Zzp’ers haken massaal af: biedt de Zelfstandigenwet de oplossing?

De cijfers van de Kamer van Koophandel (KvK) spreken voor zich: in het eerste kwartaal van 2025 zijn bijna 61.000 ondernemers gestopt met hun bedrijf, een stijging van maar liefst 37% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De overgrote meerderheid van deze stoppers, ruim 70%, zijn zzp’ers. Tegelijkertijd daalt het aantal starters, en kiezen ondernemers die wel starten steeds vaker voor een besloten vennootschap (bv) in plaats van starten als zelfstandige.
Volgens de KvK is er sprake van “uitzonderlijke onrust”. Deze onrust is goed te verklaren. Sinds begin dit jaar houdt de Belastingdienst actief toezicht op schijnzelfstandigheid, wat leidt tot veel vragen bij zelfstandigen en opdrachtgevers. Wanneer ben je nog écht zelfstandig? Wanneer loop je het risico op een naheffing of herkwalificatie van je arbeidsrelatie? En hoe moet je hier als opdrachtgever mee omgaan?
Om duidelijkheid te bieden, werd het wetsvoorstel VBAR (Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelatie en Rechtsvermoeden) gepresenteerd. Het doel hiervan was om meer helderheid te scheppen, maar in de praktijk heeft het vooral geleid tot meer spanning en onzekerheid. Als reactie daarop presenteerden VVD, D66, CDA en SGP de Zelfstandigenwet: een wetsvoorstel dat beoogt meer duidelijkheid en zekerheid te bieden voor zelfstandigen en hun opdrachtgevers.
In deze blog licht ik de belangrijkste onderdelen van deze wet toe: het toetsingskader, de rol van de onafhankelijke commissie, en de gevolgen voor de kwalificatie als werknemer. Ook bespreek ik kort de verhouding tot het wetsvoorstel VBAR en geef ik aandachtspunten voor de praktijk.
De Zelfstandigenwet introduceert een nieuw toetsingskader
De Zelfstandigenwet biedt een toetsingskader met drie afzonderlijke, maar samenhangende toetsen: de zelfstandigentoets, de werkrelatietoets en het sectorale rechtsvermoeden. Het wetsvoorstel heeft als doel vooraf of tijdens een opdracht duidelijkheid te verschaffen over de vraag of iemand als zelfstandige mag werken voor een zakelijke opdrachtgever.
1. Zelfstandigentoets
De zelfstandigentoets beantwoordt de vraag of de persoon die de werkrelatie uitvoert, daadwerkelijk als zelfstandige kwalificeert. De wet stelt daarvoor vijf criteria:
- De zelfstandige heeft een rechtsvorm die is ingeschreven in het Handelsregister van de KvK.
- De zelfstandige beschikt over een btw-nummer.
- De zelfstandige gedraagt zich als ondernemer en/of zelfstandig werkende in het economisch verkeer. Denk hierbij aan:
o Het dragen van ondernemersrisico.
o Investeren in bedrijfsmiddelen.
o Het hebben van meerdere opdrachtgevers.
o Zichtbaar zijn als zelfstandig ondernemer (bijvoorbeeld door acquisitie en tariefonderhandelingen). - De zelfstandige heeft een adequate voorziening getroffen tegen het risico van inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid.
- De zelfstandige voorziet in een proportionele bijdrage voor een voorziening bij pensionering.
2. Werkrelatietoets
De werkrelatietoets kijkt naar elementen in de werkrelatie die dominant aanwezig zijn en mogelijk een belemmering vormen om deze werkrelatie als zelfstandigen uit te voeren. Er worden vier elementen getoetst:
- Vrije keuze voor samenwerking: Is er sprake van vrijwilligheid in de samenwerking? Beide partijen die een opdracht aangaan verklaren dat zij deze werkrelatie uit vrije wil als opdrachtovereenkomst aan gaan. De bedoeling van partijen speelt hierbij dus een rol.
- Vrijheid van werktijdorganisatie: Heeft de zelfstandige de vrijheid om zijn werktijden zelf te bepalen? Een zelfstandige is in beginsel vrij in het plannen van werktijden en verlof. Beperkingen die voortkomen uit openingstijden of commerciële afspraken doen daar niet per se aan af, zolang er voldoende ruimte blijft voor eigen regie.
- Vrijheid in de organisatie van het werk: Heeft de zelfstandige de vrijheid om zelf te bepalen hoe het werk wordt uitgevoerd? Dit houdt in dat de zelfstandige doorgaans zelf de werkwijze en organisatie van zijn werkzaamheden mag bepalen, zonder gedetailleerde instructies van de opdrachtgever. Elementen zoals het stellen van doelstellingen of deadlines zijn toegestaan, zolang deze niet neerkomen op een gezagsverhouding, maar eerder op het behalen van een afgesproken resultaat.
- Mogelijkheid van hiërarchische controle: Kan de opdrachtgever directe hiërarchische controle uitoefenen, bijvoorbeeld door het opleggen van sancties? Deze vraag dient negatief te worden beantwoord, dit duidt immers op de aanwezigheid van een gezagsverhouding. Kwaliteitseisen of veiligheidsvoorschriften vallen hier niet onder, net zomin als praktische afspraken over de omvang of organisatie van het werk. In het recente Uber-arrest onderstreepte de Hoge Raad dat ondernemerschap aan de zijde van de opdrachtnemer in zulke gevallen doorslaggevend kan zijn.
3. Sectoraal rechtsvermoeden
Voor sectoren met een verhoogd risico op schijnzelfstandigheid, zoals de bouw, vervoer en schoonmaak, geldt een rechtsvermoeden van werknemerschap. Dit vermoeden is weerlegbaar, maar het biedt wel extra bescherming voor zelfstandigen in risicovolle sectoren.
Onafhankelijke toetsing door een Commissie
Het wetsvoorstel introduceert een Commissie Beoordeling Toetsingskader Zelfstandigenwet, die bindend kan adviseren over de kwalificatie van de werkrelatie. Dit biedt zelfstandigen en opdrachtgevers vooraf meer duidelijkheid en vermindert onzekerheid over de fiscale en arbeidsrechtelijke gevolgen van de samenwerking.
Wat betekent de zelfstandigenwet voor de werknemersbescherming?
Wanneer een werkrelatie niet langer voldoet aan de criteria voor zelfstandigheid, ontstaat er een rechtsvermoeden van werknemerschap. Dit betekent niet direct dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst, maar de zelfstandige wordt wél als werknemer beschouwd, tenzij de zakelijke opdrachtgever kan aantonen dat er geen sprake is van een gezagsverhouding in de zin van artikel 7:610 BW. Daarmee verschuift de bewijslast en ontstaat er meer bescherming voor de opdrachtnemer.
Een alternatief voor VBAR?
De initiatiefnemers van de Zelfstandigenwet menen dat hun wetsvoorstel beter aansluit bij de bestaande knelpunten dan het VBAR-wetsvoorstel. De Raad van State was namelijk kritisch over VBAR, omdat het vooral bestaande jurisprudentie codificeerde zonder wezenlijke modernisering. De Zelfstandigenwet probeert dit beter te doen door duidelijke, objectieve criteria te bieden en zo meer rechtszekerheid te creëren. Beide wetsvoorstellen kunnen echter complementair zijn, bijvoorbeeld door het rechtsvermoeden van het bestaan van een arbeidsovereenkomst bij een laag uurtarief over te nemen. Bovendien past het voorstel bij andere ontwikkelingen, zoals de toekomstige verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen (BAZ).
Tot slot
Het wetsvoorstel bevindt zich momenteel in de fase van pre-consultatie. De initiatiefnemers hebben de concept-memorie van toelichting afgerond en publiceren deze nu met het oog op het verzamelen van input vanuit de praktijk. De ontvangen reacties worden betrokken bij de verdere uitwerking van het wetsvoorstel. Vervolgens zal het voorstel via een internetconsultatie breder worden voorgelegd, waarna het ter advisering aan de Raad van State wordt aangeboden.
Hoewel een toets voorafgaand aan de werkrelatie op het eerste gezicht een gewenste stap lijkt richting meer duidelijkheid en rechtszekerheid, lijkt de praktijk om meer te vragen. Een werkrelatie kan vooraf voldoen aan de zelfstandigentoetsen, maar zodra in de feitelijke uitvoering alsnog sprake is een gezagsverhouding, kan dit leiden tot herkwalificatie. In dat geval biedt een eerder positief oordeel geen volledige bescherming. Dit kan schijnzekerheid creëren voor zowel zelfstandigen als opdrachtgevers, zeker wanneer de feitelijke omstandigheden gaandeweg veranderen. Het is daarom van belang dat niet alleen wordt ingezet op duidelijke toetsingscriteria, maar ook op blijvende aandacht voor de uitvoering van de samenwerking in de praktijk.
Stel je vragen aan onze specialisten
“Neem contact met mij op en ontvang antwoord op jouw vragen. Ik ben bereikbaar per mail of telefoon.”
Blogreeks ‘De belangrijkste ontwikkelingen en aandachtspunten bij de beoordeling van arbeidsrelaties’
Deze blog is onderdeel van een reeks waarin de volgende onderwerpen aan bod komen:
- De schijnzelfstandigen (opnieuw) op de radar: neem je arbeidsrelatie onder de loep
- Handhaving: Opheffing van het Handhavingsmoratorium
- Fiscale toets en handhaving
- De voorgestelde wetswijziging: Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsverhouding en Rechtsvermoeden (VBAR)
- Hoge Raad: ondernemerschap van werkenden belangrijk bij kwalificatie van een arbeidsovereenkomst
- Zzp’ers haken massaal af: biedt de Zelfstandigenwet de oplossing?





