Wie zijn de erfgenamen wanneer er geen testament is opgesteld?
Het wettelijk erfrecht: wie zijn de erfgenamen en waar moet je op letten?
Als iemand overlijdt, dan gaan alle bezittingen en schulden van diegene over op de erfgenamen. Wie zijn eigenlijk deze erfgenamen?
Heeft de overledene een testament gemaakt, dan staat daarin wie de erfgenamen zijn. Een testament kan daardoor veel onduidelijkheid en speurwerk voorkomen. Is er geen testament?
In deze blog leg ik je uit wie dan de erfgenamen zijn en lees je meer over de belangrijkste aspecten van het wettelijk erfrecht.
Wie zijn volgens de wet erfgenamen?
Is er geen testament opgesteld? Dan bepaalt de wet wie de erfgenamen zijn en voor welke delen zij erfgenaam zijn. Of iemand volgens de wet erfgenaam is, hangt af van de relatie met de overledene. De wet kent vier groepen erfgenamen:
Groep 1: Partner en kinderen (of kleinkinderen)
Er wordt eerst gekeken of de overledene een echtgenoot/geregistreerd partner had en/of kinderen. Wanneer een kind eerder komt te overlijden dan de ouder, noemen we dat vooroverlijden. In dat geval treden de afstammelingen van het overleden kind in de plaats van de ouder (dus de kleinkinderen van de overledene). Dit heet plaatsvervulling. Pas als er geen echtgenoot/geregistreerd partner én geen (klein)kinderen zijn, dan komen we toe aan groep 2.
- Samenwoners of personen met een LAT-relatie (met andere woorden: partners zonder een huwelijk of geregistreerd partnerschap) kunnen zonder testament niet van elkaar erven.
- Een stiefkind is géén eigen kind en erft volgens de wettelijke regels niet van de stiefouder. De stiefouder kan het kind natuurlijk wel opnemen in het testament.
- Had de overleden persoon een echtgenoot (of geregistreerd partner) én kinderen? Dan geldt volgens de wet de ‘wettelijke verdeling’.
De wettelijke verdeling is het systeem dat automatisch geldt wanneer er géén testament is en er een echtgenoot/geregistreerd partner en kinderen zijn. Door de wettelijke verdeling krijgt de langstlevende echtgenoot/geregistreerde partner alle goederen van de nalatenschap. De langstlevende echtgenoot/geregistreerde partner moet ook alle schulden voor zijn/haar rekening nemen. De kinderen krijgen hun erfdeel in de vorm van een niet-opeisbare geldvordering (u kunt dit het best vergelijken met een soort tegoedbon). De kinderen krijgen in principe pas iets uitgekeerd als beide ouders zijn overleden.
Meer weten over de wettelijke verdeling van een nalatenschap? In juni 2024 verschijnt de tweede blog in deze korte blogreeks met alle ins en outs over de wettelijke verdeling.
Groep 2: Ouders, broers en zussen (of hun kinderen)
Was er niemand in groep 1 te vinden? Dan kom je toe aan de ouders, broers en zussen van de overledene. Is een broer of zus vooroverleden, dan treden diens afstammelingen (dus de neven en nichten) in de plaats. Zijn er in deze groep ook geen erfgenamen (meer), dan kijken we naar groep 3.
- Halfbroers en halfzussen erven de helft van het erfdeel van een volle broer of zus.
- Wanneer het erfdeel van een ouder minder zou bedragen dan een kwart, wordt het erfdeel verhoogd tot een kwart en worden de erfdelen van de overige erfgenamen naar evenredigheid verminderd.
Groep 3: Grootouders (of hun kinderen)
Zijn er ook geen ouders, broers, zussen of neven/nichten? Dan kijk je naar de grootouders. Als een grootouder is vooroverleden, dan treden diens afstammelingen (dus de ooms en tantes) in de plaats. Bij vooroverlijden van een oom of tante, wordt ook weer gekeken of daar nog afstammelingen zijn. Is er niemand in groep 3? Dan kijken we ten slotte nog naar groep 4.
Groep 4: Overgrootouders (of hun kinderen)
Dit zijn de Dit zijn de overgrootouders (de ouders van opa en oma). Bij het ontbreken van een overgrootouder, wordt er verder gekeken naar de afstammelingen van de overgrootouders.
Als er in geen van bovenstaande groepen erfgenamen te vinden zijn, dan gaat de nalatenschap naar de Staat der Nederlanden.
Wat is plaatsvervulling?
Leeft een erfgenaam niet meer? Dan gaat de erfenis naar de kinderen van deze erfgenaam. Dat heet ‘plaatsvervulling’. De plaatsvervullers treden op voor het erfdeel dat de oorspronkelijke erfgenaam zou hebben gehad.
Voorbeeld:
Situatie 1.
Jasper en Nadia zijn getrouwd en hebben 2 kinderen: Emma en Luuk. Als Jasper overlijdt, zijn er 3 erfgenamen: Nadia, Emma en Luuk (groep 1). Zij krijgen ieder 1/3e deel.
Er is in deze situatie geen sprake van plaatsvervulling.
Situatie 2.
Stel dat dochter Emma getrouwd is en twee kinderen heeft. Zoon Luuk is vrijgezel en heeft geen kinderen. Als Emma nou vóór haar vader Jasper zou zijn overleden, dan worden de kinderen van Emma door plaatsvervulling erfgenamen van hun opa. Het 1/3e deel dat Emma zou krijgen, moeten Jeanne en Chloe samen verdelen. Jeanne en Chloe verkrijgen dan ieder 1/6e deel van hun opa Jasper. Luuk verkrijgt 1/3e deel en Nadia verkrijgt 1/3e deel.
Jeanne en Chloe treden in deze situatie op als plaatsvervullers voor hun moeder Emma.
Sluiten de wettelijke erfgenamen niet aan bij jouw wensen?
Dan kun je een testament opstellen! Daarin kun je zelf bepalen wie jouw erfgenamen zijn en voor welke delen. Erfgenamen kunnen familieleden zijn, maar ook vrienden, kennissen of een goed doel. Je kunt in een testament ook de wettelijke erfgenamen onterven. Kinderen hebben echter altijd recht op een bepaald deel van de erfenis van zijn/haar ouders, dit is de zogenaamde legitieme portie. Het opstellen van een testament doe je bij een notaris.