Rangwisseling pandhouders
Als financier kun je het risico op niet-betaling verkleinen door zekerheid te krijgen voor terugbetaling van je vorderingen. Dat kan onder meer door een pandrecht te vestigen. Maar wat te doen als er al een pandrecht is gevestigd door een schuldeiser?
Rangwisseling pandhouders mogelijk?
Is er al eerder door de schuldenaar een pandrecht gevestigd ten behoeve van een (andere) financier dan is jouw pandrecht tweede in rang. Voorheen werd het niet mogelijk geacht om verandering te brengen in de rangorde van pandrechten en was het – zonder het doen van afstand van het pandrecht door de pandhouder eerste in rang – niet mogelijk om van rang te wisselen en alsnog eerste pandhouder in plaats van tweede in rang te worden.
De Hoge Raad heeft in een recent arrest echter bepaald dat de wettelijke bepalingen over rangwisseling bij hypotheek analogisch dienen te worden toegepast. Voor hypotheken biedt art. 3:262 BW een wettelijke basis voor (contractuele) rangwisseling. Lid 1 bepaalt dat bij notariële akte kan worden bepaald dat een hypotheek ten aanzien van een of meer hypotheken op hetzelfde goed een hogere rang heeft wanneer blijkt dat de gerechtigden tot die andere hypotheek of hypotheken daarin toestemmen. Lid 2 bepaalt dat met overeenkomstige toepassing ook kan worden bepaald dat een hypotheek en een ander beperkt recht ten aanzien van elkaar worden geacht in andere volgorde te zijn ontstaan.
Rangwisseling nu
Hoge Raad heeft geoordeeld dat pand- en hypotheekrechten soortgelijke zekerheidsrechten zijn, in de praktijk bij pandrecht dezelfde behoefte aan een mogelijkheid tot rangwisseling bestaat als bij hypotheekrecht en dit past in het stelsel van de wet en bij de in de wet geregelde gevallen, de wettelijke leemte voor pandrecht moet worden gevuld door analogische toepassing van art. 3:262 BW. Hiermee oordeelt de Hoge Raad dus dat rangwisseling van pandrechten mogelijk is.
Voorwaarden rangwisseling
De voorwaarden van rangwisseling zijn:
- Een akte waarin de rangwisseling wordt vastgelegd
- Instemming van de andere pandhouders die door de rangwijziging in rang worden verlaagd.
Die instemming is vormvrij. Let wel op: als een pandhouder niet instemt en door de rangwisseling slechter af is, kan de rangwisseling hem niet worden tegengeworpen. Wat de juridische gevolgen exact zijn voor de pandhouder die niet instemt met de rangwisseling, legt de Hoge Raad niet uit en is het manco van het arrest.
Het arrest beantwoordt dus nog niet alle vragen omtrent rangwisseling bij pandrechten, maar het biedt wel (extra) mogelijkheden voor de financieringspraktijk. Waar het voorheen niet mogelijk was om pandhouder in eerste te rang te worden als er al pandrechten waren gevestigd, is dat nu wel mogelijk.
- Blog 1: De concerngarantie
- Blog 2: Rangwisseling pandhouders
- Blog 3: Pandrecht op IE-rechten