• Home |
  • Kennis |
  • Asbestbrand. Spoedeisende bestuursdwang wegens overtreding van artikel 1.1a Wet milieubeheer. Geen aanleiding om af te zien van kostenverhaal. (BR 2020/61)

Asbestbrand. Spoedeisende bestuursdwang wegens overtreding van artikel 1.1a Wet milieubeheer. Geen aanleiding om af te zien van kostenverhaal. (BR 2020/61)

asbestbrand

Asbestbrand. Spoedeisende bestuursdwang wegens overtreding van artikel 1.1a Wet milieubeheer. Geen aanleiding om af te zien van kostenverhaal.

In het aan [appellant sub 2] gerichte besluit van 19 december 2016 heeft het college hem aangemerkt als overtreder van artikel 17.1 Wet milieubeheer. Het besluit van 19 december 2016 is onherroepelijk. [appellant sub 2] heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat sprake is van een uitzonderlijk geval als hiervoor bedoeld.

Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat het college in beginsel mag afgaan op de inschrijving in het register van de Kamer van Koophandel. CRS Worldwide B.V. en Scooter Company stonden toentertijd ingeschreven op dat adres. Nu van het tegendeel niet was gebleken, kon het college ervan uitgaan dat zij – naast Dutch4Green B.V. – ter plaatse actief waren. Het college kon hen dus als (mede)drijvers van de inrichting aanmerken.

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (bijvoorbeeld in de uitspraak van 23 mei 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1679) gaan bestuursdwang en kostenverhaal in de regel samen. Voor het maken van een uitzondering kan aanleiding bestaan indien de aangeschrevene van de ontstane situatie geen verwijt valt te maken en bij het ongedaan maken van de met het recht strijdige situatie het algemeen belang in die mate is betrokken, dat de kosten in redelijkheid niet of niet geheel voor rekening van de aangeschrevene behoren te komen. Verder kunnen andere bijzondere omstandigheden het bestuursorgaan nopen tot het geheel of gedeeltelijk afzien van kostenverhaal.

Zoals is overwogen moet [appellant sub 1] als overtreder van artikel 1.1a Wet milieubeheer worden aangemerkt. Door het nalaten van het treffen van saneringsmaatregelen en door het laten liggen van asbestresten konden nadelige gevolgen voor mens en milieu ontstaan. [appellant sub 1] heeft niet de nodige maatregelen getroffen om deze gevolgen zo veel mogelijk te beperken. Reeds hierom kan de mate waarin het algemeen belang is betrokken bij het ongedaan maken van de situatie, geen aanleiding geven voor het oordeel dat het college geheel of gedeeltelijk van kostenverhaal had behoren af te zien. Evenmin is gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan moet worden geoordeeld dat de kosten van bestuursdwang redelijkerwijze niet of niet geheel ten laste van [appellant sub 1] zouden moeten komen.

ABRvS 06-05-2020, ECLI:NL:RVS:2020:1183