• Home |
  • Kennis |
  • Nadeelcompensatie (planschade) onder de Omgevingswet: de regeling en belangrijkste wijzigingen

Nadeelcompensatie (planschade) onder de Omgevingswet: de regeling en belangrijkste wijzigingen

Nadeelcompensatie Omgevingswet

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet wijzigt het planschaderecht zoals we dat nu kennen flink. In een korte reeks van drie blogs informeer ik jou over de nadeelcompensatieregeling onder de Omgevingswet.

In deze eerste blog schets ik in het kort de regeling en stip ik de belangrijkste wijzigingen aan. In de twee volgende blogs ga ik nader in op de gevolgen van de belangrijkste wijzigingen. Dat zijn wijzigingen met betrekking tot de aspecten ‘schademoment en schadevaststelling’ en ‘voorzienbaarheid en normaal maatschappelijk risico’.

In deze blogreeks bespreek ik de nieuwe nadeelcompensatieregeling niet tot in detail. Ik volsta met het benoemen van een aantal belangrijke kenmerken en wijzigingen ten opzichte van het huidige planschaderecht.

Nadeelcompensatie in plaats van planschade

Onder het huidige recht spreken we van planschade. Dit begrip komt onder Omgevingswet niet meer terug. De schade die we nu ‘planschade’ noemen, heet straks ‘nadeelcompensatie’ en is geregeld in afdeling 15.1 van de Ow. De nadeelcompensatieregeling in de Omgevingswet is een aanvulling op titel 4.5 van de Awb en dient in samenhang met die titel te worden gelezen. Titel 4.5 van de Awb gaat over schade die wordt veroorzaakt in de rechtmatige uitoefening van een publiekrechtelijke bevoegdheid of taak. Ook titel 4.5 van de Awb treedt op 1 januari 2024 in werking.

Overgangsrecht

Ik merk op dat wij ook na inwerkingtreding van de Omgevingswet nog lange tijd te maken hebben met planschadeverzoeken op grond van het ‘oude’ recht. Op grond van het overgangsrecht blijft het oude recht namelijk van toepassing op een verzoek om planschadevergoeding als gevolg van bijvoorbeeld een bestemmingsplan, dat wordt ingediend binnen 5 jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet. Deze termijn van 5 jaar is zelfs nog langer als het schadeveroorzakend besluit een bestemmingsplan is dat, op grond van het daarvoor geldende overgangsrecht, pas na 1 januari 2024 (op grond van artikel 3.1 Wro) wordt vastgesteld.

Limitatieve/exclusieve opsomming schade-oorzaken

Artikel 15.1 van de Ow bevat een limitatieve en exclusieve opsomming van schadeveroorzakende besluiten waarvoor (met toepassing van titel 4.5 van de Awb) een aanspraak op nadeelcompensatie kan bestaan. De lijst met schadeveroorzakende besluiten uit artikel 15.1 van de Ow is ruimer dan die in de Wet ruimtelijke ordening. Dit is vooral het gevolg van de bredere reikwijdte van de Omgevingswet.

Een voorbeeld

Schade naar aanleiding van een regel in een waterschapsverordening is nu geregeld in de Waterwet (zie de artikelen 7.14 van de Waterwet). De Waterwet vervalt echter grotendeels. De waterschapsverordening is straks een instrument in de zin van de Omgevingswet. De schade die als gevolg van de waterschapsverordening wordt geleden, wordt straks dus ook genormeerd via de nadeelcompensatieregeling van afdeling 15.1 van de Ow. Daarnaast valt op dat ook besluiten zoals een maatwerkvoorschrift, een toestemming om gelijkwaardige maatregel te treffen en een omgevingsvergunning als schadeveroorzakend besluit genoemd worden.

Van belang is bovendien dat in artikel 15.1, tweede lid, van de Ow is vastgelegd dat, als voor een activiteit een omgevingsvergunning nodig is op grond van bijvoorbeeld een omgevingsplan (omgevingsplanactiviteitvergunning), alleen het besluit tot het verlenen (wijzigingen, intrekken of weigeren) van de omgevingsvergunning voor die activiteit als schadeveroorzakend besluit geldt. Het omgevingsplan zelf zal dus minder vaak dan het bestemmingsplan in de huidige situatie het schadeveroorzakende besluit zijn.

Uitvoeringsschade

Ten slotte geldt dat ook uitvoeringsschade, anders dan onder de Wro, voortaan voor vergoeding op grond van afdeling 15.1 van de Ow in aanmerking komt. Uitvoeringsschade is schade die het gevolg is van het uitvoeren van een schadeveroorzakend besluit. Denk bijvoorbeeld aan een tijdelijke wegafsluiting als gevolg van het bouwen van gebouw waarvoor een omgevingsvergunning is verleend.

Nadeelcompensatieregeling en doelen Omgevingswet

Met de nadeelcompensatieregeling is aansluiting gezocht bij de doelstellingen en uitgangspunten van de Omgevingswet, waaronder de totstandkoming van globale, uitnodigende omgevingsplannen (uitnodigingsplanologie). De wetgever heeft beoogd het planschaderisico als belemmering voor dergelijke omgevingsplannen zo veel mogelijk weg te nemen.

De aspecten die in het kader van een verzoek om vergoeding van schade moeten worden beoordeeld, zijn hierdoor niet gewijzigd. Ook onder de Omgevingswet zal bijvoorbeeld beoordeeld moeten worden of sprake is van een planologische verslechtering die tot schade heeft geleid, en zo ja, of deze schade voor vergoeding in aanmerking komt. De wijze waarop deze beoordeling dient plaats te vinden, is echter wel op belangrijke punten gewijzigd.

De belangrijkste wijzigingen

Verleggen schademoment

De belangrijkste wijziging heeft betrekking op het moment waarop iemand aanspraak kan maken op nadeelcompensatie bij indirecte schade (schade als gevolg van een regel of maatregel die geen betrekking heeft op het eigen perceel). Dat is niet langer het moment van inwerkingtreding van het schadeveroorzakende besluit (bijvoorbeeld een bepaling van het omgevingsplan).

Onder de Omgevingswet wordt het peilmoment voor de beoordeling van de schade verlegd van de inwerkingtreding van een nieuw planologisch besluit naar het moment dat wordt kennisgegeven van het verlenen of wijzigen van een omgevingsvergunning. Als geen vergunningsplicht geldt, dan is het moment dat kennis is gegeven van verstrekte informatie over een activiteit of zelfs pas het moment dat met een activiteit is begonnen, bepalend. Ter bepaling van de hoogte van de schade wordt vervolgens de situatie direct na het verlenen van de omgevingsvergunning of het moment van kennisgeving, dan wel de start van de activiteit vergeleken met de situatie direct daaraan voorafgaand.

Met andere woorden: een aanspraak op schadevergoeding ontstaat in sommige gevallen pas (veel) later dan onder het huidige recht. Of die aanspraak ontstaat zelfs helemaal niet. Daarmee wordt beoogd te voorkomen dat schade geclaimd kan worden als gevolg van bijvoorbeeld bouwmogelijkheden die nooit worden gerealiseerd. In de volgende blog in deze blogreeks sta ik, aan de hand van diverse voorbeelden, uitgebreid stil bij (de gevolgen van) deze wijziging.

Voorzienbaarheid en risicoaanvaarding

Een andere belangrijke wijziging heeft betrekking op de voorzienbaarheid en risicoaanvaarding. Onder de nieuwe regeling voor nadeelcompensatie komt schade die voorzienbaar was, en waarvan het risico op het ontstaan daarvan is ‘aanvaard’, evenmin voor vergoeding in aanmerking (zie artikel 4:126, tweede lid, onder a, van de Awb).

In de Omgevingswet is de regeling verder uitgewerkt. Zo is, juist ook vanwege de globale omgevingsplannen en het verleggen van het peilmoment voor de beoordeling van de schade, expliciet vastgelegd wanneer iemand het risico op schade (in ieder geval) wel óf niet heeft aanvaard (artikel 15.5 en 15.6 van de Ow). In de derde en laatste blog in deze reeks, zal ik de nieuwe regeling inzake risicoaanvaarding aan de hand van diverse voorbeelden nader toelichten.

Slot

Hoewel wij, ook na de inwerkingtreding van de Omgevingswet, nog lange tijd te maken hebben met de afhandeling van planschadeverzoeken conform het huidige (straks oude) recht, is het goed om te weten dat de regeling onder de Omgevingswet op belangrijke punten wijzigt. Deze wijzigingen leiden op onderdelen tot een beperkter planschaderisico. In mijn volgende blog in deze reeks zal ik nader ingaan op de wijziging van het schademoment en de wijze van schadebepaling.

Stel je vragen aan onze specialisten

“Neem contact met mij op en ontvang antwoord op jouw vragen. Ik ben bereikbaar per mail of telefoon.”
Luuk Gerritsen