van een bestemmingsplan, neem dan vooral contact met mij op.

Stel je vragen aan onze specialisten

“Neem contact met mij op en ontvang antwoord op jouw vragen. Ik ben bereikbaar per mail of telefoon.”
Eveline Thoonen