Zorgplicht van waterschappen en schade aan gewassen
In mijn eerdere blogs over de zorgplicht van waterschappen is het veranderende klimaat, de kwaliteit van het water en de toetsingsnorm aan de orde gekomen. Eind 2020 is een arrest gewezen waarbij het onrechtmatig handelen door een waterschap in rechte is komen vast te staan. Het waterschap draait daardoor op voor de schade die daarvan het gevolg is.
In deze blog ga ik in op die specifieke situatie, maar ook de relevantie van een causaal verband tussen het niet-naleven van de zorgplicht en de ontstane schade komt aan bod. Tot slot geef ik tips om zoveel mogelijk binnen de normen van de zorg van een goed beheerder te handelen en daarmee schade te voorkomen.
Casus
Een akkerbouwer oefent zijn bedrijf uit in de Noordoostpolder. Op 2 juni 2003 is dit gebied getroffen door zware regenbuien (111 mm binnen een tijdsbestek van 3 uur). Het overtollige water wordt hier afgevoerd door een stelsel van watergangen.
In een van de drie hoofdwatergangen in het gebied bevinden zich twee duikers, waarin schotten op dat moment aanwezig waren. De functie van de schotten was om de waterstand op een bepaald niveau te houden voor de beregening van diverse percelen, zodat nachtvorstschade op de fruitteeltbedrijven voorkomen kon worden.
Een dag na de hevige regenval zijn de schotten verwijderd. Een aantal percelen van de akkerbouwer stonden toen al langere tijd onder water. De akkerbouwer stelt dat dit een gevolg is van de waterstandsverhoging. Hij stelt het waterschap aansprakelijk voor de door hem gelede schade als gevolg van het niet tijdig weghalen van de schotten in de duikers.
Het waterschap beroept zich op overmacht, het ontbreken van causaal verband wat betreft de vestigingsfase van de aansprakelijkheid, maar ook wat betreft de omvang van de schade. Ook beroept het waterschap zich op eigen schuld van de ingelanden en andere extreme omstandigheden die in mindering moeten strekken op de omvang van de berekening van de schade.
Oordeel rechtbank
De rechtbank heeft bij vonnis van 6 maart 2013 voor recht verklaard dat het waterschap tegenover de akkerbouw aansprakelijk is voor de schade die door hem is geleden als gevolg van het niet tijdig weghalen van de schotten in de duikers. In de zaak wordt verwezen naar de schadestaat voor de omvang van de schadevergoeding.
Het waterschap komt in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Oordeel hoger beroep
In het arrest uit 2015 oordeelt het gerechtshof dat het waterschap ten onrechte heeft aangevoerd dat zij aan haar zorgplicht had voldaan of dat er sprake zou zijn van een overmachtssituatie. Hierbij hecht het gerechtshof veel waarde aan het getuigenverhoor van een wateraanvoermedewerker, die wij Corine noemen, maar ook een voormalig medewerker van het waterschap, die wij Theo noemen.
Verklaringen betrokkenen bij plaatsen schotten
Corine verklaarde dat zij de schotten heeft geplaatst. Daarmee waren de duikers ten dele afgesloten en kon pas bij een bepaalde waterstand water over de schotten stromen. Ook werd daarmee de doorstroommogelijkheid verminderd.
Theo verklaarde daar bovenop dat het gebruikelijk was de schotten weg te halen als er veel regen voorspelt werd, om een vlotte afvoer van het water niet te belemmeren.
Vertrouwen op handelwijze waterschap
Het waterschap heeft het beschreven bestendige gebruik door Theo niet ontkend. Het gerechtshof oordeelt dat de ingelanden er daarom op mochten vertrouwen dat het waterschap haar handelwijze zou voortzetten. Door zonder reden of nadere aankondiging van dat gebruik af te wijken, kon bij veel regen belemmeringen in de waterafvoer ontstaan. Hiermee handelt het waterschap in beginsel in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid die zij ten opzichte van ingelanden in acht heeft te nemen.
Zekere mate van beleidsvrijheid
Het gerechtshof maakt wel een onderscheid met de periode tot het begin van de buien. Die handelwijze wordt niet onzorgvuldig geacht, omdat daarbij steeds de belangen van de ingelanden die aan het beregenen waren zijn afgewogen tegen de overige belangen. Het waterschap komt op dit punt een zekere mate van beleidsvrijheid toe.
Schade voor een deel rechtstreeks gevolg aanwezige schotten
In het arrest van eind 2020 is de vraag rondom het causaal verband tussen het in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid handelen en de door de ingelanden gestelde gewasschade beantwoord. Uit het deskundigenonderzoek is naar voren gekomen welke percelen als gevolg van de aanwezigheid van de schotten langer dan 24 uur onder water hebben gestaan.
Hierdoor oordeelt het gerechtshof dat de schade aan de gewassen op die percelen een rechtstreeks gevolg is in de zin van een conditio sine qua non verband van de aanwezigheid van de schotten in de duikers.
Onrechtmatige handelen waterschap
Het gerechtshof oordeelt dat het waterschap tegenover de perceeleigenaren, die meer dan 24 uur wateroverlast hebben gehad, onrechtmatig heeft gehandeld door de schotten niet tijdig te verwijderen. Ook oordeelt het gerechtshof dat er een causaal verband bestaat in de zin van een conditio sine qua non verband tussen dit onrechtmatig handelen en de door die perceeleigenaren gestelde schade. De gevorderde verklaring voor recht wordt met betrekking tot deze percelen toegewezen.
Les voor de praktijk
Voor een waterschap is relevant om haar taken goed voor ogen te hebben. Als zij door een wisseling van de wacht een nieuwe verantwoordelijke medewerker heeft voor bepaalde werkzaamheden, dan moet de werkoverdracht duidelijk en concreet zijn. Op die manier wordt voorkomen dat voormalig uitgevoerde werkzaamheden een bepaald verwachtingspatroon bij ingelanden heeft. Immers, bij het uitvoeren van haar werkzaamheden heeft een waterschap een bepaalde mate van beleidsvrijheid. Zij kan echter niet van de een op de andere dag de werkwijze veranderen zonder de ingelanden daarvan op de hoogte te stellen.
Heb je vragen met betrekking tot de zorgplicht van waterschappen, juridische vraagstukken rondom waterbeheer of aansprakelijkstellingen, neem dan contact met mij op.