• Home |
  • Nieuws |
  • Afdeling nuanceert conclusie “overtredersbegrip”
Actualiteit31 mei 2023

Afdeling nuanceert conclusie “overtredersbegrip”

Vandaag heeft de Afdeling zich in twee uitspraken uitgesproken over de conclusie van 15 februari 2023 van staatsraad A-G Wattel. Daarin concludeert Wattel dat er in strijd met de bedoeling van de Awb-wetgever licht zit tussen het bestuursrechtelijke begrip “overtreder” en het strafrechtelijke begrip “functioneel daderschap” wordt uitgelegd. In het bestuursrecht wordt het overtredersbegrip ruimer opgevat; je bent eerder overtreder dan in het strafrecht, ook als je de overtreding niet zelf pleegt of medepleegt. Wattel stelde dat voor zowel herstelsancties als bestraffende sancties uitgegaan zou moeten worden van één uniform overtredersbegrip.
 
In de uitspraken van vandaag onderschrijft de Afdeling de conclusie van Wattel dat zowel voor de bestuurlijke boete als voor herstelsancties moet worden aangesloten bij de strafrechtelijke criteria voor functioneel daderschap. Dit vindt steun in de wetsgeschiedenis die is vermeld de conclusie. Die aansluiting geldt zowel voor natuurlijke personen als voor rechtspersonen.

Maar de Afdeling nuanceert de conclusie wel. Op basis van de zgn. “IJzerdraadcriteria” zegt de Afdeling dat, anders dan in de conclusie wordt betoogd, niet de eis geldt dat dat de overtreder de overtreding (zelf) moet kunnen “bewerkstelligen”. Daarom beantwoordt de Afdeling de vraag over het overtrederschap anders dan Wattel.
 
In de uitspraak over een last onder dwangsom van b&w van Enschede aan een bedrijf dat marktkramen verhuurt en zonder vereiste toestemming o.g.v. de APV reclameborden ter beschikking stelt aan o.a. standhouders betoogde het bedrijf geen overtreder te zijn. Zij stelde de reclameborden slechts ter beschikking maar plaatste deze niet zelf (dat deden de standhouders).

De Afdeling stelt vast dat de verboden gedraging past in de normale bedrijfsvoering van het bedrijf, omdat het bedrijf zelf reclameborden ter beschikking stelt om klanten te werven voor haar markt. De verboden gedraging was in zoverre dienstig aan het bedrijf. Ook had het bedrijf de verboden gedraging tot op zekere hoogte kunnen voorkomen door aan het gebruik vooraf voorwaarden te stellen of voorlichting te geven over de regels die gelden in Enschede. In zoverre kon het bedrijf er dus over beschikken of de verboden gedraging kon plaatsvinden. Het bedrijf heeft niet de zorg betracht die redelijkerwijs van haar kon worden gevergd mter voorkoming van de verboden gedragingen, aldus de Afdeling. De enkele stelling van het bedrijf dat zij niet weet wie de reclameborden meeneemt, ontslaat haar niet van haar verantwoordelijkheid. Door elke verantwoordelijkheid uit de weg te gaan, aanvaardt het bedrijf willens en wetens het risico dat overtredingen worden begaan. Terecht is het bedrijf als overtreder van het verbod in artikel 2:42 APV aangemerkt en mocht de LOD worden opgelegd.

In de andere uitspraak over een bestuurlijke boete wordt de persoon in kwestie niet aangemerkt als overtreder (ECLI:NL:RVS:2023:2071).

Vragen over het overtredersbegrip?

Neem contact op met Franc Pommer.

overtredersbegrip

Duidelijk Hekkelman.