“Eigen” gemeentelijk integriteitsbeleid niet in strijd met Wet Bibob
Onderstaande is geschreven door Jorg Heemskerk.
De gemeente Amsterdam hanteert een eigen integriteitsbeleid bij het sluiten van overeenkomsten met derden: “De Beleidsregel Integriteit en Overeenkomsten 2015” (BIO). De BIO staat los van de Wet Bibob, bevat een eigen beoordelingskader met eigen toetsingscriteria en is mede van toepassing op overeenkomsten waarop de Wet Bibob niet van toepassing is. Ten behoeve van de gemeentelijke integriteitstoets wordt tevens een eigen formulier gebruikt.
In de BIO is onder meer bepaald (artikel 2):
Voorafgaand aan het sluiten van een Overeenkomst komt de gemeente te allen tijde contractsvrijheid toe. De gemeente heeft het daaruit voortvloeiende recht om geen Overeenkomst met een Partij aan te gaan, mede of uitsluitend op basis van het feit dat de gemeente van oordeel is dat ten aanzien van die Partij een Integriteitsrisico bestaat.
In een geschil bij het Gerechtshof Amsterdam over de weigering van de gemeente Amsterdam om een erfpachtbestemming te wijzigen ten behoeve van de transformatie van een kantoorpand naar studentenhotel, betoogde de erfpachter dat de BIO niet rechtsgeldig is. Volgens de erfpachter is de Wet Bibob hét bestuursrechtelijk instrument ter bewaking van de integriteit. Ten onrechte ook zou de gemeente haar private rol bij toepassing van de BIO hebben misbruikt, door bestuursrechtelijke informatie te gebruiken voor haar integriteitsonderzoek.
In zijn arrest van 18 maart 2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:672, wijst het Gerechtshof dit betoog (principieel) van de hand.
“5.2.2 Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de gemeente geen eigen beleid kan voeren inzake onderzoek en beoordeling van de integriteit van haar private contractpartijen. Dat een overheidsorgaan ingevolge de Wet bibob het Bureau Bibob om een advies kan vragen alvorens een beslissing te nemen over het aangaan van een vastgoedtransactie leidt niet tot een dergelijke conclusie, alleen al omdat die mogelijkheid facultatief is. Uit de Wet bibob volgt evenmin dat de gemeente alleen op in die wet genoemde criteria kan weigeren een private overeenkomst aan te gaan. Dat de gemeente handelt conform de BIO levert dan ook geen doorkruising van de Wet bibob op, ook niet voor zover bij de beoordeling van de integriteit strengere criteria worden gehanteerd dan in de Wet bibob zijn opgenomen.”
Over het gebruik door de gemeente van bestuurlijke informatie oordeelt het Gerechtshof:
“5.2.3 […]. De gemeente heeft er terecht op gewezen dat [geïntimeerde] zelf de gegevens over de fiscale vergrijpboete heeft aangeleverd. Van het stelselmatig opvragen van gegevens bij de Belastingdienst, wat daar verder van zij, is niet gebleken. Evenmin is duidelijk geworden dat de handhavingsactie op onrechtmatige gronden of op onrechtmatige wijze heeft plaatsgevonden. Dat kan niet uit de stellingen van [geïntimeerde] worden afgeleid. Er is daarnaast geen rechtsregel waaruit voortvloeit dat de gemeente gegevens die uit een dergelijke handhavingsactie blijken, niet mag gebruiken bij het toetsen van de integriteit van haar private wederpartijen.”
Let op: dit arrest gaat alleen over gemeentelijke integriteitsbeleid in privaatrechtelijke aangelegenheden. Voor (bestuursrechtelijke) besluiten bevat de Wet Bibob een uitputtende regeling om een integriteitstoets te verrichten. Er is dus geen (rechts)basis om voor besluiten gemeentelijk integriteitsbeleid te ontwikkelen, los van de Wet Bibob.
