Levert gebruik van kraamkooien een overtreding op?

Afwijzing handhavingsverzoek tegen kraamkooien niet zorgvuldig en onvoldoende gemotiveerd.
Volgens het bestreden besluit leidt de traditionele kraamkooi vanwege het gebrek aan bewegingsvrijheid tot stress en abnormaal gedrag bij de zeug. De minister heeft ter zitting desgevraagd erkend dat hierbij sprake is van ‘lijden’ als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid, van het Bhd. Het gebruik van de kraamkooi dient volgens de minister evenwel een redelijk doel — het beperken van biggensterfte — waardoor het lijden van de zeug niet ‘onnodig’ is en gebruik van de kraamkooi gerechtvaardigd is. ViN heeft betoogd dat een wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt dat door het gebruik van kraamkooien minder biggen overlijden. ViN heeft daarbij verwezen naar verschillende rapporten en adviezen. De minister is niet ingegaan op de onderbouwing door ViN van haar standpunt dat niet vast staat dat het gebruik van kraamkooien biggensterfte beperkt. Daarbij komt dat de minister ter zitting ook heeft erkend dat, indien moet worden aangenomen dat de kans dat biggen worden doodgedrukt een paar dagen na de geboorte sterk is afgenomen, langer gebruik van een kraamkooi onnodig is en in dat geval wel degelijk sprake kan zijn van overtreding van artikel 1.6, eerste lid, van het Bhd. De minister heeft niet uitgesloten dat het daarbij inderdaad gaat om langer gebruik dan tot drie of vier dagen na de geboorte. Het College concludeert dat de minister onvoldoende heeft onderzocht en gemotiveerd waarom het gebruik van kraamkooien — ondanks het lijden van de zeugen — een redelijk doel dient. Meer concreet heeft de minister nagelaten te onderbouwen of het gebruik van kraamkooien bij naam-1 biggensterfte vermindert en — zo ja — of daarvoor een langer gebruik dan drie of vier dagen na de geboorte nodig is. Het College is daarom van oordeel dat de conclusie in het bestreden besluit dat geen sprake is van een overtreding van artikel 1.6, eerste lid, van het Bhd, in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel.