Spuitzonering; EFSA-model wederom niet aanvaard
Spuitzonering is de laatste tijd verschillende keren aan de orde geweest in de uitspraken van de Afdeling. Zo heeft de Afdeling op 16 en 23 november 2022 wederom uitspraken gedaan over spuitzonering en het locatiespecifiek onderzoek. Tijd om je, na ons laatste blog, opnieuw bij te praten.
50 meter bij gewasbeschermingsmiddelen, tenzij kortere afstand gemotiveerd
De Afdeling hanteert de vuistregel dat een afstand van ten minste 50 meter tussen gevoelige functies (zoals woningen en tuinen) en agrarische bedrijvigheid waarbij gewasbeschermingsmiddelen kunnen worden gebruikt in acht moet worden genomen. Het is mogelijk die afstand te verkleinen met een deugdelijke motivering. Deze motivering moet gebaseerd zijn op een zorgvuldig op de locatie toegesneden onderzoek. Bij ieder nieuw plan dat een gevoelige functie mogelijk maakt op een kortere afstand dan 50 meter van agrarische percelen waar gewasbeschermingsmiddelen kunnen worden gebruikt, moet worden gemotiveerd waarom dit ruimtelijk aanvaardbaar is. Dat een vorig plan op dezelfde locatie al gevoelige functies toestond, zonder een dergelijke motivering, maakt dit niet anders. Dit wordt ook benadrukt in de uitspraak van 16 november 2022.
Afdeling: nieuw locatiespecifiek onderzoek nodig
In het bestemmingsplan dat voorlag in de uitspraak van 23 november 2022 worden een bedrijfsbestemming en agrarische bestemming gewijzigd naar een woonbestemming. Op het naastgelegen perceel wordt een boomkwekerij geëxploiteerd. De afstand tussen de laatste bomenrij op de boomkwekerij en de gronden met nieuwe woonbestemming bedraagt 30 meter.
Ter bescherming van het woon- en leefklimaat op de percelen waar de woningbouw mogelijk wordt gemaakt, voorziet het plan ook in een groensingel op een afstand van 16 meter van de laatste bomenrij.
De boomkweker vreest door de ontwikkeling van het plan onder meer voor een toekomstige belemmering van zijn bedrijfsmogelijkheden en voor aantasting van het woon- en leefklimaat bij de geplande nieuwbouwwoningen. Dit vanwege het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij de uitoefening van zijn bedrijfsactiviteiten.
De Afdeling bepaalde eerder in de tussenuitspraak dat de gemeenteraad een nieuw locatiespecifiek onderzoek moest laten doen. Dit omdat het eerdere onderzoek was gebaseerd op het PRI-onderzoek uit 2012 (rapport 441 van Plant Research International). De Afdeling oordeelde eerder al dat dit onderzoek geen deugdelijke grondslag bood voor locatiespecifiek onderzoek. Het was daarom niet inzichtelijk gemaakt waarom een groensingel op een afstand van 16 meter tussen de laatste bomenrij en het perceel waar de woningbouw mogelijk werd gemaakt een aanvaardbaar woon- en leefklimaat garandeerde.
Nieuw locatiespecifiek onderzoek met EFSA-model ook nu niet aanvaard
Om te voldoen aan de opdracht van de Afdeling heeft de gemeenteraad opnieuw een locatiespecifiek onderzoek laten uitvoeren en het plan gewijzigd vastgesteld. In het nieuwe onderzoek is gebruikgemaakt van een EFSA-model (het verspreidingsmodel van de European Food Safety Authority).
Het onderzoeksrapport vermeldt onder meer dat:
- het gebruikte EFSA-model geen inzicht biedt in de blootstellingsrisico’s voor kinderen jonger dan één jaar;
- geen inzicht geeft in de cumulatieve effecten van blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen;
- geen inzicht geeft in de eventuele gecombineerde werking tussen gewasbeschermingsmiddelen onderling;
- het niet mogelijk is om afscherming van drift via een haag of scherm te modelleren.
De Afdeling concludeert dat voor het bij dit plan gebruikte EFSA-model dezelfde kritiekpunten gelden als aan de orde in de uitspraak van 19 oktober 2022. De gemeenteraad kon zich daarom niet baseren op de conclusies van het locatiespecifiek onderzoek, waarin dit model was gebruikt. Daardoor heeft de gemeenteraad niet inzichtelijk gemaakt waarom een windhaag als voorzien in de planregels op een afstand korter dan 50 meter tussen de laatste bomenrij van de boomkwekerij en het perceel waarop bewoning plaatsvindt, een aanvaardbaar woon- en leefklimaat garandeert. Oftewel, het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek is niet hersteld.
Het blijft dus zoeken naar een algemeen wetenschappelijk aanvaard model waarmee in het kader van de ruimtelijke ordening afstanden voor spuitzones kunnen worden bepaald.