• Home |
  • Kennis |
  • Zorgplicht van waterschappen bij beregening van landbouwgrond

Zorgplicht van waterschappen bij beregening van landbouwgrond

landbouwgrond

Eerder schreef ik al over het veranderende klimaat en de nodige hoofdbrekers die dit bezorgt bij waterschappen. In deze blog ga ik verder in op de zorgplicht van waterschappen met betrekking tot de kwaliteit van water dat agrariërs gebruiken voor hun landbouwgrond.

Wat is de positie van het waterschap als er sprake zou zijn van schade aan bijvoorbeeld planten van derden door het gebruik van verontreinigd water?

In de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 15 april 2020 lijdt een kweker schade door te hoge zoutconcentraties in het water dat hij gebruikt voor de beregening van zijn planten. Dit water is afkomstig uit een naastgelegen sloot. Het waterschap zorgt er onder meer voor dat oppervlaktewater in deze sloot voldoet aan de daarvoor gestelde kwaliteitsnormen. Over deze positie van het waterschap wijdt de rechtbank een aantal overwegingen. Ik licht de betreffende kwestie kort toe.

Beregeningssloot en werkzaamheden aan N-wegen

De kweker teelt vaste planten op gepachte landbouwgrond dat gelegen is nabij twee provinciale wegen. De planten op het gepachte beregent de kweker, evenals andere agrariërs in de omgeving, al jarenlang met water uit de naastgelegen sloot.

De provincie heeft bij het waterschap een vergunning aangevraagd (en gekregen) voor werkzaamheden aan de twee nabijgelegen provinciale wegen. Daarbij heeft de ingeschakelde aannemer grote hoeveelheden zand op het gepachte geplaatst ter voorbelasting van de ondergrond.

Om het proces van inklinking te versnellen, zijn in het zandpakket op het gepachte meerdere verticale drains geplaatst, zodat grondwater ophoog geperst kan worden. Het water dat vrijkomt, is afgevoerd naar de naastgelegen sloot die door de kweker wordt gebruikt voor de beregening van zijn planten.

Beregening en zoutschade

Vrijwel direct merkt de kweker op dat zijn planten kenmerken vertonen van (zout-)schade.

Op initiatief van de provincie, het waterschap en de betreffende aannemer is binnen tien dagen de beregeningssloot afgedamd en is met een waterpomp het zoute water weggepompt. De kosten van deze maatregelen zijn betaald door de provincie.

Aansprakelijkstelling provincie voor schade

De kweker stelt vervolgens de provincie aansprakelijk voor de door hem geleden schade aan zijn vaste planten. In de procedure die daarop volgt, betoogt de provincie dat zij binnen de verleende vergunning van het waterschap is gebleven.

De rechtbank overweegt hierover het volgende:

Geen automatische vrijwaring van aansprakelijkheid

Een verkregen vergunning betekent niet dat degene die overeenkomstig die vergunning handelt, steeds gevrijwaard is voor de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad (vgl. HR 23 september 1988, NJ 1989, 743 (Franse kalimijnen)). Dit betekent dat als iemand een vergunning heeft om bepaalde werkzaamheden uit te voeren, hij alsnog aangesproken kan worden als iemand daardoor schade lijdt of hinder aan ondervindt.

Daarbij is tevens de aard van de door het waterschap verstrekte vergunning relevant voor de beoordeling in hoeverre die vergunning invloed heeft op de vraag of iemand aansprakelijk is wegens een onrechtmatige daad. Oftewel de schade of hinder die aan derden is toegebracht. Ook is relevant welk belang wordt nagestreefd met de regeling waarop de vergunning berust (HR 10 maart 1972, NJ 1972, 278). Dit wil zeggen dat per situatie, en dus per verleende vergunning, gekeken moet worden of iemand aangesproken kan worden.

Afwegen waterhuishoudkundige belangen

Weliswaar heeft de provincie aangevoerd dat bij de verlening van de vergunning al de waterhuishoudkundige belangen zijn afgewogen die door de Keur van het waterschap worden beschermd, maar daaruit blijkt niet dat de Keur verplicht tot een zodanige opzet van de vergunning dat in ieder individueel geval de gebruiker van de vergunning geen onrechtmatige hinder kan toebrengen aan een derde door van vergunning gebruik te maken (vgl. HR 21 oktober 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT8823).

In de Keur staan de regels (met name geboden en verboden) die een waterschap hanteert bij de bescherming van onder andere watergangen. Maar ook regels voor het onderhoud van sloten om de waterafvoer in dit oppervlaktewater te waarborgen.

Garanderen waterkwaliteit door waterschap

De provincie stelt dat het waterschap de bevoegde en deskundige instantie is als het gaat over de kwaliteit van het oppervlaktewater en daarom niet de provincie maar het waterschap aangesproken had moeten worden.

De rechtbank oordeelt echter dat ondanks de taak van het waterschap de omstandigheden in deze kwestie dusdanig waren, dat de kweker bij het waterschap moet aankloppen als de kwaliteit van het water in de beregeningssloot niet volstaat. De verontreiniging is, zo blijkt uit deskundigenrapporten, ter herleiden naar de werkzaamheden die uitgevoerd zijn in opdracht van de provincie.

Vergunningen en zorgplicht waterschap

Uit deze uitspraak volgt dat een verkregen vergunning dus geen vrijwaring inhoudt tegen aanspraken uit onrechtmatige daad. Ook al zijn bij het verlenen van een vergunning de waterhuishoudkundige belangen afgewogen, dan kan de gebruiker van een vergunning nog altijd onrechtmatige hinder toebrengen aan derden.

De zorgplicht van het waterschap is in deze kwestie niet dusdanig uitgebreid dat daaronder alle werkzaamheden aan en rondom sloten vallen, die (mogelijk) verontreiniging aan grondwater of oppervlaktewater veroorzaken.

Waterschap niet automatisch verantwoordelijk voor problemen waterkwaliteit

Uit de besproken uitspraak volgt dat een aantasting van de kwaliteit van oppervlaktewater in een sloot niet automatisch ervoor zorgt dat het waterschap opdraait voor de daardoor ontstane problemen. Heb je te maken met een aantasting van deze kwaliteit, dan is het goed alle gebeurtenissen daarbij te betrekken.

Ook is het verstandig de relevante wet- en regelgeving erbij te betrekken. Hieruit kan volgen of een aansprakelijkstelling door het waterschap van de hand kan worden gewezen. De verplichtingen van het waterschap zijn op dit moment terug te vinden in de Waterwet en de Keur.

De Waterwet en de rol van het waterschap

De Waterwet regelt in hoofdzaak het beheer van watersystemen, waaronder waterkeringen, oppervlaktewater- en grondwaterlichamen. De wet is gericht op het voorkomen dan wel beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, de bescherming en verbetering van kwaliteit van watersystemen en de vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen.

Daarnaast geldt per waterschap een Keur waarin de regionale regels zijn opgenomen.

De Omgevingswet zal hierin verandering gaan brengen, aangezien de overheid onder meer de regels met betrekking tot water wil vereenvoudigen en samenvoegen. Dit betekent dat de Waterwet, grotendeels, wordt opgenomen in deze nieuwe wet.

De inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld. Eind van deze maand (mei 2020) wordt duidelijk wat nieuwe beoogde datum van inwerkingtreding is.

Vragen?

Heb je vragen met betrekking tot zorgplichten van waterschappen? Neem dan contact op met José Jochemsen-Vernooij.